Minister Dijsselbloem van financiën heeft de Tweede Kamer de antwoorden op de vragen en opmerkingen van de leden van de fracties van de VVD, de PvdA, het CDA en D66 over de kantoorroulatie van accountants gestuurd.
Uit een analyse van twee advocaten van Nauta Dutilh bleek vorige week dat er een mogelijke tegenstrijdigheid zat in de Nederlandse wetgeving ten opzichte van de Europese wetgeving over de verplichte kantoorroulatie. De Nederlandse wet verplicht de organisaties van openbaar belang (OOB’s) om voor 1 januari 2016 van kantoor te wisselen. De Europese wetgeving geeft bedrijven vanaf de ingangsdatum van 16 juni 2014 nog tien jaar de tijd om te wisselen. Naar aanleiding van de analyse van Nauta Dutilh hebben Kamerleden Pieter Omtzigt (CDA) en Aukje de Vries (VVD) Kamervragen gesteld aan de minister van Financiën. Uit de antwoorden op die Kamervragen blijkt dat alleen de EU-Verordening van toepassing zal zijn op de roulatieplicht voor accountantsorganisaties ten aanzien van wettelijke controles van OOB’s. Minister Dijsselbloem wilde vorige week dinsdag de reparatiewetgeving in stemming brengen, maar Kamerlid Pieter Omtzigt vroeg uitstel van de stemming aan, zodat de minister eerst de vragen die leven bij de Kamerleden kan beantwoorden.
Inmiddels heeft de minister de nota naar aanleiding van het verslag verstrekt aan de Tweede Kamer. In de nota gaat de minister verder in op (de regelgeving op) de roulatieplicht. ‘De EU-Verordening gaat uit van een standaardtermijn van 10 jaar voor kantoorroulatie, waarna een afkoelingsperiode van vier jaar geldt. Lidstaten kunnen daarvan afwijken maar als zij daarover niets regelen, geldt de standaardtermijn van 10 jaar. Nu de Nederlandse regeling met betrekking tot de kantoorroulatie komt te vervallen en de EU-Verordening rechtstreekse werking heeft, zal de termijn van 10 jaar rechtstreeks in Nederland gelden.’
Claims
De minister is niet bang voor claims van bedrijven, zowel van gecontroleerde bedrijven als van accountantskantoren. ’Het zou strijdig zijn met de ratio van de invoering van de kantoorroulatie in de EU-Verordening – de versterking van de onafhankelijkheid – als de lidstaten die al eerder de kantoorroulatie hebben ingevoerd of voornemens waren in te voeren, daardoor gehinderd worden. Er lijkt daarom geen grond voor claims.’
Kosten
Dijsselbloem kan niet aangeven of er extra kosten zijn gemaakt door bedrijfsleven door het foutief invoeren van de nieuwe regels voor accountants en het onder te hoge druk en te snel wisselen van accountantskantoor. ‘Het is niet bekend wat het aantal wisselingen is dat heeft plaatsgevonden vooruitlopend op de Nederlandse en EU-regelgeving en wat de kosten hiervan zijn. Ondernemingen zouden op grond van de EU-Verordening in ieder geval ook hebben moeten rouleren, zij het op een later moment. In die zin kan niet worden aangegeven of en in welke mate er bij de roulaties die al hebben plaatsgevonden sprake is geweest van extra kosten. Uit onderzoek van Eumedion blijkt dat de audit fees voor de tijdens de afgelopen jaren nieuw afgesloten controleopdrachten in veel gevallen naar beneden zijn bijgesteld.’
Geef een reactie