Wie dacht dat er met het einde van het melkquotum per 1 april jl. melkveehouders oneindig zouden kunnen groeien moet teleurgesteld uitkomen. Er komt een nieuw systeem om de toename van de hoeveelheid fosfaat van melkvee te begrenzen. Voor elk melkveebedrijf wordt een maximaal per jaar te produceren hoeveelheid fosfaat vastgesteld. Die vastgestelde fosfaatproductie zal in de vorm van fosfaatrechten aan het betreffende bedrijf worden toegekend. Het is de bedoeling dat de fosfaatrechten verhandelbaar zijn. Dat schrijft staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken donderdag 2 juli 2015 in een brief aan de Tweede Kamer.
Volgens Dijksma is het de melkveehouderij niet gelukt om onder het productieplafond voor fosfaat te blijven. Fosfaat is een bestanddeel van mest. Daarom komt er wat zij noemt ‘een begrenzende oplossing.’ Dat is nodig om te kunnen blijven voldoien aan Europese regels en om de ‘ontwikkeling van bedrijven binnen de randvoorwaarden van diergezondheid, dierenwelzijn en milieu mogelijk te maken.’
Fosfaatplafond
De voorlopige productie van fosfaat in de veehouderij komt volgens cijfers van het CBS over 2014 uit op 172,3 miljoen kilo. Dat is nog maar net onder het maximum van 172,9 miljoen kilo waar Nederland op grond van Europese regels aan gehouden is. De Nederlandse melkveehouders hebben met een productie van 86,1 miljoen kilo hun plafond al overschreden. De aangekondigde maatregelen moeten de fosfaatproductie in de melkveehouderij terug brengen binnen het plafond van 84,9 miljoen kilo.
Peildatum en referentiejaar
Uitgangspunt van de toekenning van fosfaatrechten aan een melkveebedrijf is het gemiddeld aantal stuks melkvee in 2014, het referentiejaar. Wijzigingen die tussen 2014 en 2 juli, het moment van verzending van deze brief van de staatssecretaris aan de Kamer, nog hebben plaatsgevonden, kunnen bij de toekenning van fosfaatrechten nog worden meegenomen. Jaarlijks wordt op basis van het gemiddelde aantal gehouden stuks vee een fosfaatproductie berekend. Bedrijven moeten over voldoende rechten beschikken om die productie te verantwoorden. Bij onvoldoende fosfaatrechten volgt een boete om eventueel voordeel van de overtreding teniet te doen. Melkveehouders kunnen onder voorwaarden door gerichte maatregelen (bijvoorbeeld door fosfaatarm voer) de gemiddelde fosfaatproductie van hun koeien beperken waardoor ze dan meer koeien kunnen houden. Voor dergelijke bedrijfsspecifieke verantwoording ligt het gebruik van de Kringloopwijzer het meest voor de hand. Hierdoor kunnen bedrijven sturen op mineralen. De zuivelketen heeft recent aangekondigd de kringloopwijzer per 1 januari 2016 verplicht te stellen en toont hiermee haar verantwoordelijkheid te willen nemen.
Verhandelbaarheid
Fosfaatrechten geven uitsluitend het recht om fosfaat met melkvee te produceren. Om ontwikkeling van individuele bedrijven mogelijk te maken zal, analoog aan het stelsel van productierechten voor varkens en pluimvee, verhandelbaarheid van fosfaatrechten toegelaten worden. Hieraan kunnen nadere voorwaarden worden gesteld. De toegekende fosfaatrechten zijn niet uitwisselbaar met de productierechten voor varkens en pluimvee.
Afroming
Het sectorale fosfaatproductieplafond van 84,9 miljoen kilo zal worden opgenomen in de wet. De wet zal het ook mogelijk maken fosfaatproductierechten af te romen om binnen het sectorplafond te blijven. Staatssecretaris Dijksma onderzoekt de mogelijkheden om bij afroming rekening te houden met de bijdrage van de bedrijven aan de overschrijding van het plafond.
Overeenstemming met sectororganisaties
Over dit nieuwe systeem heeft de staatssecretaris overleg gevoerd met LTO Nederland, NZO, NMV NAJK en de Stichting Natuur en Milieu. Met de sectororganisaties is overeenstemming bereikt over dit plan. Met alle betrokken organisaties zal de staatssecretaris een regiegroep vormen om het systeem nader uit te werken en in de wet vast te leggen.
Geef een reactie