Het kabinet komt bovenop de bestaande steunregelingen met een eenmalige voorraadvergoeding voor non-foodwinkels die gedurende de nieuwe lockdown gesloten moeten blijven. Dat heeft premier Mark Rutte dinsdag bekendgemaakt tijdens een debat met de Tweede Kamer. De regeling moet nog worden uitgewerkt, later deze week worden meer details verwacht.
Sommige winkels hebben voorraad ingekocht die nu als gevolg van de nieuwe lockdown tot zeker 19 januari niet meer te verkopen is en ook na de lockdownperiode niet meer verkocht kan worden. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om kleding- en cadeauwinkels die hun voorraad na de lockdown niet meer kunnen verkopen omdat die bijvoorbeeld uit de mode is, of inspeelde op de feestdagen. “Zij worden onevenredig hard geraakt”, heeft premier Rutte gezegd over de niet-essentiële winkels. Zulke winkeliers hebben “spullen ingekocht en die kunnen ze niet meer verkopen, ook omdat het vaak mode- en seizoensgebonden is.” Verschillende partijen hebben aangedrongen op een uitbreiding van de steunregelingen.
De nieuwe regeling zal waarschijnlijk vergelijkbaar zijn met de aanvullende steun die de horeca ook heeft gekregen. Horecaondernemers kunnen een vergoeding krijgen voor ingekochte voorraden die ze niet meer kunnen verkopen, ook wel de ijskastsubsidie genoemd.
Geef een reactie