De afgelopen jaren hebben honderden Nederlandse bedrijven geen goedkeurende verklaring gekregen van hun accountant. Dat blijkt uit onderzoek van het FD en databedrijf Company.info. De belangrijkste reden daarvoor is dat de bedrijven hun interne processen onvoldoende beheersen.
Onder de ondernemingen waar de accountant zich heeft onthouden van een oordeel over de jaarcijfers zijn ook grotere bedrijven, schrijft het FD. Voorbeelden daarvan zijn installatiebedrijf Breman (€223 mln omzet), afvalverwerker Vada Dordrecht (€ 117 mln), groente- en fruitgroothandel Roveg (€ 161 mln) en juweliersketen Juma Maastricht (€ 120 mln). Breman kwam afgelopen najaar al in het nieuws omdat PwC weigerde een goedkeurende verklaring te geven over de jaarcijfers 2016 en de goedkeuring over 2015 had ingetrokken. Als de interne beheersing niet voldoet, heeft de accountant onvoldoende middelen om de omzet en de balans te controleren. Er kan sprake zijn van een gebrekkig ICT-systeem of inadequate controles op de goederen- en geldstromen.
Meerdere jaren oordeelonthouding
Company.info deed een steekproef bij ruim 4.400 bedrijven met 50 werknemers of meer. Van die groep kregen er ruim 100 in 2015 een oordeelonthouding. In Nederland zijn er 14.000 bedrijven met meer dan 50 werknemers. Het FD schat het totale aantal bedrijven met een oordeelonthouding daarom op ruim 300. Er zijn ook bedrijven die over meerdere jaren geen goedkeurende verklaring hebben gekregen. Een daarvan is afvaltransporteur Bela Group in Venlo. Die wacht al sinds 2009 op een goedkeurende verklaring van de accountant.
Bij pluimveeslachter N Vriesekoop is zelfs al sinds 2002 sprake van een oordeelonthouding. Volgens het bedrijf is dat vorig jaar veranderd: de nieuwe accountant PKF Wallast zou de jaarrekening hebben goedgekeurd.
Overstappen naar een andere accountant kan ook voor een oordeelonthouding zorgen, stelt groothandel Roveg tegenover het FD. Na een meningsverschil met BDO koos het bedrijf voor Q-Concepts. BDO weigerde toen een goedkeurende verklaring af te geven over de jaarcijfers. Die heeft Q-Concepts inmiddels wel afgegeven.
Opdracht teruggeven
Novak-voorzitter Marco Moling noemt het een ernstige situatie dat zo veel bedrijven geen goedkeurende verklaring krijgen, soms jaren achtereen. “Als een accountant twee of drie keer zo’n oordeelonthouding moet geven, kan hij eigenlijk de opdracht beter teruggeven”, zegt hij tegen het FD. PwC-partner en hoogleraar externe verslaggeving Arjan Brouwer is het wat betreft grote bedrijven met Moling eens. Maar voor kleinere bedrijven. “Daar kan de directeur-grootaandeelhouder zeggen: ik zie alles, ik heb geen formele procedures nodig. Vraag is nog wel of de bank er ook zo over denkt.”
Michiel Werkman zegt
In het ‘kleinere’ MKB betreft het overwegend bedrijven met een familiekarakter of ondernemingen met een of twee DGA’s.
De jaarcijfers dáárvan zijn zelden representatief voor de werkelijke operationele gang van zaken. Hun cijfers worden vooral opgesteld met het oogmerk zo min mogelijk belasting af te hoeven dragen. Voorts is er in veel gevallen sprake van het in de administratie door elkaar lopen van zakelijke en privé kosten én hebben transacties en investeringen niet zelden een onzakelijk karakter.
De controle daarop door accountants- en administratiekantoren schiet regelmatig tekort. In de praktijk blijkt dat wenselijke corrigerende actie door de accountant of administrateur omwille van het behoud van de opdrachtrelatie vaak achterwege blijft. Dit draagt al jaren bij aan intransparantie in dit MKB segment met de nodige “verrassingen” voor leveranciers en financiers. Dit nog los van het feit dat de jaarcijfers vaak (veel) te laat verschijnen en in feite alleen nog maar een “geschiedenisboek” vormen.
Nieuwe technieken zijn al beschikbaar om de werkelijke gang van zaken 24/7 te monitoren. Die kan zowel de ondernemers als hun stakeholders na iedere maand-, of kwartaalafsluiting beter en actueel inzicht geven. Continuiteitsrisico’s worden daarmee tijdiger gesignaleerd om adequate acties te ondernemen teneinde ongewenste situaties te voorkomen. Accountants, administrateurs én de ondernemers zelf moeten die aanpak omarmen om geloofwaardig én optimaal financierbaar te blijven. Vooral nu in het kleinzakelijke segment de aanvragen voor financieringen steeds meer geautomatiseerd worden afgehandeld.’
Zolang financiers genoegen nemen met onduidelijke kwaliteit van (jaar)cijfers dan LIJKT er geen probleem te zijn.
Maar, de realiteit is: het beperkt MKB ondernemers in hun financierbaarheid. Nu en in de toekomst.
Mvrgr Michiel Werkman
CompanyWatch & -Assist