De Samenwerking Vennootschapsbelasting Lokale Overheden (SVLO) heeft een notitie Winstoogmerk gepubliceerd. In de notitie wordt de winstoogmerktoets onderverdeeld in een viertal stappen. Per stap zijn ter verduidelijking één of meer voorbeelden opgenomen.
Op basis van de Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen geldt per 1 januari 2016 belastingplicht voor overheidsondernemingen. Gemeenten, provincies, waterschappen, maar ook andere publiekrechtelijke lichamen en overheidsstichtingen en –verenigingen zullen in dat kader per activiteit moeten beoordelen of met de uitoefening van de betreffende activiteit een onderneming in fiscaalrechtelijke zin wordt gedreven. Voor de vraag of een activiteit (dan wel een clustering van meerdere activiteiten, zie hiervoor het afbakeningsschema) voor fiscale doeleinden kwalificeert als onderneming, is van belang om vast te stellen of sprake is van:
- een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid,
- waarmee wordt deelgenomen aan het economische verkeer,
- en waarmee winst wordt beoogd/behaald.
De notitie geeft een toelichting op de derde voorwaarde (in relatie tot de Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen).
Subsidies
Ontvangen subsidies zijn in het algemeen voor de winstoogmerktoets ‘opbrengsten’. Hierdoor kunnen structureel vermogensoverschotten ontstaan (= winststreven). Er geldt een uitzondering als instellingen aan bepaalde, cumulatief gestelde voorwaarden voldoen:
- overschot terugbetalen of aanwenden conform subsidiedoeleinden
- meer dan 70% van inkomsten is subsidie
Gelet op de vele activiteiten kunnen publiekrechtelijke rechtspersonen hieraan niet voldoen.
VNG-verzoek
De VNG ontvangt graag voorbeelden van situaties waarin sprake is van een activiteit of clustering van activiteiten waarvoor subsidie is ontvangen, waarbij op (geclusterd) activiteitenniveau wel aan de voorwaarden wordt voldaan, maar op instellingsniveau (gemeenteniveau) niet. Cijfermatige voorbeelden kunnen gestuurd worden naar belastingen@vng.nl.
Geef een reactie