
Twee AA’s zijn bij de Accountantskamer tegen een doorhaling aangelopen omdat zij willens en wetens een verkeerde btw-aangifte hebben ingediend voor een boerenbedrijf, dat daardoor anderhalve ton teveel aan btw terugvroeg. Vanwege de kwestie is een van de twee – de directeur van het accountantskantoor – eind vorig jaar al veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf.
De beide AA’s werken voor een accountantskantoor dat gespecialiseerd is in de agrarische sector: de een is directeur, de ander werkt als belastingadviseur.
Die stelde aangiften omzetbelasting op voor een echtpaar dat zijn melkveehouderij in 2016 verkoopt. Bij de verkoop wordt aangegeven dat er met betrekking tot de overdracht geen omzetbelasting is verschuldigd. Het bedrijf wordt eind 2017 om niet ter beschikking gesteld aan de maatschap die de melkveehouderij dan exploiteert, bestaande uit de zoon en schoondochter van de koper.
Btw herzien was niet mogelijk
Begin 2018 wordt de belastingadviseur gevraagd of zij namens de maatschap een aangifte omzetbelasting wil indienen in verband met de afschaffing van de btw-landbouwregeling. In dat kader schrijft ze aan de directeur dat de nieuwe eigenaar heeft aangegeven dat de btw rondom de aankoop van de boerderij herzien moet worden. ‘Echter op grond van de wettelijke regeling kan dat niet. Hij heeft dit als geheel bedrijf in 2015 aangekocht. In de akte van levering staat expliciet dat er geen omzetbelasting verschuldigd is. Hierdoor kan er m.i. nu ook geen herziening plaatsvinden’, zo is haar standpunt. Al snapt ze het verzoek wel omdat de boerderij nog relatief nieuw was en de verkoper waarschijnlijk herzienings-btw heeft moeten terugbetalen. ‘Maar dan had de overdracht met artikel 37d Wet omzetbelasting moeten plaatsvinden en had [de koper] vanaf dat moment met dat bedrijf in de btw gemoeten.’ De fiscus zal de herziening bij controle weigeren, zo geeft ze aan. ‘Een boete voor het opzettelijk doen van onjuiste aangiften is zeer wel mogelijk, misschien ook zelfs wel voor [het accountantskantoor].’
Toch ingediend
Daarnaast wordt de herziening gevraagd op het oude btw-nummer van de nieuwe maatschap, in plaats van op het oude nummer van de maatschap van de koper, omdat het bedrijf is overgegaan op zoon en schoondochter. ‘Hoe de Belastingdienst hiermee omgaat kan ik niet inschatten. Wat in ieder geval wel moet is dat in de akte van de bedrijfsoverdracht dan wel artikel 37d toegepast moet gaan worden.’
Ondanks de aangedragen bezwaren geeft de directeur de belastingadviseur de instructie om toch de aangifte omzetbelasting in te dienen op naam van de (nieuwe) maatschap. Daarin wordt 186.130 euro teruggevraagd; er wordt aangegeven dat sprake is geweest van voorbelasting ten bedrage van 193.364 euro.
Directeur strafrechtelijk veroordeeld
De adviseur krijgt gelijk: de fiscus doet een boekenonderzoek en dat leidt tot een strafrechtelijk onderzoek door de Fiod. Daarin is de belastingadviseur getuige en de directeur verdachte. In juni 2019 besluit de Belastingdienst om teruggave te verlenen tot een bedrag van 48.915 euro. Voor de rechter loopt nog een beroepszaak tegen die beslissing. De directeur is eind vorig jaar door de rechtbank Overijssel veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden met een proeftijd van drie jaar, plus een geldboete van 10.000 euro vanwege valsheid in geschrift, respectievelijk het opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift. Daartegen loopt nog een hoger beroep.
Geen maatregel om integriteit te beschermen
De koper heeft ook een klacht ingediend bij de Accountantskamer: de belastingadviseur heeft een aangifte omzetbelasting ingediend waarvan zij wist dat deze onjuist was. En de directeur heeft dat willens en wetens toegestaan – sterker nog, hij heeft erop aangedrongen. De tuchtrechter overweegt dat de belastingadviseur ervan overtuigd was dat geen omzetbelasting kon worden teruggevraagd en haar directeur heeft gewaarschuwd voor een boete voor het opzettelijk doen van onjuiste aangiften. ‘Hieruit volgt dat zij heeft onderkend dat sprake was van een bedreiging voor de naleving van het fundamentele beginsel van integriteit.’
Toch is de aangifte ingediend – volgens de belastingadviseur omdat zij ervan uitging dat de Belastingdienst toch wel vragen zou stellen en een correctie zou doen. Maar dat laatste kan niet gelden als een maatregel om te voorkomen dat zij in verband werd gebracht met informatie die materieel onjuist, onvolledig of misleidend is. Ze kon er namelijk niet op rekenen dat de aangifte tot vragen zou leiden. ‘[De belastingadviseur] heeft hiermee de aanmerkelijke kans aanvaard dat de aangifte onjuist zou zijn en dat deze fout niet zou worden ontdekt door de Belastingdienst. Zij heeft daarmee gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van integriteit.’
Melding in de wind geslagen
Ook de klacht tegen de directeur is gegrond. Die onderhield het directe contact met de maatschap. ‘Als leidinggevende van [de belastingadviseur] heeft hij haar benaderd met het verzoek om voor de maatschap de aangifte omzetbelasting in te dienen.’ Ook al was zij het niet eens met de aangifte, hij heeft er ondanks haar waarschuwingen op aangedrongen om hem toch in te dienen. ‘De Accountantskamer is van oordeel dat gezien deze aan [de directeur] gedane melding door een ervaren medewerker (die binnen het kantoor was belast met de fiscale aangiften) sprake was van een bedreiging voor de naleving van het fundamentele beginsel van integriteit door hemzelf, in zijn hoedanigheid van leidinggevende.’ Ook de directeur heeft onvoldoende maatregelen getroffen tegen de bedreiging van zijn integriteit. Dat hij zich heeft laten inlichten door specialisten, is niet voldoende onderbouwd en aangetoond.
Geen inzicht in laakbaar karakter
De belastingadviseur wordt gedurende een maand doorgehaald in het register. ‘Ten gunste van betrokkene is meegewogen dat aan haar gedurende haar lange loopbaan als accountant niet eerder een tuchtrechtelijke maatregel is opgelegd.’ Door de naam van de directeur gaat gedurende twee maanden een streep, omdat hij zijn collega heeft overgehaald een aantoonbaar onjuiste aangifte in te dienen. ‘Ook is meegewogen dat [de directeur] ook ter zitting van de Accountantskamer geen inzicht heeft getoond in het laakbare karakter van zijn handelen.’
Waarom deze accountants niet gelijk levenslang royeren uit het accountantsregister?
Werken bij KPMG zeker, ook de integriteit van een dweil.
Verkeerder belastingaangiften doen is gewoon een strafbaar feit.
Deze accountants schaden het vertrouwen.
Helemaal waar gelijk levenslang royeren + een beroepsverbod.
Zet er even de rugnummers bij daar heeft het maatschappelijk verkeer op.
Wat een softe sanctie.
Deze AA’s gelijk levenslang royeren.
Een AA die werkt als belastingadviseur?
Als je iets mankeert aan je ogen ga je naar de oogarts toch ook niet een dierenarts?
Fraude door accountants moet keihard worden afgestraft
gelijk voorgoed uitschrijven die accountants, zet er ook even de namen daar heeft het maatschappelijk verkeer recht op
Deze accountants strafrechtelijk aanpakken plus een levenslang beroepsverbod opleggen