Tienduizenden ondernemers hebben inmiddels een brief van de Belastingdienst ontvangen waarin staat dat de coronabetalingsregeling wordt ingetrokken vanwege een achterstand in de betalingsverplichtingen, met daarin de aankondiging dat er uiteindelijk (dwang)invorderingsmaatregelen genomen worden wanneer niet voor 29 augustus 2023 betaald is. Daarmee wordt gevolg gegeven aan de mededeling van staatssecretaris Van Rij, die eerder aankondigde dat de Belastingdienst serieus werk gaat maken van het invorderen van de coronabelastingschulden. Hoe dit invorderingsproces verloopt en wat de opties zijn om nog een betaal- of saneringsregeling af te spreken met de Belastingdienst wordt in dit artikel uitgelegd.
Situatie juni 2023
Op dit moment zijn er nog ruim 235.000 ondernemers die een coronaschuld hebben openstaan bij de Belastingdienst. Van deze ondernemers lopen er 97.000 een of meer betalingstermijnen achter. Van degenen die een of meer termijnen achterlopen hebben er 60.000 nog geen een termijn betaald, bij de helft van deze 60.000 ondernemers is er sprake van een pre-coronaschuld en/of sprake van een schuld lager dan € 10.000.
Planning invorderingsmaatregelen coronabelastingschulden
De planning voor het treffen van invorderingsmaatregelen van de coronabelastingschulden is als volgt:
Week 27 | Vanaf deze week verzending brief met intrekking beschikking coronaterugbetalingsregeling. Dagtekening 15 augustus 2023. Gehele schuld betalen voor 29 augustus 2023. | ||||||
Week 36 – 38 | Ondernemers die niet betaald hebben ontvangen voor elke aanslag een aanmaning inclusief € 16 aanmaningskosten, voor zover voor die schuld niet al eerder een aanmaning ontvangen is. | ||||||
Week 38 – 40 | Ondernemers die niet betaald hebben na ontvangen van de aanmaning ontvangen voor elke aanslag een dwangbevel (kosten maximaal € 13.745 per betekening), voor zover voor die schuld niet al eerder een dwangbevel ontvangen is. | ||||||
Week 40 e.v. | Ondernemers die niet gereageerd hebben op het dwangbevel kunnen bezoek van de deurwaarder krijgen die beslag kan leggen of andere dwangmaatregelen kan nemen. Ook kan de Belastingdienst andere invorderingsmaatregelen nemen en zelfs het faillissement aanvragen. Daarbij wordt begonnen bij de ondernemers die nog een pre-coronaschuld open hebben staan. |
Saneringsmogelijkheden
Voor ondernemingen die niet in staat zijn om de achterstallige belastingen en/of andere schulden te betalen, die in de kern financieel gezond en levensvatbaar zijn, is het onder voorwaarden mogelijk om een onderbouwd saneringsverzoek in te dienen bij de Belastingdienst.
Tijdelijke instructie sanering
Als de onderneming niet in staat is om de (corona)belastingschuld terug te betalen is het mogelijk een saneringsverzoek in te dienen conform de Tijdelijke instructie sanering [1] van 15 december 2022 versie 1.7 van de Belastingdienst.
WHOA, MSNP, WSNP
Ook is het mogelijk dat een onderneming een saneringsverzoek indient met gebruikmaking van de WHOA (Wet Homologatie Onderhands Akkoord). Stuur daarbij aan op een minnelijke regeling, de MSNP (Minnelijke Schuldsanering Natuurlijke Personen) of WSNP (Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen). Na het indienen van het verzoek dient de onderneming aan zijn reguliere nieuw opkomende aangifte- en betaalverplichtingen te blijven voldoen [2] en aan alle andere betalings- en aflossingsverplichtingen richting schuldeisers, tenzij hiervoor tijdelijk uitstel is verleend.
Zodra het (pro-forma) verzoek is ingediend dient de onderneming aan zijn reguliere aangifte- en betalingsverplichtingen te voldoen ook dient de onderneming te voldoen aan alle andere betalings- en aflossingsverplichtingen richting schuldeisers, tenzij hiervoor tijdelijk uitstel is verleend.
Soepele regeling tot 30 september 2023
De Belastingdienst hanteert onder voorwaarden een soepele regeling voor saneringsverzoeken die voor 30 september 2023 zijn ingediend. Lukt het niet om voor 30 september 2023 een volledig onderbouwd saneringsverzoek in te dienen, dan is het advies om een pro-forma verzoek in te dienen. De ontvanger geeft de onderneming dan nog maximaal drie maanden de tijd om het verzoek aan te vullen.
Advies
Voor ondernemingen die nu te kampen hebben met achterstanden in de belastingbetalingen (corona en/of regulier) en die voorzien dat ze alleen met een sanering van de schulden bij de Belastingdienst en/of andere schuldeisers kunnen overleven is het belangrijk dat je als accountant of mkb-adviseur in samenspraak met de ondernemer melding van deze omstandigheid doet bij de ontvanger van de Belastingdienst, en aangeeft binnen welke termijn u een onderbouwd saneringsverzoek aanlevert. Voorwaarde is wel dat de onderneming vanaf dat moment aan zijn reguliere aangifte- en betaalverplichtingen blijft voldoen. Is de onderneming niet levensvatbaar, dan kunnen de mogelijkheden van het liquideren van de onderneming – zonder faillissement – worden onderzocht. Ook hiervoor geldt dat het belangrijk is om hierover contact op te nemen met de ontvanger van de Belastingdienst.
Contact opnemen met de Belastingdienst kan door:
- Een brief te sturen naar De Ontvanger van de Belastingdienst, Postbus 100, 6400 AC in Heerlen
- Contact op te nemen met de Belastingtelefoon 0800 – 0543
- Contact op te nemen met uw vaste klantcoördinator
Jan Wietsma is financierings- en WHOA-deskundige en eigenaar van MKB-kredietcoach.
[1] Deze instructie geldt ook voor saneringsverzoeken van ondernemers die niet door de coronacrisis zijn geraakt.
[2] Het gaat om alle verplichtingen die niet onder de sanering vallen.
Teus Klop zegt
Betreft artikel Jan Wietsma; De belastingdienst start met invorderen.
Met belangstelling volg ik de acties van de fiscus.
Wat mij opvalt is, dat men deze zaken puur vanuit de invorderingstechniek benadert.
Mijn ervaring als ex bankier is dat je vaak veel meer kan bereiken ,door niet domweg de openstaande schulden opeisbaar te maken, maar in voorkomende gevallen enig kapitaal toe te voegen ,zodat men weer uit de startblokken kan komen.
Het feit dat men niet reageert duidt erop dat men daar geen heil in ziet,omdat men zonder verdere hulp in een uitzichtloze situatie verkeert.
De opbrengst van de verkoop van wat oud meubilair is verwaarloosbaar, terwijl de invorderingskosten en menselijk leed alsmede de daarmede verbonden kosten gigantisch zijn
Door een menselijke benadering te kiezen