Een waslijst klachten hadden de vennoten van een keukenzaak over de dienstverlening door een AA. Maar de Accountantskamer verklaarde die ongegrond en stuurde ze voor een deel van hun klachten een deurtje verder, naar een andere tuchtrechter. Zaaknummer 17/2189Wtra AK.
Het boterde niet tussen de ondernemers en het accountantskantoor. De keukenmensen wilden een punt zetten achter de relatie. Prima, dan liever meteen uit elkaar, schreef de AA in een mail, en zij bood aan het bijltje er direct bij neer te gooien, het boekjaar 2016 niet meer uit te laten werken en geen fiscaal jaarrapport op te stellen. Het inboeken van de administratie over het laatste kwartaal van 2016 en het eerste kwartaal van 2017 plus het doen aan aangiften omzetbelasting waren al grotendeels in rekening gebracht en betaald. Er restte nog een bedrag van €31,47 op de eindafrekening. En dan zou het over en uit zijn tussen partijen en hoefden ze elkaar nooit meer te zien. Maar die laatste wens kwam niet uit: partijen troffen elkaar weer voor de tuchtrechter.
Trits grieven
Bij de Accountantskamer legde het duo een hele trits grieven neer. Zo zou de AA klagers niet hebben geadviseerd om een voorlopige aanslag inkomstenbelasting 2015 aan te vragen. De aangifte inkomstenbelasting 2015 zou ze te laat hebben ingediend, met als gevolg dat € 2.000 aan belastingrente over 2015 moest worden betaald. Het fiscale bijtellingspercentage voor de bedrijfsauto klopte niet en betrokkene liet na te adviseren aan de fiscale oudedagsreserve (FOR) te doteren. Ook inkloppen kon ze volgens de keukenverkopers niet goed, omdat ze boekingen verkeerd zou hebben gedaan, en de aansluiting van 2015 op 2016 zou niet gemaakt zijn. De AA schatte volgens hen de kwartaalaangiften Btw onzorgvuldig in. Ze had, plat gezegd, meer uit haar neus zitten eten dan dat ze de werkzaamheden voor de vaste prijsafspraak van € 1.850 had verricht, beweerden ze.
Eigen tuchtrecht
De AA liet ter zitting weten dat zij voor klagers geen samenstelwerkzaamheden heeft verricht en niet de fiscale balans en de fiscale winst en verliesrekening heeft opgesteld. Evenmin had zij de aangifte inkomstenbelasting verzorgd. Dat alles was overgelaten aan een administratieconsulent die niet bij de NBA is geregistreerd en naar zeggen van betrokkene werkte onder de gezamenlijke verantwoordelijkheid van haar en haar echtgenoot. De partner staat ingeschreven in het Register Belastingadviseurs en is onderworpen aan eigen tuchtrecht. Onder deze omstandigheden ziet de Accountantskamer geen grond betrokkene tuchtrechtelijk verantwoordelijk te houden voor (beweerde) tekortkomingen in de betreffende werkzaamheden.
Niet aan toegekomen
Het maken van de aansluiting van boekjaar 2015 op boekjaar 2016 wilde betrokkene maken na afloop en afronding van een opvolgend jaar, in dit geval na afloop en afronding van 2016. Nu klagers halverwege 2016 geen gebruik meer wilden maken de diensten van het kantoor, is ze daar niet meer aan toegekomen.
Vanuit de administratie
En dan de aangiften omzetbelasting. Die waren vanuit de administratie opgesteld en per kwartaal werden aan klagers kolommenbalansen verstrekt. Die konden niet aannemelijk maken dat betrokkene onzorgvuldig handelde bij het opstellen van de aangiften omzetbelasting door de omzetbelasting te schatten. En dat de klachtafhandeling onzorgvuldig was, konden ze evenmin hard. Het ergens iet mee eens zijn is geen gelijk hebben, vond de tuchtrechter. Kortom: de keukenverkopers vingen op alle klachtonderdelen bot. En daarmee werd de klacht in z’n geheel ongegrond verklaard.
Geef een reactie