
Ambtenaren van het ministerie van Financiën waarschuwden toenmalig staatssecretaris Wiebes in 2015 al voor de juridische houdbaarheid van een vermogensrendementsheffing op basis van aannames, blijkt uit interne notities van het ministerie.
Die stukken waren opgevraagd door Kamerlid Pieter Omtzigt; onder meer het Dagblad van het Noorden en De Telegraaf berichten erover. Tot vijf jaar terug werd nog uitgegaan van een fictief rendement van 4 procent op box 3-vermogen, wat leidde tot een effectieve belastingheffing van 1,2 procent over het totale vermogen. Als dat op een spaarrekening stond, werd dat rendement echter bij lange na niet meer gehaald.
Schijnnauwkeurigheid
Wiebes stelde voor om ervan uit te gaan dat grotere vermogens meer zouden beleggen en meer rendement zouden behalen. Dat baarde de ambtenaren zorgen, omdat rechters al korte metten hadden gemaakt met het belasten van vermogen op basis van aannames. Dat was ‘juridisch mogelijk kwetsbaar’, vonden de ambtenaren. Die zagen meer in een globale vaststelling van een rendementspercentage: ‘De exacte berekening van het percentage geeft een soort schijnnauwkeurigheid die is gebaseerd op een aantal keuzes bij de berekening van dit percentage welke stuk voor stuk voor discussie vatbaar zijn. Het hoge percentage presenteren als een grove benadering van het haalbare rendement voorkomt wellicht deze discussies.’
Huidig staatssecretaris Van Rij, toen CDA-senator, zag er al weinig in en sprak van ‘gemiddelden op basis van volstrekt willekeurige aannames’. Hij is nu aan de slag met een plan om rechtsherstel te bieden aan box 3-spaarders, wat vermoedelijk miljarden gaat kosten.
Interessant! Cursus Box 2 en 3 in 2022; wat te doen met een miljoen | 13 september | Drs. Jeroen Knol| Postillion Bunnik (nog maar 5 plaatsen beschikbaar)
Geef een reactie