In het Nederlandse financiële toezicht spreiden de toezichthouders, zoals De Nederlandsche Bank (DNB), Autoriteit Financiële Markten (AFM) en Bureau Financieel Toezicht (BFT) weinig creativiteit ten toon. Hun uitingen rinkelen van de bekende criminaliteitsbestrijdingsmantra’s als:
- poortwachter
- identificeren en analyseren van integriteitsrisico’s
- beheerste en integere uitoefening van het bedrijf
Het lijkt er op dat zij en het ministerie van financiën voortdurend van alles van elkaar overschrijven. Gevreesd moet worden dat zelf denken er niet meer bij is. Nog erger:
de toezichthouders denken dat concepten die zijn ontwikkeld voor grootbanken ook geschikt zijn voor kleine en middelgrote ondernemingen met geheel andere bedrijfsactiviteiten. De activiteiten van een grootbank zijn toch echt heel anders dan van een kleine of middelgrote accountantsorganisatie.
Ook bevreemdend is dat deze toezichthouders verwachten dat hun ondertoezichtgestelden niet alleen Nederlandse en Europese regelgeving naleven. Zij verwachten dat ‘internationale regelgeving’ wordt nageleefd, terwijl deze in strijd kan zijn met Nederlands of Europees recht.
Brief AFM
Aanleiding voor het bovenstaande is de brief van 7 november jl. van de AFM waarin accountantsorganisaties die wettelijke controles uitvoeren worden opgeroepen om over te gaan tot een ‘systematische integriteitsanalyse’, oftewel SIRA. Iets wat bedacht is voor banken en nu over heel Nederland wordt uitgerold. Lezing van deze brief leert dat de AFM de financiële mantra’s goed onder te knie heeft en ook dat van enige nadere uitwerking gericht op accountantsorganisaties geen sprake is.
Opmerkelijk is dat de AFM verwacht dat accountantsorganisaties de zogenoemde extraterritoriaal werkende regelgeving naleven, terwijl het nog maar de vraag is of dergelijke regelgeving in overeenstemming is met het internationale recht. De AFM schrijft hierover:
Ook het overtreden van internationale regelgeving behoort tot de integriteitrisico’s. Bekend zijn bijvoorbeeld de extraterritoriale werking van de Amerikaanse sanctie- en anti-corruptiewetgeving en de Engelse anti-corruptiewetgeving.
Extraterritoriaal betekent dat de wetgever van land A zich bemoeit met iets wat uitsluitend in land B plaats vindt en dit is iets waar de Amerikanen goed in zijn. Overigens: zoals het er staat lijkt het erop dat ook rekening moet worden gehouden met door Rusland, Iran of Noord-Korea uitgevaardigde extraterritoriaal werkende sancties. Dat zal de AFM toch niet bedoelen?
Wat een bank kan, kan een accountantsorganisatie ook
De one-size-fits-all benadering wordt door de AFM onderstreept door de verwijzing naar twee brochures van DNB over respectievelijk integriteitrisicoanalyse en ‘good practice integrity risk appetite’. Het ontbreekt mij aan tijd om het poortwachtersproza van DNB te ontleden, maar wel valt op dat DNB zich er in beide brochures makkelijk vanaf maakt. Onder andere door uitgebreid over te nemen uit de 4e Europese antiwitwasrichtlijn, bijvoorbeeld via het overzicht ‘Voorbeelden waar minder kan en waar meer moet‘.
DNB schrijft dat ondertoezichtgestelden op de hoogte dienen te blijven van publicaties van onder meer FATF, Europese Unie, het Internationaal Monetair Fonds, de Wereldbank, nationale en internationale toezichthouders en FIU-Nederland. Denkt de AFM nu werkelijk dat kleine en middelgrote accountantsorganisaties dit gaan doen? Of denkt de AFM dat ‘de markt’ van de naleefkundige leveranciers dit moet gaan aanbieden?
Ook Transparency International wordt door DNB als verplichte informatiebron genoemd. Is dit wel een gezaghebbende bron? Ik heb van hen enkele documenten gelezen waarop ik zeer veel aan te merken had, dus dit lijkt me een onverstandige aanbeveling.
Ik stel voor dat de AFM het huiswerk overdoet en nu een echt op de accountantssector toegesneden document over systematische integriteitsanalyse uitbrengt.
Meer informatie:
- Brief AFM van 7 november 2017.
- De AFM verwijst naar de brochure van DNB over integriteitrisicoanalyseen naar de brochure ‘good practice integrity risk appetite’.
Ellen Timmer is advocaat ondernemingsrecht bij Pellicaan Advocaten. Ze schrijft deze blog op persoonlijke titel.
Geef een reactie