Waterschapsbedrijf Limburg moet 25 miljoen euro extra per jaar investeren voor onderhoud en vervangingen. Critici vragen zich af waarom de accountant BDO niet eerder aan de bel trok. WBL zou jarenlang veel te weinig geld hebben gereserveerd.
Trots
Het Waterschap Limburg was er jarenlang behoorlijk trots op dat de provincie een lagere waterschapsbelasting kent dan veel andere provincies. Maar nu blijkt dat aan dit ‘cadeautje’ voor burgers, boeren en bedrijven een flink prijskaartje hangt. De post ‘onderhoud en vervangingen’ moet meer dan verdubbelen (van 20 naar 45 miljoen euro per jaar) om ernstige problemen met de watervoorziening te voorkomen. Jarenlang blijkt er onvoldoende geld gereserveerd te zijn om de kwaliteit van het leidingnet en de waterzuivering op peil te houden.
Tarief mag niet omhoog
Remy Sleijpen, sinds twee jaar de financiële man in het bestuur van WBL, heeft toegegeven dat hij het tekort in de begroting lange tijd niet heeft gezien. ‘Het kwartje is pas heel laat gevallen’, zegt hij in dagblad De Limburger. ‘Als we onze ambities willen handhaven zal het tarief omhoog moeten.’ Een meerderheid van het algemeen bestuur heeft daar echter geen trek in en eist een maximale inspanning om de stijging van de tarieven te beperken. Het bestuur kiest voor een tijdelijke verhoging van het investeringsbudget, in plaats van de volgens Sleijpen noodzakelijke structurele verruiming.
BDO
Bestuursleden van het waterschap zijn vorige maand over de onvoldoende afschrijvingen en het gebrek aan reserveringen geïnformeerd. ‘Als ik zo een bedrijf zou runnen, was ik binnen de kortste keren failliet. Hoe kan het in godsnaam dat we geen voorzieningen treffen voor wat moet worden vervangen’, reageerde bestuurslid Jeroen Achten in de krant. Anderen vragen zich af waarom BDO, de accountant van WBL, dit niet heeft gezien. De controlerend accountant van BDO laat weten vanwege de geheimhoudingsplicht niet op de kwestie te kunnen ingaan.
Vervanging
WBL heeft 17 rioolwaterzuiveringsinstallaties in Limburg en 560 kilometer transportleidingen. De bezittingen zijn samen ruim 1,6 tot 2 miljard euro waard. De vuistregel is dat een bedrag van zo’n 3 procent van de waarde van alle bezittingen moet worden uitgetrokken voor jaarlijks onderhoud en vervanging. Dat is bij WBL nooit gebeurd. Veel objecten zijn 30 of zelfs al 50 jaar oud. WBL wil vijf jaar uittrekken om erachter te komen hoe de in totaal 160.000 objecten erbij liggen, maar heeft daar zelf niet voldoende gekwalificeerde mensen voor. Veel parate kennis zat in de hoofden van oud-medewerkers die met pensioen zijn gegaan.
Bron: De Limburger
Geef een reactie