Wie NOW-1 aanvroeg via de website van het UWV kreeg een pop-up venster dat de aanvraag was ontvangen. De rechtbank vindt dat de overheid ondernemers er beter op had moeten wijzen dat dit de enige ontvangstbevestiging was.
Niet ontvangen
Een onderneemster vroeg naar eigen zeggen op 24 april 2020 NOW-1 steun aan. Na een relatief drukke zomer kwam zij erachter dat er nog geen geld was overgemaakt. De reden bleek dat het UWV haar aanvraag nooit had ontvangen. Medio oktober vroeg de onderneemster of haar NOW 1-aanvraag alsnog in behandeling kon worden genomen. Nee, antwoordde het UWV. De uiterste aanvraagdatum voor NOW-1 was 5 juni. De ondernemer stuurde een kopie van de aanvraagformulieren op waaruit moest blijken dat de aanvraag op 24 april was gedaan, maar het UWV bleef onverbiddelijk: de wet kent geen hardheidsclausule dus er kan niet worden afgeweken van de datum van 5 juni.
Pop-up
De onderneemster stapte naar de rechter met het argument dat het voor haar onmogelijk is om te bewijzen dat UWV haar aanvraag heeft ontvangen. Bij NOW-1 werd er geen bevestigingsmail gestuurd en verscheen er alleen een pop-up op het scherm. Maar die verdwijnt weer. Kennelijk vond het UWV dat zelf ook te karig, aldus de onderneemster, want bij NOW-2 en NOW-3 werd er wel een bevestigingsmail verstuurd. Volgens de onderneemster is daarom een eventuele omissie niet uitsluitend aan de aanvrager aan te rekenen, maar ook aan het systeem.
De accountant van de onderneemster verklaarde ter zitting naast de aanvragen van andere klanten ook deze aanvraag op de aangegeven wijze te hebben ingediend en de formulieren te hebben geüpload, waarna hij een pop-up in beeld kreeg. Ter onderbouwing van zijn stelling heeft hij, voor zover beschikbaar, stukken overgelegd waaruit blijkt dat hij op 24 april 2020 het benodigde formulier had gedownload en aangemaakt. Het uploaden, aldus gemachtigde, kan hij niet via zijn systeem aantonen, dat gebeurt bij het UWV.
Grote tijdsdruk
De rechtbank oordeelde dat het systeem om de NOW-1 aanvraag in te dienen onder tijdsdruk was opgezet en dat daarbij geen enkele bevestiging anders dan een pop-up plaatsvond. Onder de gegeven omstandigheden acht de rechtbank het echter niet redelijk dat het UWV vervolgens de verantwoordelijkheid op dit punt geheel op de onderneemster afwentelt. Het UWV heeft geen enkele waarschuwing laten uitgaan, bijvoorbeeld door te wijzen op de noodzaak om een printscreen te maken van de pop-up, voor het geval dat het uploaden / indienen toch niet werd ontvangen.
Aanvraag alsnog behandelen
De rechtbank is, onder de gegeven specifieke omstandigheden, van oordeel dat de onderneemster met het overleggen van het op 24 april 2020 gedownloade en aangemaakte aanvraagformulier voldoende aannemelijk heeft gemaakt wel tijdig de NOW-1 aanvraag te hebben ingediend. De rechtbank heeft in de onderhavige zaak, ook met het oog op de verhouding tussen een bestuursorgaan en een belanghebbende, geen gronden om te twijfelen aan de geloofwaardigheid van het relaas. In het bijzonder niet omdat de accountant die de aanvraag voor eiseres verzorgde dat ook voor vele andere aanvragers heeft gedaan. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en vernietigde het besluit om de NOW-1 aanvraag niet in behandeling te nemen. De rechtbank kan geschil niet zelf beslechten. Het UWV zal met inachtneming van deze uitspraak een nieuw besluit dienen te nemen.
Lees hier de uitspraak.
Geef een reactie