Grote pensioenfondsen in Nederland vrezen dat ze de komende jaren niet ontkomen aan het verlagen van de pensioenen. Dat zeggen onder meer ambtenarenfonds ABP en Pensioenfonds voor Zorg en Welzijn (PFZW).
Dit jaar een korting
Ook metaalfondsen PME en PMT vrezen dat na 2021 een verlaging reëel is. Voor dit jaar zijn verlagingen van de pensioenuitkeringen voorkomen. De dekkingsgraden van diverse grote fondsen waren weliswaar lange tijd te laag, maar uiteindelijk werden verlagingen toch voorkomen. Of ze dat na dit jaar ook nog kunnen, is zeer de vraag. De fondsen vrezen dat ze in de jaren na 2021 toch moeten overgaan tot vermindering van de pensioenuitkeringen vanwege strengere rekenregels.
Duikvlucht dekkingsgraad
Of een verlaging noodzakelijk is, hangt af van de dekkingsgraad van een pensioenfonds. De dekkingsgraad van ABP crashte door de coronacrisis in het eerste kwartaal van 2020 van 97,8 naar 82 procent. Daarmee kwam het fonds in de gevarenzone, maar door de aantrekkende beurzen en stabiele rente in het vierde kwartaal is de dekkingsgraad aan het einde van afgelopen jaar weer gestegen tot 93,2 procent. Normaal gesproken is 104 procent de grens voor een verlaging van de pensioenen. Demissionair minister Wouter Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) besloot eerder om die grens vanwege de coronacrisis tijdelijk te verlagen naar 90 procent. Ook bij PFZW, PMT, PME en bouwfonds bpfBOUW stegen de dekkingsgraden in het laatste kwartaal. Bij PFZW kwam de dekkingsgraad uit op 92,6 procent, terwijl deze bij beide metaalfondsen stegen met respectievelijk 95,4 en 97,2 procent. BpfBOUW zat ruim boven de grens, met een dekkingsgraad van 111,1 procent aan het einde van het afgelopen jaar.
Wet Toekomst Pensioenen
Per 2022 moet de nieuwe Wet Toekomst Pensioenen (WTP) ingaan, het resultaat van het PensioenAkkoord 2019 en 2020. Het overgangsregime duurt tot 2026. Dan móeten alle pensioenen definitief aangepast aan het nieuwe systeem. Eerder overgaan mag en kan zelfs verstandig zijn. De belangrijkst fiscale punten zijn:
- afschaffen doorsneepremie, maar ook de uitkeringsovereenkomst en de beschikbare premiestaffels. De maximale flatrate premie wordt 30%, met daarbovenop nog ruimte voor 3% compensatie-premie.
- ook de lijfrentepremie gaat van 13,6% naar 30%.
- de invulling van de verplicht arbeidsongeschiktheidsverzekering komt in de loop van 2021.
- verder valt op dat het pensioen ‘nog maar’ 10 jaar voor AOW-datum mag ingaan, er is dan geen zogenaamde intentieverklaring meer nodig.
- bekend was al het verbod op samengaan van de lumpsum en een hoog/laag pensioen, dat blijft jammer
- het partnerpensioen wordt gestandaardiseerd, zowel de definitie van een partner als de hoogte; 50% van het salaris, diensttijdonafhankelijk en op risicobasis gefinancierd. Opgebouwde rechten op een partnerpensioen mogen in stand blijven naast de nieuwe toezegging.
- een bestaande beschikbare premieregeling met staffels ultimo 2025 mag voor dan deelnemende werknemers worden uitgediend. Of dat wenselijk is, is een andere vraag.
Voor meer uitleg over de WTP, zie: De Wet Toekomst Pensioenen
Geef een reactie