Het dispuut tussen SRA en de Commissie Eindtermen Accountantsopleiding (CEA) over de urennormen in de praktijkopleiding is vooralsnog niet beslecht. SRA heeft aangegeven naar de civiele rechter te stappen en daarmee blijft het onduidelijk of de huidige normen in de nabije toekomst gaan veranderen.
Dat is niet in het belang van trainees in de praktijkopleidingen en evenmin van medewerkers van kantoren die hun praktijkopleiding nog moeten starten. Zij weten immers niet met zekerheid wat de normen zijn waaraan ze uiteindelijk moeten voldoen. Zo kan een medewerker niet starten in de hoop dat de normen verlaagd worden; maar het kan ook zijn dat een trainee en zijn kantoor veel moeite doen om de urennorm te realiseren terwijl dat achteraf niet nodig blijkt.
Ik heb te weinig zicht op de RA-opleiding (praktijkopleiding assurance) om een oordeel over de haalbaarheid van de urennorm te kunnen vellen. Voor de AA-opleiding (praktijkopleiding accountancy-MKB) zie ik echter minder problemen dan de SRA.
Kantoren zonder assurance-opdrachten niet geschikt voor praktijkopleiding
Natuurlijk, er zijn kantoren die geen enkele assurance verstrekken. Deze kantoren zijn dan niet geschikt als volledige praktijkopleidingsplaats voor toekomstige accountants. Dat wil niet zeggen dat het slechte kantoren zijn. Het zegt wel dat de trainee daar ‘het vak’ niet in zijn volle breedte kan leren. Net zoals dat geldt voor een administratiekantoor. Terwijl er toch ook kwalitatief zeer hoogstaande administratiekantoren zijn.
Assurance-opdrachten toch vaker binnen bereik kantoor
Is er op kantoor sprake van assurance, dan blijkt het ‘probleem’ in het algemeen oplosbaar. Dat merk ik in elk geval in de vele gesprekken die ik met kantoren en trainees heb gevoerd. In die gesprekken komen we wel elke keer tot de conclusie dat het belangrijk is dat het kantoor een beleid ontwikkelt. In combinatie met de begeleidingsdagen blijkt het dan wel mogelijk om zowel de urennorm als de norm van twee overige assurance-opdrachten per jaar, te realiseren.
In die gesprekken hebben we diverse oplossingsrichtingen bekeken en ook gerealiseerd. Enkele voorbeelden:
- Een kantoor dat prognoses altijd zonder assurance verstrekt, gaat prognoses wel met assurance verstrekken. De extra kosten hiervan worden niet doorbelast aan de klant, maar ziet het kantoor als opleidingskosten.
- Een trainee die kritisch door de opdrachtenportefeuille liep, kwam tot de conclusie dat er opdrachten bij zaten die eigenlijk assurance-opdrachten waren, maar niet als zodanig werden uitgevoerd. Het kantoor heeft hierop actie ondernomen.
- Een kantoor met een beperkt aantal beoordelingsopdrachten, gaat ervoor kiezen om jaarlijks één trainee in de praktijkopleiding in te laten stromen. Op deze manier kan een eerstejaarstrainee een deel van de uitvoerende werkzaamheden verrichten, terwijl een derdejaars die beoordelingsopdracht uitvoert op eindverantwoordelijk niveau voor de afronding van de praktijkopleiding.
- Een kantoor denkt na over de plaats van overige assurance-opdrachten in de organisatie: moeten deze altijd door de auditafdeling worden uitgevoerd, of kan een deel van de opdrachten worden overgebracht naar de samenstelpraktijk?
Urennorm mag grote kantoren niet bevoordelen
Ik deel de mening van SRA dat het niet zo mag zijn dat de urennorm de grote kantoren bevoordeelt, omdat kleinere kantoren geen praktijkopleidingsplaats kunnen bieden. Kleinere kantoren worden zo op achterstand gezet bij het werven van nieuwe medewerkers. De vraag is of dat niet vooral een probleem is dat speelt in de praktijkopleiding assurance? De simulaties voor de jaarrekeningcontrole, ooit opgezet ten behoeve van trainees bij kleine kantoren zonder AFM-vergunning, zouden dan een goede rol kunnen spelen in het oplossen van dit probleem. Bijkomend voordeel is dat deze simulaties een groot leereffect hebben, omdat de trainees zelfstandig het gehele proces (van opdrachtaanvaarding tot verklaring) moeten doorlopen.
Voor de praktijkopleiding Accountancy-MKB lijkt het mij zinvoller als de energie wordt gericht op het opstellen van een beleid hoe de (beperkte) portefeuille assuranceopdrachten eventueel kan worden uitgebreid en structureel worden verdeeld over zittende en toekomstige trainees.
Drs. Jurroen Cluitmans
Geef een reactie