In het tweede kwartaal van 2020 hadden 1,7 miljoen werknemers een flexibele arbeidsrelatie. Dat zijn er 272 duizend minder dan in het tweede kwartaal van 2019. Van het eerste op het tweede kwartaal van 2020 daalde het aantal flexwerknemers met 119 duizend. Deze daling betrof grotendeels flexwerknemers die minder dan een half jaar in dienst waren. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS over de beroepsbevolking in het tweede kwartaal.
Niet eerder voorgekomen
Sinds 2003, het begin van de reeks kwartaalcijfers, is een jaar-op-jaarafname van flexwerknemers van deze omvang niet eerder voorgekomen. Het totaal aantal werkenden was in het tweede kwartaal 59 duizend lager dan een jaar eerder. De laatste keer dat het aantal werkenden lager uitviel dan een jaar eerder was in het derde kwartaal van 2014.
Wel meer vaste werknemers en zelfstandigen dan vorig jaar
Het aantal werknemers met een flexibele arbeidsrelatie nam de afgelopen jaren toe, maar daalt sinds 2019. In het eerste kwartaal van 2020 waren er 102 duizend flexwerknemers minder dan een jaar eerder, in het tweede kwartaal liep het verschil op naar 272 duizend. Het aantal vaste werknemers en het aantal zelfstandigen waren wel hoger dan vorig jaar. Maar in het tweede kwartaal was de teruggang van het aantal flexwerknemers voor het eerst groter dan de toename van het aantal vaste werknemers en zelfstandigen, waardoor het totale aantal werkenden terugliep ten opzichte van een jaar eerder.
Vooral minder flexwerknemers die pas kort in dienst waren
De daling van het aantal werknemers met een flexibele arbeidsrelatie in het tweede kwartaal van 2020 betrof grotendeels mensen die minder dan een half jaar in dienst waren. Hun aantal nam af van 571 duizend in het eerste kwartaal tot 452 duizend in het afgelopen kwartaal. Ten opzichte van een jaar geleden was de afname 143 duizend. In deze periode nam ook het aantal werkenden die een half jaar tot een jaar in dienst zijn relatief sterk af (-62 duizend).
Geef een reactie