10 jaar geleden definieerde de commissie Verdiesen kwaliteit als de naleving van wet- en regelgeving. Ik was verbaasd en nogal teleurgesteld. Even een parallel; als mijn auto een APK heeft gehad en de monteur komt me blij vertellen dat hij alle lijstjes perfect heeft ingevuld, kijk ik hem raar aan. Als mijn tussenpersoon een financiering voor me gaat regelen, geloof ik wel dat hij vijf formulieren moet invullen en vijftig regels van de AFM in de gaten moet houden. Maar ik heb er vooral behoefte aan dat hij voor mij snel de meest geschikte opties op een rij kan zetten. En dat hij – zodra de keuze gemaakt is ‒ de afhandeling vlot regelt.
Natuurlijk zijn bij accountants zaken als dossiervorming, waarneming die geregeld is, een goede aansprakelijkheidsverzekering, PE-plicht en de toetsing op naleving van dit alles ook belangrijk. Deze formaliteiten zijn echter meer randvoorwaarden voor kwalitatieve dienstverlening dan dat zij de kern van kwalitatieve dienstverlening vormen.
De NBA kijkt bij het vormgeven van (de waarborging van) kwaliteit soms naar punten die mij verbazen. Bijvoorbeeld:
- de verplichting om een samenstellingsverklaring af te geven bij microrechtspersonen en SBR-kredietrapportages;
- het min of meer verbieden van samenwerking tussen accountants- en administratiekantoren;
- het hoge verplichte aantal assurance-uren bij de trainees die de MKB-richting volgen (ik hoor de NBA hier niet over).
Is dat kwaliteit? Nog iets gewaagder: het aftoetsen van een kantoor op basis van enkele formele fouten in de jaarrekening (niet helemaal juist geformuleerde grondslagen, onder handen projecten onderhanden werken noemen, etc.), terwijl ‘het juiste beeld van de jaarrekening’ voor de relevante gebruikers prima in orde is.
Ik hoop niet dat de NBA zich, in navolging van Novak, meer gaat richten op het bouwen en in stand houden van een sterk, exclusief logo dan dat zij zich bemoeit met de belangen van het maatschappelijk verkeer. Of is dit een onjuiste tegenstelling? Ik vind het belangrijk hoe het MKB de kwaliteit van een accountant percipieert. Een paar elementen kan ik wel raden: kijkt de accountant alleen terug of ook vooruit? Heeft de accountant zich in het bedrijf en de branche verdiept, zodat hij of zij scherp mee kan denken? Faciliteert de accountant actuele(re) informatievoorziening, waar nodig – c.q. waar mogelijk – voorzien van attentiepunten? Zijn de doorlooptijden van de processen kort en worden afspraken nagekomen? Wordt de uitloop van werkzaamheden gecommuniceerd?
De NBA is met de achterban in gesprek over de toekomst. Het lijkt duidelijk dat er een beweging is van jaarlijkse verslaggeving naar meer continue informatievoorziening; ten behoeve van het management en naar derden toe. Producten als loonstrookjes en aangiften zullen nog even blijven bestaan, maar ook hier verschuift de nadruk van de producten zelf naar de onderliggende processen en informatiestromen. De NBA zal zeker ondernemers en andere belanghebbenden blijven vragen wat ze belangrijk vinden, hoe zij aankijken tegen kwalitatieve dienstverlening van een accountant. Gokje: ik vermoed dat deze in een complexe en snelle samenleving ook in de toekomst waarde zullen hechten aan een accountant die meer in de actualiteit werkt, de (financiële) informatiestromen en -voorziening in de greep houdt en daarbij fungeert als klankbord voor de ondernemer. Ik hoop dat we als beroepsgroep ook de kwalitatieve randvoorwaarden en doelen hier meer op gaan richten.
Freek Zandbergen AA, verbonden aan Fiscount
Dit is één van de columns die afgelopen maand verscheen in het kwartaalblad Accountancy Vanmorgen. Wilt u alle columns – van o.a. Fou-Khan Tsang, Joris Joppe, Tjako Streefland, Peter Diekman en Vera van Dijk – lezen? Neem dan een abonnement op ons kwartaalblad. Dat kan via deze link: abonnement Accountancy Vanmorgen.
Van Balen zegt
Super verwoord Freek!