Gemeenten hebben in 2020 aan 501 duizend mensen een Tozo-uitkering verstrekt. Dat is 31 procent van alle zzp’ers in Nederland. Relatief veel geld ging naar zelfstandigen in de zakelijke dienstverlening, onder wie boekhouders en belastingadviseurs. Dit blijkt uit definitieve cijfers, die het CBS heeft samengesteld.
Huishoudens
De Tozo-uitkering voor zzp’ers werd verstrekt aan huishoudens. Dit betekent dat partners in een huishouden worden meegeteld als ontvanger van een Tozo-uitkering. Bij 401 duizend personen was sprake van een meerpersoonshuishouden. Voor 93 duizend personen ging het om een huishouden zonder partner en in 8 duizend gevallen was sprake van een andere situatie of kon het niet worden vastgesteld. Naast uitkeringen voor levensonderhoud, konden zelfstandig ondernemers binnen de Tozo-regeling ook aanspraak maken op een lening voor bedrijfskapitaal. Hiervan hebben 42 duizend zelfstandigen gebruikgemaakt in 2020, van wie 35 duizend ook een Tozo-uitkering voor levensonderhoud kregen. In totaal kreeg ruim 30 procent van alle zzp’ers Tozo-steun.
Dienstverlening en cultuur
De 501 duizend ontvangers van een Tozo-uitkering hadden samen circa 330 duizend bedrijven. Ruim 16 procent van die ondernemingen, 53 duizend, wordt gerekend tot de bedrijfstak specialistische zakelijke diensten. Onder deze noemer vallen onder meer architecten- en ingenieursbureaus, advocatenkantoren, accountants en belastingconsulenten. Met 15,2 procent van de 1,6 miljoen zelfstandigen (=243.200 zzp’ers) die Nederland in 2020 telde, heeft deze bedrijfstak op een na de meeste zelfstandigen. Een rekensom leert dat 21,8% van alle zzp’ers in de specialistische zakelijke diensten een Tozo-uitkering ontving.
In de bedrijfstakken overige dienstverlening (o.a. kapperszaken en schoonheidssalons, reparatiebedrijven van consumentenartikelen) en cultuur, sport en recreatie is relatief veel gebruikgemaakt van de Tozo-regeling. Ook in de bedrijfstak onderwijs, in de horeca en in vervoer en opslag zijn volgens deze vergelijking relatief veel Tozo-uitkeringen ontvangen.
Meeste zzp’ers
In de bedrijfstak met de meeste zelfstandigen, verhuur en overige zakelijke diensten (bijna 17 procent van het totaal), waren daarentegen relatief weinig bedrijven van personen met een Tozo-uitkering. 4,5 procent van de bedrijven van Tozo-ontvangers viel in deze bedrijfstak, met onder andere verhuurbedrijven van roerende goederen, reisbemiddeling, schoonmaakbedrijven, beveiligingsdiensten en arbeidsbemiddeling.
Leeftijd
Bijna de helft van de Tozo-ontvangers, 242 duizend, was tussen de 45 jaar en de AOW-gerechtigde leeftijd (66 jaar en 4 maanden). Hiermee had circa 4,7 procent van de inwoners van Nederland in deze leeftijdscategorie een Tozo-uitkering voor levensonderhoud. Het relatieve gebruik van Tozo in de leeftijdsgroep 27 tot 45 jaar lag wat hoger, namelijk op 5,6 procent, overeenkomend met 219 duizend personen. Jongeren deden het minst een beroep op de ondersteuningsregeling. Van personen tot 27 jaar hadden 35 duizend een Tozo-uitkering, 1,8 procent van die leeftijdscategorie. Tot slot hebben ook ruim 4 duizend mensen ouder dan de AOW-leeftijd een Tozo-uitkering ontvangen. Ongeveer evenveel mannen als vrouwen kregen een Tozo-uitkering: 53,0 en 47,0 procent. Deze verdeling is vergelijkbaar met die van de zelfstandigen in 2020, waar de verdeling respectievelijk bijna 51 tegen ruim 49 procent is.
Amsterdam
Van degenen die een Tozo-uitkering voor levensonderhoud kregen, woonde 23 procent in een van de vier grote steden, van wie de helft in Amsterdam. Van de vier grote steden had Amsterdam ook de hoogste uitkeringsgraad onder inwoners boven de 18 jaar (7,8 procent). In Rotterdam, Den Haag en Utrecht lagen de percentages tussen de 4,1 en 4,9. De hoofdstad staat ook hoog op de lijst van gemeenten met de hoogste Tozo-uitkeringspercentages. Alleen in de kleine gemeenten Vlieland, Terschelling en Ameland waren die percentages hoger. Heel vreemd is de hoge score van Amsterdam niet. De hoofdstad telt veruit het hoogste aantal zzp’ers. Op 1 januari 2020 waren dit er 71.300, ofwel 17% van alle werkenden. De hoofdstad heeft daarmee ruim dubbel zoveel zzp’ers als Den Haag en Rotterdam, de twee steden die de top-3 completeren van steden met veel zzp’ers.
Bron: CBS
Geef een reactie