Heeft de accountant op grond van de overeenkomst met de klant een verplichting om te waarschuwen dat er een mogelijkheid tot het aanvragen van TVL is? En bestaat er een spontane adviesverantwoordelijkheid? Over die vragen boog de rechtbank Amsterdam zich onlangs in een zaak die twee klanten tegen JAN Accountants had aangespannen. De mondelinge uitspraak werpt een interessant licht op de verantwoordelijkheid van de accountant bij (mislukte) coronasteunaanvragen van klanten.
Geen adviesrelatie, geen spontane adviesverantwoordelijkheid
De rechtbank oordeelt dat er tussen JAN Accountants en de twee klanten geen overeengekomen adviesrelatie was en JAN op grond van de overeenkomst tussen partijen niet gehouden was om de klanten op het bestaan van regelingen zoals de TVL te wijzen. Er bestond ook geen verplichting vanuit de overheid of vanuit de NBA om klanten actief te benaderen. Ook ziet de rechtbank niet in dat JAN Accountants buiten de opdracht om een spontane adviesverantwoordelijkheid had. JAN Accountants had op zichzelf kunnen weten dat de klanten mogelijk belang hadden bij de aanvraag van de TVL-subsidie, zoals alle ondernemingen, maar dat brengt nog niet mee dat JAN Accountants de klanten hierop moest wijzen. De vorderingen van de klanten worden dan ook afgewezen.
TVL-aanvraag te laat
De zaak tegen de Purmerendse vestiging van JAN Accountants was aangespannen door de bedrijven Sanjia Netherlands BV uit Almelo en M2C BV uit Breda. Sanjia c.s. hebben JAN Accountants als accountant ingeschakeld. Zij stellen dat JAN Accountants haar op de mogelijkheid tot het aanvragen van TVL had moeten wijzen en haar daaromtrent had moeten adviseren. Dit heeft zij niet gedaan waardoor Sanjia c.s. te laat waren met de aanvraag van Q4 2020. JAN Accountants is daarom in haar zorgplicht als accountant tekortgeschoten, voeren de bedrijven aan. Sanjia c.s. vordert daarom een verklaring voor recht en – na eisvermindering – € 54.091,00 aan gemiste TVL voor Sanjia en € 21.736,00 aan gemiste TVL voor M2C.
Inhoud overeenkomst
Was er op grond van de overeenkomst een verplichting om te waarschuwen? Daarvoor moet de vraag worden beantwoord wat de overeenkomst tussen partijen inhield. De inhoud van de overeenkomst van opdracht wordt in de eerste plaats bepaald door wat tussen opdrachtgever en opdrachtnemer is overeengekomen over de te verrichten werkzaamheden. De inhoud van de opdracht wordt nader ingevuld door de verplichting van de opdrachtnemer om bij zijn werkzaamheden de zorg van een goed opdrachtnemer in acht te nemen (artikel 7:401 BW). Voor een accountant houdt dat in dat gehandeld moet worden zoals een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot in het gegeven geval te werk zou zijn gegaan. Wat in het concrete geval de gehoudenheid om als goed opdrachtnemer te handelen meebrengt, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval.
Overeengekomen werkzaamheden
De overeengekomen werkzaamheden hielden volgens de schriftelijke overeenkomst in:
– verwerken van facturen en het doen van btw-aangiftes
– samenstellen jaarrekeningen
– verzorgen van fiscale aangiftes
Het ging om een zogenoemd “basic package”. Uit de overeenkomst volgt niet dat partijen uitdrukkelijk zijn overeengekomen dat JAN Accountants zou adviseren. De rechtbank legt de overeenkomst dus beperkter uit, dan Sanjia c.s. doen.
Sanjia c.s. hebben erop gewezen dat zij JAN Accountants hebben ingeschakeld voor alle financiële aangelegenheden waarmee een MKB-onderneming te maken krijgt en dat daarbij hoort dat JAN Accountants hen zou bijstaan in ‘voorkomende financiële aangelegenheden’. Dat is niet zo afgesproken. De verwijzing naar ‘accounting laws and regulation’ gaat – zoals Sanjia c.s. ook op zitting hebben onderkend – erover dat wordt voldaan aan accounting-regels, niet dat JAN Accountants adviseert over mogelijke subsidies of andere voor de ondernemer aantrekkelijke regelingen. In de tekst van de overeenkomst staat niet dat JAN Accountants zou adviseren en verder is ook niet aangevoerd dat dit buiten de tekst om is afgesproken.
Er bestond wel een mogelijkheid om de service uit te breiden en bijvoorbeeld advieswerk af te spreken. In de overeenkomst staat daarover:
“Would you like anything else?
Special circumstances can arise over the course of the year that cannot be predicted. In many cases, Jan© can be of assistance. (…) Always contact [naam 3] in such cases.”
Van die mogelijkheid hebben Sanjia c.s. geen gebruik gemaakt.
Er was dus geen overeengekomen adviesrelatie en JAN Accountants was op grond van de overeenkomst tussen partijen niet gehouden om Sanjia c.s. op het bestaan van regelingen zoals de TVL te wijzen, concludeert de rechtbank. Er bestond ook geen verplichting vanuit de overheid of vanuit de beroepsorganisatie NBA voor accountants om klanten actief te benaderen.
Spontane adviesplicht?
Had JAN Accountants dan toch uit eigen beweging – dus spontaan – Sanjia c.s. moeten wijzen op de mogelijkheid van het aanvragen van TVL? Behoorde dat bij Jans zorgplicht als accountant, in deze concrete omstandigheden?
Sanjia c.s. hebben gewezen op de volgende omstandigheden:
- JAN Accountants had volledig inzicht in financiële reilen en zeilen van deze ondernemingen (wat JAN Accountants heeft betwist),
- JAN Accountants is een full service kantoor en dit soort werkzaamheden behoort tot de mogelijkheden,
- TVL is een financiële regeling bij een uitzonderlijke gebeurtenis die bij uitstek was bedoeld voor MKB-ers zoals eiseressen,
- JAN Accountants heeft haar MKB-ers hiervan op de hoogte willen brengen; dat blijkt uit het versturen van haar nieuwsbrief naar klanten over dit onderwerp (een nieuwsbrief waarvoor Sanjia c.s. zich niet hadden ingeschreven, dus die zij niet ontvingen) en dat het de bedoeling was dat in de database van JAN Accountants zichtbaar zou zijn wie wel / niet in aanmerking kwam.
Ook als de rechtbank uitgaat van de door Sanjia c.s. aangevoerde omstandigheden, ziet zij niet in dat JAN Accountants buiten de opdracht om een spontane adviesverantwoordelijkheid had. JAN Accountants had op zichzelf kunnen weten dat Sanjia c.s. mogelijk belang hadden bij de aanvraag van de TVL-subsidie, zoals alle ondernemingen, maar dat brengt nog niet mee dat JAN Accountants Sanjia c.s. hierop moest wijzen.
JAN Accountants mocht ervan uitgaan dat iedereen van de TVL- mogelijkheid wist. Sanjia c.s. wisten ook daadwerkelijk van het bestaan van de TVL, zo is op de zitting gezegd, alleen wisten ze niet of ze daarvoor in aanmerking kwamen.
De TVL is uitgebreid in de media geweest en het is aan Sanjia c.s. om bij het runnen van hun onderneming kennis te nemen van alle mogelijke relevante overheidsinformatie. De omstandigheid dat de directeur van Sanjia c.s. niet goed Nederlands spreekt, betekent niet dat zij meer mogen verwachten van anderen, zoals hun accountant. Ze moeten zelf dat taalprobleem oplossen. Dit komt dus voor risico van Sanjia c.s.
Ook telt dat er in het buitenland ook overheids-hulpmaatregelen zijn geweest. De uitzonderlijke situatie van de coronapandemie deed zich wereldwijd voor en er waren in verschillende landen maatregelen om de economische gevolgen te verkleinen. JAN Accountants mocht ervan uitgaan dat ook Sanjia c.s. dat wisten en er rustte dan ook geen verplichting op JAN Accountants om specifiek eiseressen van de TVL op de hoogte te stellen.
Verder is van belang dat Sanjia c.s. voor de coronapandemie JAN Accountants niet eerder advies hebben gevraagd over overheidsmaatregelen. Dat betekent dat het voor JAN Accountants niet bekend was dat juist Sanjia c.s. hulp nodig hadden bij dit soort regelingen.
Ook hebben eiseressen in 2020 bij JAN Accountants niet geklaagd over de gevolgen van corona voor hun bedrijfsvoering, waardoor JAN Accountants niet werd getriggerd om specifiek Sanjia c.s. te wijzen op de TVL-subsidie.
De omstandigheid dat JAN Accountants een nieuwsbrief heeft verstuurd en zo (in ieder geval een deel van) haar klantenbestand in algemene zin heeft gewezen op de TVL betekent tot slot niet dat JAN Accountants een verantwoordelijkheid op zich heeft genomen om haar klanten – en speciaal Sanjia c.s. – te informeren. Door het versturen van de nieuwsbrief verschuift de verantwoordelijkheid niet.
De datavergelijking die JAN Accountants in haar database heeft gedaan is onverplicht geweest en het feit dat Sanjia c.s. daaruit niet naar boven zijn gekomen – wat daar de reden ook van is – is dan ook geen tekortkoming van JAN Accountants.
Gelet op het voorgaande komt de rechtbank tot het oordeel dat JAN Accountants niet verplicht was om Sanjia c.s. ongevraagd te adviseren over de mogelijkheden van het aanvragen van TVL. De vorderingen van Sanjia c.s. zullen dan ook worden afgewezen.
Geef een reactie