De Jong & Laan werkt vandaag de dag met 700 medewerkers vanuit 24 kantoren, met CEO Johan Evers aan het hoofd. ‘Wij zijn begonnen als kantorennetwerk in Overijssel ‒ daar ligt onze oorsprong ‒ maar we zijn daarna doorgegroeid naar een middelgrote regionale organisatie, met kantoren van Groningen tot Arnhem en van Emmeloord tot Enschede. In dit marktgebied is er voor ons genoeg te doen.’ De komende jaren zet het kantoor vol in op stevige groei van de controlepraktijk. ‘ Daar ligt volgens Evers nog heel wat potentieel.
Wie Johan Evers spreekt, weet het direct: dit is een geboren en getogen oosterling, met de bijbehorende nuchterheid. Waarschijnlijk een beetje wars van hiërarchie. Die aanname blijkt te kloppen. ‘Dat heb ik van huis uit ook meegekregen. Net zoals het feit dat je de dingen die je doet, optimaal moet doen. Je moet respectvol met mensen omgaan. Wij zijn nadrukkelijk een mensenorganisatie en dat betekent dat je je relaties goed onderhoudt. Dat proberen we ook binnen ons bedrijf te doen: maak het niet zo ingewikkeld, trek je mensen overal genoeg in mee en afspraak is afspraak. Als bij ons een vergadering om 8.30 uur begint, dan begint-ie ook om 8.30 uur en niet om 9.00 uur. Iedereen ís er dan ook. Het maakt bij ons ook niet uit of je partner bent of niet ‒ je werkt samen aan het zelfde doel. Natuurlijk zijn er wel verschillen in verantwoordelijkheid, maar dat is inherent aan de verschillende functies. We gaan allemaal respectvol met elkaar om. Ik zeg ook altijd: ga met mensen om zoals je wilt dat ze met jou omgaan.’
Dit interview maakt deel uit van een serie interviews in Accountancy Vanmorgen nr 3 van deze maand. Ga voor een abonnement naar abonnement Accountancy Vanmorgen |
Waar staat jullie kantoor over vijf jaar?
‘De komende jaren zetten wij zwaar in op de controlepraktijk’, klinkt het directe antwoord. ‘Daar kunnen we slagen maken, we hebben kwaliteit en volume, veel controleklanten, we hebben geïnvesteerd in toekomstbestendigheid van de controleprocessen en in bezetting. De markt ontwikkelt en wij ontwikkelen mee. Het betekent wel dat je heel scherp moet zijn en ook zo moet ondernemen.
Belangrijk uitgangspunt voor ons is het in stand houden van ons kantorennetwerk. De afzonderlijke kantoren hebben hun eigen verantwoordelijkheid en hun eigen marktgebied. Je bent zo goed bereikbaar en zichtbaar voor je klanten; dat stelt men op prijs.
Belangrijk uitgangspunt voor ons is het in stand houden van ons kantorennetwerk. De afzonderlijke kantoren hebben hun eigen verantwoordelijkheid en hun eigen marktgebied. Je bent zo goed bereikbaar en zichtbaar voor je klanten; dat stelt men op prijs. Daarnaast kijken we welke diensten we nu aan onze klanten aanbieden en hoe we dat kunnen verbreden. En ja, dat gebeurt ook in de vorm van co-creatie met klanten. Hierdoor hebben we ‒ vergeleken met het verleden ‒ meer contact met onze klanten over waar we met ons bedrijf naartoe willen. Daar krijg je veel inspiratie van.’
Wat is uw visie op de accountancybranche over vijf jaar?
‘We zijn een nieuw tijdperk in de accountancy ingegaan; als beroepsgroep maken we een wezenlijke verandering door. Kwalitatief hoogwaardige dienstverlening en herstel van vertrouwen zijn essentieel om ook over vijf jaar voldoende bestaansrecht te hebben. Digitale aangiften, communicatie met klanten via portals, apps, social media en e-mail; het is niet meer weg te denken. Verdergaande digitalisering zal de bedrijfsvoering op kantoren nog meer raken, waardoor er efficiënter kan worden gewerkt. Dat ziet de klant ook, die op zijn beurt de vertaalslag maakt naar de prijs die hij wil betalen voor de dienstverlening van zijn accountant. Kortom, accountants moeten hun rol de komende jaren anders gaan invullen om dit op te vangen.’ Klanten willen (ook over vijf jaar) zoveel mogelijk zekerheid over hun financiële prestaties. Evers: ‘Daarom is het nodig om je meer te verdiepen in de branche van je klant. Met behulp van data-analyse en benchmarks wordt duidelijk waar geld wegloopt bij je klant of waar hij kansen laat liggen. Je klant wil betrouwbare, zo actueel mogelijke cijfers en advies ‒ daar moet je dus voor zorgen. Ook over vijf jaar geldt: houd je klant op de juiste momenten een spiegel voor en denk met hem mee; dáár heeft je klant wat aan en daar wil hij ook voor betalen.’
Wat zijn voor u persoonlijk belangrijke beslismomenten geweest?
‘Ik wist destijds niet dat ik accountant wilde worden, maar tijdens een voorlichtingsdag over accountancy werd ik geraakt door iemand die daarover vol enthousiasme een presentatie gaf. Ik had als middelbare scholier natuurlijk geen kaas gegeten van accountancy, maar toen ik dat enthousiasme proefde dacht ik: dat ga ik doen! Zo ben ik in de accountancy terecht gekomen. Ik ben daarin geen uitzondering; het is voor jonge mensen zo bepalend welke indrukken je in die sfeer opdoet. Daarom besteden wij ook altijd veel zorg aan stagiaires; zo is de indruk van de eerste werkdag van een stagiaire cruciaal; dan moet alles kloppen, er mag niets misgaan. Een net bureau en mooi welkomstboeket, apparatuur die het doet, inloggegevens die voor handen zijn; daar moet je heel bewust mee bezig zijn.’ Evers legt uit dat jonge mensen binnen zijn organisatie sterk gestimuleerd worden om zich verder te ontwikkelen: ‘We geven mensen net een jaar eerder een kans dan dat ze er eigenlijk aan toe zijn. Wij zeggen: ze zijn goed opgeleid, communicatief vaardig, intelligent, kunnen met mensen omgaan. Als wij hen daarbij goed coachen, kunnen ze een sprong maken in hun carrière; dat gaat bijna nooit mis.’ Dit koesteren van jong talent is iets wat Evers na aan het hart ligt: ‘Je moet jonge mensen helpen in hun carrière, niet dwarsbomen! Ik vind dat je ze kansen moet geven, laat ze maar vrij. Neem ze zo gauw mogelijk mee naar klanten ‒ dat boeit ‒ en ga ze niet vastzetten op kantoor. Die klant snapt heus wel dat onze jonge medewerker tegenover hem nog niet de vergelijkbare bagage heeft van iemand die al tien jaar in de praktijk zit. Maar als die klant het enthousiasme van hem of haar proeft, dan is het goed. Je helpt jonge mensen zo om heel snel stappen te maken. Voor mensen die horizontaal bij ons instromen, merken wij dat ze de combinatie van het mensgerichte en het werken op kwalitatief hoog niveau heel erg prettig vinden. Vooral voor nieuwe collega’s in de controlepraktijk is dit vaak echt een pluspunt.’
Van welk ander bedrijf zou je CEO willen zijn?
Over die vraagt denkt Evers even na. ‘Als ik in productiebedrijven kom, kan ik daar enorm van genieten. Wij zijn zelf natuurlijk een zakelijke dienstverlener met een veel minder tastbaar product. Ik zou daarom zelf wel een mooi product willen maken; bijvoorbeeld specifieke machines, producten met hoogwaardige technologie.’
Geef een reactie