Corporaties lijken weinig te hebben geleerd van het Vestia-debacle. Uit onderzoek van het Centraal Fonds Huisvesting (CFH) naar de rol van tussenpersonen bij derivatentransacties blijkt dat corporaties weinig aandacht besteden aan de integriteitsrisico’s die met de treasury-activiteiten samenhangen.
In een brief aan minsiter Blok van wonen geeft het fonds aan signalen te hebben ontvangen die vragen opriepen over de integriteit en onafhankelijke rol van tussenpersonen en adviseurs bij hun organisatie voor het aangaan van derivatentransacties. CFH vroeg afgelopen augustus aan een selectie van 27 corporaties om de rol van deze personen te onderzoeken. Momenteel doen achttien corporaties nader intern onderzoek of laten forensisch onderzoek uitvoeren naar de rol van tussenpersonen. Het CFH geeft aan dat het merendeel van de corporaties beperkte aandacht heeft voor de beheersing van integriteitsrisico’s en de preventie ervan. Daarnaast heeft een groot deel van de bij het onderzoek betrokken corporaties weinig kennis van onder andere de dienstverlening door deze tussenpersonen en hun verdienmodel.
Verbteringen
CFH concludeert dat er verbeteringen mogelijk en noodzakelijk zijn voor de beheersing van integriteitsrisico’s binnen de corporatiesector. Zo moet een corporatie goed nagaan hoe onafhankelijk een adviseur daadwerkelijk is, in wiens belang de adviseur werkt en hoe zijn verdienmodel in elkaar zit. Daarnaast vergen de houding, cultuur en gedrag van corporaties nadrukkelijke aanpassing op het vlak van kennis over de materie waarover advies wordt ingewonnen.
Onrustbarend
Minister Blok vindt het beeld dat het CFV schetst op basis van onderzoek bij 27 woningcorporaties onrustbarend. Maar geeft ook aan dat het niet duidelijk is in hoeverre dit ook voor de gehele sector maatgevend is.
Geef een reactie