
Staatssecretaris Van Rij van Financiën heeft schriftelijke Kamervragen over eHerkenning beantwoord. Op verzoek van de Tweede Kamer worden momenteel de mogelijkheden onderzocht voor een publiek middel als alternatief naast eHerkenning, blijkt uit de antwoorden.
‘Ongelofelijk veel problemen’
Kamerlid Ephraim (Groep Van Haga) vroeg onder anderen of de staatssecretaris bekend is ‘met het feit dat ondernemers sinds de invoering van eHerkenning als het enige en verplichte middel om aangifte te doen, ongelofelijk veel problemen hebben met deze wijze van aangifte waarvoor ook nog betaald dient te worden?’
Daarop antwoordt Van Rij: ‘De Belastingdienst heeft na invoering van eHerkenning als inlogmiddel voor het portaal MijnBelastingdienst Zakelijk met name vragen gekregen van ondernemers en uw Kamer over de noodzakelijke te maken kosten voor een eHerkenningsmiddel voor het doen van belastingaangifte. In reactie daarop heeft de Staatssecretaris van Financiën, samen met de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, uw Kamer per brief van 3 maart 2020 en 12 juni 2020 geïnformeerd over het kostenaspect voor eHerkenning. Er is voor de jaren vanaf 2020 voorzien in een tijdelijke compensatieregeling die in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt uitgevoerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Op aanvraag wordt een compensatie verstrekt aan een aanvrager die 1) eHerkenning uitsluitend gebruikt voor het doen van belastingaangifte, 2) hiertoe het specifieke Belastingdienst eHerkenning-inlogmiddel heeft aangeschaft, en 3) niet op andere wijze belastingaangifte kan doen. Deze compensatie bedraagt € 24,20 per kalenderjaar, hetgeen gelijk is aan het bedrag waartegen eHerkenning bij de goedkoopste aanbieder aangeschaft kan worden. Deze beleidsregel is recent met twee jaar verlengd. Organisaties die geen eHerkenning kunnen aanschaffen en niet met een ander middel kunnen inloggen voor het doen van belastingaangifte, kunnen bij de Belastingdienst een compensatie aanvragen voor het onvermijdelijke gebruik van een fiscaal dienstverlener of aangiftesoftware via een formulier op de website.
Daarnaast heeft de Tweede Kamer tijdens de behandeling van de Wet digitale overheid de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken door middel van de motie Van der Molen opgeroepen om de mogelijkheden voor een publiek middel te onderzoeken als alternatief naast eHerkenning. De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft de uitvoering van deze motie ter hand genomen en informeert uw Kamer hierover via de voortgangsrapportage domein Toegang, die ieder voor- en najaar naar uw Kamer wordt gestuurd.’
Weinig klachten
Er zijn inmiddels nog maar ondernemers die klagen over eHerkenning, schrijft de staatssecretaris verder onder meer: ‘Het eHerkenningsstelsel heeft een eigen klachtenprocedure en een geschillencommissie. De hoeveelheid klachten is beperkt en de geschillencommissie heeft zelden een zaak te behandelen. Ook bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties komen nauwelijks klachten binnen sinds de compensatieregeling voor het Belastingdienstspecifieke eHerkenning-inlogmiddel is ingesteld.
De Belastingdienst zelf ontvangt eveneens in beperkte mate klachten over eHerkenning. In 2022 zijn 159 klachten ontvangen, waarvan 14 in het laatste kwartaal van 2022. Per kwartaal doen ten minste 250.000 ondernemers aangifte omzetbelasting op het portaal MijnBelastingdienst Zakelijk waarbij zij inloggen met eHerkenning.’
Antwoorden op Kamervragen over eHerkenning
Hoge Raad: verplichting en kosten eHerkenning bij aangifte loonheffingen toegestaan
Geef een reactie