Twaalf ondernemers hebben afgelopen week vergeefs bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) aangeklopt om alsnog hun afgewezen TVL-subsidie te verkrijgen. In veel gevallen ging het om een onderneming die vanuit huis werd gedreven of om een onderneming die alsnog boven de grens van 30 procent omzetdaling dacht uit te komen.
Een ondernemer moet voldoen aan het vestigingsvereiste: de vestiging moet fysiek gescheiden zijn van de privéwoning van de eigenaar en een eigen op- of toegang hebben. Bij de aanvraag voor de TVL kon dat worden aangetoond met een kopie van een huur- of koopovereenkomst, een kopie van een aangifte inkomstenbelasting, waaruit blijkt dat de vaste lasten en kosten van de werkruimte fiscaal aftrekbaar zijn, of een kopie van een ander bewijsstuk.
Begrippen niet gedefinieerd?
In een van de zaken stuurde een man een kopie van zijn IB-aangifte op en twee foto’s van zijn werkruimte. Dat was voor het ministerie de reden om de aanvraag af te wijzen. De ondernemer was het er niet mee eens en gaat voor het CBb de juridische diepte in: ten eerste is de aanvraag gedaan onder de Regeling subsidie financiering vaste lasten MKB COVID-19, maar is de aanvraag afgewezen onder de TVL: de verkeerde regeling, aldus de man. Ten tweede beweert hij dat de begrippen ‘fysieke afscheiding’ en ‘eigen opgang of toegang’ niet zijn gedefinieerd in de TVL of in andere Nederlandse wet- en regelgeving. Bovendien heeft hij onder de TOGS-regeling wél een tegemoetkoming gekregen met dezelfde bewijsstukken. En die deugen, want een IB-aangifte alléén volstaat volgens de regels ook. Het ministerie had dus helemaal geen foto’s van zijn werkruimte mogen opvragen.
Gering verband
En als dat niet werkt, betoogt hij nog dat de toekenning van subsidie niet zou moeten afhangen van de fysieke afscheiding van de werkruimte. ‘Er is slechts een gering verband tussen de vaste lasten van een mkb-onderneming en de fysieke of bouwkundige kenmerken van de vestiging van een mkb-onderneming. Vaste lasten kunnen ook andere vormen aannemen, zoals bijvoorbeeld financieringslasten.’
Cumulatieve vereisten
Maar al zijn verweren worden verworpen. Het college constateert dat het bij de fysieke afscheiding van de privéwoning en de eigen opgang of toegang om twee cumulatieve vereisten gaat waaraan een onderneming moet voldoen. Een inhoudelijke beoordeling van de bewijsstukken is toegestaan. ‘Het enkele feit dat de gegevens zijn verstrekt, betekent nog niet dat daarmee is voldaan aan het vestigingsvereiste. Ook al heeft de ondernemer een kopie van zijn aangifte inkomstenbelasting overgelegd, dan nog heeft de minister terecht getoetst of de ondernemer voldeed aan het vestigingsvereiste.’ Uit de IB-aangifte blijkt de eigen opgang of toegang niet en uit de foto’s blijkt duidelijk dat de werkruimte geen eigen opgang of toegang heeft, nu die via een inpandige trap wordt bereikt.
Dat onder de TOGS-regeling wel een tegemoetkoming is verstrekt, maakt niet uit: ‘Het is immers vaste jurisprudentie dat het gelijkheidsbeginsel niet zover strekt dat een bestuursorgaan gehouden is een eerder gemaakte fout te herhalen. Daarbij neemt het College in overweging dat de ondernemer, omdat hij geen vestiging heeft in de zin van de TVL, ook niet de vaste lasten heeft die voortvloeien uit het hebben en onderhouden van een vestiging.’
Bewust verband
De man werpt nog tegen dat een onderneming ook vaste lasten kan hebben die onafhankelijk zijn van de fysieke of bouwkundige kenmerken van de vestiging, maar het CBb overweegt dat een bewust verband is gelegd tussen de (hoogte van de) vaste lasten van een vestiging en het vestigingsvereiste. ‘Hierbij komt dat de regelgever heeft gekozen voor een forfaitair systeem. Zo’n systeem brengt mee dat de werkelijke vaste lasten van een onderneming in voorkomende gevallen niet overeenkomen met de forfaitaire vaste lasten, maar hoger of lager kunnen zijn. Daarvoor is gekozen om de regeling uitvoerbaar te houden. Dit betekent dat de minister geen rekening hoeft te houden met de feitelijke vaste lasten van een onderneming.’
College van Beroep voor het bedrijfsleven, 26 september 2023
In een andere uitspraak oordeelt het CBb dat een stichting die vakantiehuisjes verhuurt niet louter op grond van een kopie van een zakelijke huurovereenkomst aanspraak kan maken op TVL. De stichting is gevestigd op de bovenverdieping van een privéadres.
Omzeteis geldt ook voor bloemenzaak
Een bloemenzaak heeft vergeefs bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van een TVL-aanvraag. De winkel vond dat de 30 procent-eis voor omzetverlies niet zou moeten gelden voor bloemenwinkels omdat die met bederfelijke waar werken en de zaak vlak voor het ingaan van een lockdown een grote voorraad had moeten vernietigen. In de TVL is daar een opslag voor opgenomen, maar dan moet óók aan de minimale omzetvereiste zijn voldaan, oordeelt het CBb.
‘Boekhoudkundige keuze voor eigen risico’
Een bouwer van escaperooms kan bij het college evenmin alsnog TVL losweken met het argument dat in het betreffende kwartaal (waarin de omzet niet was gedaald) werkzaamheden uit eerdere maanden nog zijn gefactureerd en latere werkzaamheden alvast in rekening zijn gebracht. Dat maakt niet uit voor de beoordeling, aldus het CBb. ‘Dat is een boekhoudkundige keuze van de ondernemer. Het komt voor zijn risico dat hij bij de TVL-aanvraag is afgegaan op het advies van zijn accountant en dat hij op basis daarvan bij de aanvraag een omzet heeft ingevuld die afwijkt van de aangifte omzetbelasting.’
Geef een reactie