Minister Kamp ziet geen toegevoegde waarde in een startkrediet voor beginnende kredietunies. Dat schrijft Kamp in een brief aan de Tweede Kamer als reactie op de motie van de Kamerleden Groot (PvdA) en Omtzigt (CDA).
Dat schrijft Kamp in een brief aan de Tweede Kamer als reactie op de motie van de Kamerleden Groot (PvdA) en Omtzigt (CDA). De motie verzoekt de regering te kijken of het mogelijk is aan beginnende kredietunies de eerste paar jaar een gericht opstartkrediet in de vorm van een achtergestelde lening te verstrekken. Kamp ziet geen toegevoegde waarde van een dergelijk opstartkrediet.
“Op dit moment worden door kredietunies nog maar in beperkte mate kredieten verstrekt. Daarom is het van belang dat de reeds actieve kredietunies snel hun kredietverlening kunnen uitbreiden. Mijn beleid richt zich in deze fase daarom primair op het versterken van actieve kredietunies. Ik ben bereid om actieve kredietunies te ondersteunen bij het bereiken van een adequate omvang door extra middelen beschikbaar te stellen voor kredietunieoverstijgende activiteiten. Gedacht kan worden aan activiteiten ter vergroting van de bekendheid bij bedrijven die financiering zoeken en bij (potentiële) investeerders. Ook activiteiten ter verbetering van het kredietproces en de organisatie van kredietunies kunnen in aanmerking komen voor ondersteuning. Dit stelt kredietunies vervolgens in staat om een beroep te doen op de borgstellingsregeling voor het mkb, zodat kredietunies een duurzame en substantiële kredietverlening aan het mkb kunnen realiseren. Over de concrete invulling van genoemde maatregelen ben ik in gesprek met reeds actieve kredietunies. In het licht van bovenstaande zie ik geen toegevoegde waarde in het idee van een startkrediet en ontraad ik de motie van de leden Groot en Omtzigt.”
Geef een reactie