Het ministerie van Financiën heeft de uitvoeringstoetsen van de wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen gepubliceerd. Ze bevatten een beschrijving van de gevolgen die de wet naar verwachting zal hebben voor de uitvoering door de Belastingdienst.
Pensioen in eigen beheer
Ten behoeve van de afschaffing van het pensioen in eigen beheer wordt een gefaciliteerde beëindiging
voorgesteld. Dit betekent dat de reeds opgebouwde verplichtingen met ingang van 1 januari 2017 worden
bevroren. Verdere dotaties zijn niet langer mogelijk. De bestaande aanspraken moeten nog wel actuarieel
worden gewaardeerd. Het verschil tussen de commerciële en fiscale waarde blijft bestaan. De directeur-grootaandeelhouder (dga) krijgt gedurende een periode van drie jaar de mogelijkheid geboden zijn
opgebouwde (en inmiddels bevroren) pensioenaanspraak af te kopen.
Gezien de beperkte doelgroep (ca. 162.000 dga’s) en periode wordt gekozen om de informatieverplichting via een formulier op de Belastingdienstwebsite te laten lopen. Dit formulier wordt binnen het massale proces van de Belastingdienst ontwikkeld en verwerkt.
Uitkeringen die ingaan per de eerste dag van de maand
Voorstel is om de fiscale regels voor het nabestaandenpensioen met de praktijk in overeenstemming te brengen en te regelen dat het nabestaandenpensioen zonder fiscale implicaties mag worden uitbetaald over de gehele maand waarin de werknemer is overleden. De beoogde invoeringsdatum hiervan is 1 januari 2017. In veel pensioenregelingen staat dat het ouderdomspensioen ingaat op de eerste dag van de maand waarin de werknemer de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt. Volgens de wet moet het pensioen in dat geval worden herrekend, omdat het eerder ingaat dan de 67-jarige leeftijd. Bij beleidsbesluit is goedgekeurd dat geen herrekening hoeft plaats te vinden voor zover deze ziet op de periode tussen de eerste dag van de maand waarin en de dag waarop de pensioenrichtleeftijd wordt bereikt. Voorstel is om deze goedkeuring in de wet vast te leggen. De beoogde invoeringsdatum is 1 januari 2017. De goedkeuring kan dan vervallen.
De verwachting is dat de communicatie over deze onderwerpen richting de pensioengerechtigden grotendeels via de Pensioenfederatie en het Verbond van Verzekeraars loopt. De Belastingdienst communiceert zelf regelmatig met deze partijen en zal ook zelf over deze maatregel communiceren.
100%-grens en de daarvan afgeleide grenzen
De 100%-grens houdt in dat het ouderdomspensioen inclusief AOW niet meer mag zijn dan 100% van het laatstverdiende pensioengevend loon. Voor het partneren wezenpensioen gelden afgeleide grenzen. Op deze grenzen zijn veel uitzonderingen gemaakt. Voorstel is om de 100%-grens en de daarvan afgeleide grenzen af te schaffen.
Het voorstel is ingebracht door de Pensioenfederatie en het Verbond van Verzekeraars. De toets of voldaan wordt aan de 100%-grens is door de jaren heen zeer complex geworden, terwijl overschrijding van de 100%-grens bijna niet meer voorkomt. Door het voorstel hoeven zij geen vragen meer te stellen aan de Belastingdienst over de 100%-grens. De verwachting is dat de communicatie over deze onderwerpen richting de pensioengerechtigden grotendeels via de Pensioenfederatie en het Verbond van Verzekeraars loopt. De Belastingdienst communiceert zelf regelmatig met deze partijen en zal ook zelf over deze maatregel communiceren.
Doorwerkvereiste
Het doorwerkvereiste houdt in dat een werknemer de ingangsdatum van zijn pensioenuitkering alleen kan uitstellen als hij blijft werken. Dit heeft tot gevolg dat de ingangsdatum van de pensioenuitkering en de AOWuitkering niet in alle gevallen gelijk zijn. Door het doorwerkvereiste af te schaffen, wordt het wettelijk mogelijk gemaakt de pensioeningangsdatum en de AOW-datum te harmoniseren als de deelnemer aan de pensioenregeling niet meer werkzaam is vóór de AOWdatum en in de pensioenregeling nog steeds een eerdere pensioeningangsdatum is opgenomen. Het doorwerkvereiste wordt geheel afgeschaft, dat wil zeggen zowel voor als na de AOW-datum.
Omvang van het nabestaandenoverbruggingspensioen
De maximale omvang van het nabestaandenoverbruggingspensioen voor volle wezen en halfwezen is gekoppeld aan de Algemene nabestaandenwet (Anw). Door de Wet hervorming kindregelingen is de extra Anw-uitkering die een nabestaande ontvangt, omdat de halfwees tot zijn huishouden behoort, komen te vervallen. Daardoor is het strikt genomen niet meer mogelijk een nabestaandenoverbruggingspensioen voor halfwezen op te bouwen. Dit is een onbedoeld gevolg van de Wet hervorming kindregelingen. Met het voorstel wordt mogelijk gemaakt nabestaandenoverbruggingspensioen voor halfwezen op te bouwen.
Beleggingsondernemingen als toegelaten aanbieder voor lijfrenteproducten
In het wetsvoorstel wordt geregeld dat beleggingsondernemingen ook toegelaten worden als aanbieders van fiscaal gefaciliteerde lijfrenteproducten (lijfrenterekeningen). Er komen circa 20 – 40 extra aanbieders van lijfrenteproducten bij. Deze extra aanbieders moeten voldoen aan de voorwaarden waaraan ook de huidige aanbieders van lijfrenteproducten moeten voldoen. Hiervoor wordt door de Belastingdienst desgevraagd ondersteuning geboden. De betreffende gegevensstroom wordt binnen enkele jaren gemoderniseerd naar een nieuw format.
De aanpassingen kunnen niet meer worden verwerkt in de toelichting bij de aanvraag voor een voorlopige aanslag voor 2017, wel in de toelichting bij de aangifte 2017.
Eindoordeel
De Belastingdienst heeft beoordeeld dat alle voorstellen toepasbaar zijn.
Geef een reactie