Het aantal werklozen daalt en bedraagt nu 277 duizend. Dat is 2,9 procent van de beroepsbevolking, hetzelfde werkloosheidspercentage als in februari 2020, voor aanvang van de coronacrisis. Het aantal werkenden stijgt, vooral onder jongeren. 9,2 miljoen Nederlanders doen betaald werk.
Tegenover de 277 duizend als werkloos geregistreerden staan 3,9 miljoen mensen van 15 tot 75 jaar die om uiteenlopende redenen geen betaald werk hebben. In oktober was het werkloosheidspercentage 2,9, net als in februari 2020. In de tussenliggende periode steeg het percentage in enkele maanden naar 4,6 in augustus 2020 en nam vervolgens vrijwel voortdurend weer af. In de afgelopen drie maanden daalde de werkloosheid uitsluitend doordat meer werklozen een baan vonden dan er werkenden werkloos werden.
WW-uitkeringen
Eind oktober 2021 verstrekte UWV ruim 199 duizend WW-uitkeringen. Dat zijn er 8.800 minder dan eind september, een afname van 4,2 procent. De daling van het aantal WW-uitkeringen zette in februari in en houdt inmiddels negen maanden stand. In september werden 26,3 duizend uitkeringen beëindigd, terwijl er 17,5 duizend nieuwe uitkeringen bij kwamen. In vrijwel alle sectoren daalde in oktober 2021 het aantal WW-uitkeringen. De sterkste daling was in de cultuursector (-8,6 procent), de sector horeca en catering (-8,2 procent) en in de detailhandel (-7,2 procent). Alleen in de sector landbouw, groenvoorziening, visserij steeg het aantal WW-uitkeringen (+3,2 procent). Hier speelt het seizoen een rol.
Arbeidsparticipatie hoger
In oktober had 69,9 procent van alle 15- tot 75-jarigen betaald werk. Dit percentage is hoger dan in februari 2020, voor aanvang van de coronacrisis (69,3%). Sindsdien is het aantal mensen met betaald werk met 100 duizend toegenomen. Deze toename komt voor rekening van 25-plussers. Jongeren hebben weliswaar een flinke inhaalslag gemaakt sinds juni van dit jaar, maar de nettoarbeidsparticipatie blijft voor hen in oktober (65,6 procent) nog achter bij die van februari 2020 (66,0 procent).
Ontwikkeling van de werkloosheid
Met het uitbreken van de coronacrisis in maart 2020 liep de werkloosheid snel op. In de twee jaren daarvoor kromp de werkloosheid vooral door de uitstroom naar de werkzame beroepsbevolking (de netto-instroom in werkloosheid was negatief), terwijl deze tegelijkertijd steeg door de instroom vanuit de niet-beroepsbevolking (de netto-instroom in werkloosheid was positief). Tijdens de coronacrisis veranderde dat patroon. Gedurende enkele maanden nam de werkloosheid vanaf beide kanten toe. Vanaf november 2020 tot en met maart 2021 gold het omgekeerde (de netto-instroom was vanaf beide kanten negatief) en daalde de werkloosheid weer snel. In de periode april-juni van dit jaar was er nauwelijks sprake van een netto-instroom vanuit de niet-beroepsbevolking. In de maanden juli tot en met oktober was deze instroom weer positief, wat de daling van de werkloosheid enigszins afremde.
Bron: CBS
Geef een reactie