
Werknemers kunnen vanaf 1 augustus 2022 na 26 weken verzoeken om een vorm van arbeid met meer voorspelbare en zekere arbeidsvoorwaarden.
De EU-richtlijn 2019/1152, betreffende de transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden in de Europese Unie moet uiterlijk 1 augustus 2022 worden omgezet in het Nederlandse rechtssysteem. Het wetsvoorstel Wet implementatie EU-richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden geeft uitvoering aan de richtlijn. De richtlijn heeft tot doel de arbeidsvoorwaarden te verbeteren door transparantere en beter voorspelbare arbeidsvoorwaarden te bevorderen en gelijktijdig te zorgen voor aanpassingsvermogen op de arbeidsmarkt. De richtlijn beschrijft de minimumrechten van iedere werknemer in de Europese Unie. De richtlijn bevat enige bepalingen die op dit moment geen onderdeel uitmaken van het bestaande recht. Het wetsvoorstel bevat daarom de bepalingen die bij wet moeten worden geïmplementeerd.
Aanpassing Wet flexibel werken
De richtlijn leidt tot aanpassing van de Wet flexibel werken (nieuw artikel 2b). De richtlijn bepaalt dat de werknemer schriftelijk een verzoek kan doen voor meer voorspelbare en zekere arbeidsvoorwaarden, indien beschikbaar. Onder schriftelijk wordt ook verstaan langs elektronische weg. In de Wet flexibel werken bestond het recht van een werknemer al om te verzoeken om een aanpassing van zijn arbeidsovereenkomst. De richtlijn verplicht de werkgever echter op dat verzoek binnen één maand te antwoorden. Voor kleine werkgevers geldt een langere beantwoordingstermijn. Huishoudelijk werkers zijn van deze bepaling uitgezonderd.
Nieuw artikel 2b
In verband met de implementatie van artikel 12 van de richtlijn (overgang naar een andere vorm van werk) wordt een nieuw artikel 2b in de Wet flexibel werken ingevoegd (artikel 2a wordt ingevoegd via de Wet betaald ouderschapsverlof). Het betreft hier verzoeken om een vorm van arbeid met meer voorspelbare en zekere arbeidsvoorwaarden. Dergelijke arbeid moet natuurlijk wel beschikbaar zijn bij de werkgever om zo’n verzoek te kunnen honoreren.
Minimaal 26 weken in dienst
Een verzoek om meer voorspelbare en zekere arbeidsvoorwaarden kan worden gedaan als de werknemer ten minste 26 weken bij de werkgever werkzaam is.
Antwoord verzoek binnen één maand
De beantwoording van het verzoek moet schriftelijk en gemotiveerd plaatsvinden binnen een maand na het verzoek. Er gelden verder geen criteria waaraan een verzoek moet voldoen en wanneer een werkgever een verzoek moet inwilligen of kan afwijzen.
Kleine werkgever drie maanden de tijd
De richtlijn biedt in artikel 12 ruimte om ten aanzien van kleine werkgevers een termijn van drie maanden te laten gelden. Aangezien in artikel 2 van de Wet flexibel werken een grens is opgenomen voor werkgevers met minder dan 10 werknemers, is met betrekking tot het begrip «kleine werkgever» hierbij aangesloten. Met de langere reactietermijn van drie maanden krijgt de kleine werkgever meer tijd om te onderzoeken of de organisatie aangepast kan worden en die aanpassing te realiseren. Overigens is de termijn van drie maanden een maximum termijn. De werknemer kan dus ook sneller een reactie van de werkgever krijgen.
Niet tijdige reactie werkgever
Als een werkgever niet tijdig reageert op een verzoek van een werknemer om een vorm van arbeid met meer voorspelbare en zekere arbeidsvoorwaarden zijn arbeid overeenkomstig het verzoek wordt aangepast. Gevolg hiervan kan zijn dat de arbeidsovereenkomst van de werknemer moet worden aangevuld of aangepast.
Nieuw verzoek pas na een jaar
Een werknemer kan pas een jaar nadat een eerder verzoek is ingewilligd of afgewezen een nieuw verzoek bij de werkgever kan doen, onvoorziene omstandigheden daargelaten. Voor kleine werkgevers geldt nog dat de beslissing op een soortgelijk verzoek (waar eerder schriftelijk op is gereageerd) mondeling kan worden afgedaan als de motivering voor het antwoord van de werkgever met betrekking tot de werknemer ongewijzigd is gebleven.
Uitzonderingen
De gevolgen voor de particuliere werkgevers kunnen groot zijn indien niet tijdig op het verzoek van de huishoudelijk werker wordt gereageerd. Het wordt dan ook gerechtvaardigd geacht dat deze groep van deze mogelijkheid wordt uitgezonderd. Het staat huishoudelijk werkers uiteraard vrij om hierover het gesprek met hun werkgever aan te gaan. Ook is een uitzondering opgenomen voor zeevarenden en zeevissers.
Benadelingsbescherming
De werkgever mag de werknemer niet benadelen wegens de omstandigheid dat de werknemer de in dit artikel genoemde rechten geldend maakt. Het betreft hier het doen van een beroep op de bepaling betreffende benadelingsbescherming.
Artikel 2b Wet flexibel werken
In de Wet flexibel werken wordt een artikel ingevoegd, dat volgens het wetsvoorstel luidt:
Artikel 2b. Overgang naar een andere vorm van arbeid met meer voorspelbare en zekere arbeidsvoorwaarden
- De werknemer kan de werkgever verzoeken om een vorm van arbeid met meer voorspelbare en zekere arbeidsvoorwaarden, indien de werknemer ten minste 26 weken voorafgaand aan het beoogde tijdstip van ingang van die aanpassing in dienst is bij die werkgever. Het verzoek wordt door de werknemer schriftelijk bij de werkgever ingediend. De tweede en derde zin van het eerste lid van artikel 2 zijn van overeenkomstige toepassing.
- De werkgever beslist, indien hij tien of meer werknemers heeft, binnen een maand schriftelijk en gemotiveerd op het verzoek van de werknemer. Indien de werkgever minder dan tien werknemers heeft beslist hij schriftelijk en gemotiveerd binnen drie maanden na het verzoek.
- Indien de werkgever niet binnen een in het tweede lid bedoelde termijn beslist, wordt de vorm van arbeid aangepast overeenkomstig het verzoek van de werknemer.
- De werknemer kan, behoudens onvoorziene omstandigheden, een jaar nadat de werkgever een verzoek als bedoeld in het eerste lid heeft ingewilligd of afgewezen, opnieuw een verzoek indienen. Voor een werkgever met minder dan tien werknemers geldt dat de beslissing op een soortgelijk verzoek mondeling kan worden gedaan als de motivering voor het antwoord met betrekking tot de werknemer ongewijzigd is gebleven. Het derde lid is van overeenkomstige toepassing.
- Dit artikel is niet van toepassing op de werknemer:
die doorgaans op minder dan vier dagen per week uitsluitend of nagenoeg uitsluitend diensten verricht ten behoeve van het huishouden van de natuurlijke persoon tot wie hij in dienstbetrekking staat. Onder het verrichten van diensten ten behoeve van een huishouden wordt mede verstaan het verlenen van zorg aan de leden van dat huishouden;
b. die werkzaam is op basis van een zee-arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 694 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek of een arbeidsovereenkomst in de zeevisserij als bedoeld in artikel 739 van genoemd wetboek. - De werkgever mag de werknemer niet benadelen wegens de omstandigheid dat de werknemer in of buiten rechte de in dit artikel aan hem toegekende rechten geldend maakt, ter zake bijstand heeft verleend of een klacht hierover heeft ingediend.
Wet implementatie EU-richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden
Geef een reactie