Een bij de Belastingdienst werkzame accountant/fiscalist vindt dat ze recht heeft op mobiliteitstoeslag, nadat ze van het kantoor Breda naar Utrecht verhuisde. Haar werkgever was het daar niet mee eens, waarop de vrouw er een zaak over aanspande bij de rechtbank Midden-Nederland. De rechter stelt echter de fiscus in het gelijk en oordeelt dat de accountant geen recht heeft op de vergoeding. Ze heeft uit eigen beweging gesolliciteerd en er was geen bestuurlijke overweging bij de Belastingdienst voor het plaatsen van de vrouw in haar nieuwe functie.
Uitspraak: ECLI:NL:RBMNE:2021:722
Mobiliteitstoeslag
Op grond van artikel 22c van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 (BBRA) hebben ambtenaren, aan wie op grond van artikel 57, eerste lid of tweede lid, onder b, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement (ARAR) een andere functie wordt opgedragen, waarbij het belang van de dienst is gelegen in het opdragen van juist die andere functie, recht op een eenmalige mobiliteitstoeslag ter grootte van 50% van het salaris, tenzij het salaris met ingang van de datum waarop die andere functie wordt opgedragen om die reden wordt verhoogd.
Andere werkplek accountant
De vrouw is werkzaam bij de Belastingdienst in de functie van Accountant in groepsfunctie I. Ze werkte tot 1 juni 2019 op kantoor Breda. Ze heeft gesolliciteerd binnen het dienstonderdeel en werkt vanaf 1 juni 2019 op kantoor Utrecht. Op 10 juli 2019 verzocht ze schriftelijk om toekenning van een mobiliteitstoeslag, maar de Belastingdienst weigerde dat.
Weigering fiscus
Aan de weigering heeft de fiscus ten grondslag gelegd dat de accountant geen recht heeft op een mobiliteitstoeslag, omdat zij geen andere functie is gaan vervullen en er geen maatregelen zijn genomen om de geografische mobiliteit te stimuleren. De vacature voor Fiscalist op de locatie Utrecht betrof een normale sollicitatieronde en de vrouw heeft hier uit eigen beweging op gesolliciteerd. Ze was verder op de hoogte van het feit dat als zij zou worden aangenomen voor de functie, haar standplaats zou worden gewijzigd naar Utrecht. De accountant had daar ook voordeel bij gezien haar woonplaats en zij daardoor aanzienlijk minder zou hoeven te reizen. Er is geen sprake van een schriftelijk vastgelegde bestuurlijke overweging waaruit blijkt dat geografische mobiliteit in dit geval nadrukkelijke stimulans behoefde, voerde de fiscus aan.
Verweer accountant
De accountant bracht daar tegenin dat zij voldoet aan de voorwaarden voor toekenning van een mobiliteitstoeslag. Er is sprake van geografische mobiliteit, het salaris van de vrouw is niet gewijzigd en het dienstbelang is gegeven. Ze voert – kort samengevat – aan dat de Belastingdienst een onjuiste uitleg geeft van het begrip dienstbelang. Verder volg uit de Personele Uitvoeringsbepalingen Belastingdienst (PUB) dat het mogelijk is dat de bestuurlijke overweging niet schriftelijk wordt vastgelegd, aldus de vrouw.
Oordeel rechter
De rechtbank Midden-Nederland overweegt dat voor ambtenaren werkzaam bij de Belastingdienst voor het toekennen van een mobiliteitstoeslag een eigen beleid is ontwikkeld. Dit beleid is neergelegd in hoofdstuk 3, paragraaf 4.6 van de Personele Uitvoeringsbepalingen Belastingdienst (PUB). Dit buitenwettelijk beleid is in een aantal opzichten begunstigend ten opzichte van artikel 22c van het BBRA. Zo is bepaald dat bij een verplaatsing naar een andere organisatorische eenheid met behoud van de oorspronkelijke functie (groepsfunctie of individueel gewaardeerde functie) niet wordt voldaan aan de voor de toekenning van een mobiliteitstoeslag geldende voorwaarde dat sprake moet zijn van het opdragen van een andere functie. Echter, is in zo’n geval sprake van een primair dienstbelang dan bestaat aanleiding een mobiliteitstoeslag toe te kennen op basis van de bestuurlijke overweging dat geografische mobiliteit een nadrukkelijke stimulans behoeft. Deze bestuurlijke overweging dient in die situatie schriftelijk te zijn vastgelegd.
De accountant heeft bij haar overplaatsing van Breda naar Utrecht haar functie behouden, zodat het bij haar verplaatsing gaat om geografische mobiliteit als bedoeld in hoofdstuk 3, paragraaf 4.6 van de PUB. Volgens dit beleid bestaat aanleiding om een mobiliteitstoeslag toe te kennen wanneer sprake is van een primair dienstbelang op basis van de bestuurlijke overweging dat geografische mobiliteit een nadrukkelijke stimulans behoeft.
Tussen partijen is niet in geschil dat er sprake is van dienstbelang. Als een vacature is opengesteld, is daarmee het belang van de dienst gegeven. Het belang van de dienst is immers dat de vacature wordt vervuld. Tussen partijen is in geschil of is er sprake is van een nadrukkelijke stimulans van de geografische mobiliteit en of deze bestuurlijke overweging schriftelijk is vastgelegd.
De rechtbank is van oordeel dat niet is voldaan aan de tweede voorwaarde voor het toekennen van een mobiliteitstoeslag. Het is niet gebleken dat de Belastingdienst een, al dan niet schriftelijke, bestuurlijke overweging heeft genomen voor het plaatsen van de accountant in haar nieuwe functie. Er was geen sprake van een nadrukkelijke stimulans in de geografische mobiliteit van de vrouw. Ook in de tekst van de vacature is niet vastgesteld dat geografische mobiliteit een nadrukkelijke stimulans behoeft; ze heeft uit eigen beweging gesolliciteerd. De stelling van de accountant dat ze van standplaats is gewisseld en dat sprake is van geografische mobiliteit, maakt niet dat is voldaan aan het vereiste van een schriftelijke bestuurlijke overweging inhoudende dat geografische mobiliteit een nadrukkelijke stimulans behoeft, oordeelt de rechtbank. Dat er sprake is van een specifieke functie met specifieke eisen en dat naar eigen zeggen de functie moeilijk vervulbaar is, maakt het voorgaande niet anders. De Belastingdienst heeft daarom de aanvraag voor een mobiliteitstoeslag kunnen afwijzen. De beroepsgrond slaagt niet.
Ook een beroep van de accountant op het gelijkheidsbeginsel slaagt niet. De gevallen waar de vrouw naar verwees zijn niet hetzelfde.
Pieter Smit zegt
Het is en blijft gemeenschapsgeld waarover Belastingdienst integer beschikt. Zo zie je maar dat Belastingdienst ook in de eigen gelederen op de kleintjes blijft passen. Net als bij de kinderopvangtoeslag.