De vertrekregeling van de Belastingdienst liep storm, maar met de verkeerde mensen. ‘Het ligt mij ook als een steen op de maag’, zei staatssecretaris Wiebes van Financiën woensdag tijdens het debat over de begroting van volgend jaar. ‘Maar dit recht ligt verankerd in de wet. Je kunt het mensen niet kwalijk nemen dat ze er gebruik van maken.’
70 miljoen euro. Dat zijn de extra uitgaven die gepaard gaan met de populariteit van de vertrekregeling. Het bedrag voor de vertrekregeling valt hoger uit, omdat de belangstelling voor de vrijwillige vertrekregeling groter was dan de verwachte 5000 fte. Juist beter betaalde, hoger opgeleide, maar ook oudere werknemers hebben zich gemeld. Ook moet de Belastingdienst een boete betalen, omdat ze de RVU-heffing (Regeling Vervroegde Uittreding) niet juist hebben toegepast. Dit bedrag ligt tussen de 150 tot 200 miljoen euro.
Steen op de maag
‘Het ligt mij ook als een steen op de maag’, zegt de staatssecretaris over de extra uitgaven die de dienst moet maken. ‘Maar dit recht ligt verankerd in de wet. Je kunt het mensen niet kwalijk nemen dat ze er gebruik van maken.’ Tweede Kamerlid Nijboer vindt het verspilling van overheidsgeld dat mensen die bijna met pensioen gaan een flink bedrag mee krijgen. Wiebes geeft toe dat het pijnlijk is: ‘Het proces is niet netjes gevolgd.’
De leden Omtzigt, Koolmees en Dijkgraaf willen de onderste steen boven halen en eisen inzage in het stuk dat ten grondslag lag aan de riante vertrekregeling.
Fouten in totstandkoming regeling
De staatssecretaris schreef eerder deze week in zijn brief aan de Tweede Kamer over de totstandkoming van de vertrekregeling bij de Belastingdienst dat er een aantal zaken fout zijn gegaan. Zo waren de ramingen van de uitstroom, zowel qua aantallen, vertrekmoment als waar het gaat om de verdeling over de functieniveaus en de leeftijdsgroepen, gebaseerd op onjuiste veronderstellingen, zoals de verwachting dat de 4.800 fte uitstroom niet overschreden zou worden. Dit maximum is vervolgens niet in het juridisch kader vastgelegd, waardoor een hogere overschrijding van de uitstroom mogelijk was. Ook had rekening gehouden moeten worden met de risicofactor van de eerdergenoemde RVU-heffing door deze te verwerken in het budget. Tevens is het proces rond de budgetvrijgave niet goed doorlopen. In dit proces is duidelijk geworden dat bij de Belastingdienst een cultuur bestond om zaken die primair de Belastingdienst aangaan, dicht bij zichzelf te houden, passend in een lange geschiedenis van autonomie. Andere betrokken partijen zijn volgens de staatssecretaris daardoor soms niet of pas achteraf betrokken bij de besluitvorming.
Geef een reactie