In financiële kringen blijkt onenigheid te bestaan over de vraag welke accountants- en belastingadvieskantoren aan de nieuwe Wet bescherming klokkenluiders moeten voldoen. Geldt deze voor een beperkte groep kantoren of voor alle kantoren? Die wet gaat per 17 december in.
Enige weken geleden publiceerde Accountancy Vanmorgen een artikel over de aangepaste Wet bescherming klokkenluiders. Daarin werd gesteld dat meer accountantskantoren per 17 december 2023 een interne meldprocedure voor klokkenluiders moeten hebben. De nieuwe eisen zouden gaan gelden voor accountants- en belastingadvieskantoren met minimaal 50 medewerkers en kantoren die wettelijke controles uitvoeren, ook als zij minder dan 50 medewerkers hebben.
Wwft niet vergeten
Hierop kwam vanuit de branche kritiek. Onder meer Steef de Vries van CompliAbility stelde dat deze informatie onjuist zou zijn. Volgens hem gelden de nieuwe klokkenluiderregels wel degelijk voor álle accountants- en belastingadvieskantoren, ongeacht het aantal medewerkers en de vraag of zij wettelijke controles doen. Kantoren die niet aan de regels voldoen zijn volgens De Vries strafbaar. Zij voldoen immers niet aan vereisten van de Wwft. ‘Een anoniem meldkanaal en de interne meldregeling zijn onderdeel van het risicomanagement om een schending van het Unierecht te voorkomen,’ schreef De Vries op LinkedIn. ‘Is je kantoor of je cliënt betrokken bij witwassen? Reken erop dat de toezichthouder de risicobeheersing komt doorlichten.’
De nieuwe wet
Eerst nog even de achtergronden. Per 18 februari 2023 geldt de Wet bescherming klokkenluiders, als wijziging van de Wet Huis voor klokkenluiders die gold sinds 1 juli 2016. De wetswijziging dwingt accountants- en belastingadviesorganisaties tot aanpassing van hun klokkenluidersregelingen. De wijzigingen voorzien onder meer in concrete, korte termijnen voor ontvangstbevestiging en onderzoek van een melding, de mogelijkheid van mondeling melden en het registreren van meldingen in een register.
De voornaamste wijziging ten opzichte van de oude wet is dat melders (‘klokkenluiders’) nu niet meer eerst intern, bij de organisatie, moeten melden. Zij kunnen direct melden bij een bevoegde autoriteit. Die autoriteit kan het Huis voor Klokkenluiders zijn, maar ook andere instanties die nu als ‘bevoegde autoriteit’ zijn aangemerkt zoals AFM, DNB en NZa. Om toch zelf de regie te behouden zouden kantoren hun klokkenluidersregeling open kunnen stellen voor iedere potentiële melder (bijvoorbeeld partners van medewerkers en zelfstandigen die niet in een ondergeschiktheidsrelatie verkeren) en niet alleen voor werknemers. Daarnaast kunnen organisaties intern en in het openbaar de nodige ruchtbaarheid geven aan de eigen klokkenluidersregeling, bijvoorbeeld door die op een prominente plaats – en onder een duidelijke titel zoals ‘klokkenluidersregeling’ – op de eigen website en op het eigen intranet te publiceren.
Zo zit het volgens NBA
Maar voor welke kantoren gelden de nieuwe aanscherpingen precies? Navraag bij de NBA leert in de eerste plaats dat het antwoord niet zo eenvoudig is. Een woordvoerder spreekt van ‘een stuk of 16 richtlijnen’ waarin informatie over klokkenluidersregelingen is te vinden. Een jurist van de beroepsorganisatie komt met de volgende verklaring, die aansluit bij een eerdere publicatie op accountant.nl:
a) Op grond van de Wet bescherming klokkenluiders (Wbk) moeten alle accountantskantoren, waar doorgaans ten minste 50 werknemers werkzaam zijn, per 17 december 2023 beschikken over een interne procedure voor het melden van een vermoeden van een misstand binnen de eigen organisatie. Dit volgt uit artikel 2 lid 1 van de Wbk. Accountantskantoren met doorgaans ten minste 250 werknemers moesten al eerder over een dergelijke interne procedure beschikken, namelijk sinds de gedeeltelijke inwerkingtreding van de Wbk op 18 februari 2023.
b) Artikel 2 lid 3 van de Wbk maakt een uitzondering op de bovengenoemde hoofdregel. De ondergrens van vijftig werknemers geldt niet voor een werkgever die valt onder het toepassingsgebied van de Uniehandelingen die zijn genoemd in de delen I.B en II van de bijlage van Richtlijn (EU) 2019/1937 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2019. Wij gaan er dus van uit dat deze uitzondering in ieder geval van toepassing is op accountantskantoren die wettelijke controles uitvoeren. Deze accountantskantoren moeten dus ook per 17 december 2023 beschikken over een interne procedure voor het melden van een vermoeden van een misstand binnen de eigen organisatie.
c) Voor de vraag of ook andere accountantskantoren met doorgaans minder dan vijftig werknemers een dergelijke interne procedure moeten instellen, verwijzen wij naar de Uniehandelingen die zijn opgesomd in de delen I.B en II van de bijlage van Richtlijn (EU) 2019/1937 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2019.
Of geldt dit toch voor iedereen?
De NBA trekt dus dezelfde conclusie als Accountancy Vanmorgen. Desgevraagd blijft Steef de Vries bij zijn standpunt dat de beroepsorganisatie en andere de richtlijnen verkeerd lezen. In een e-mail laat hij weten:
‘Alle wwft-plichtige instellingen moeten een adequate voorziening treffen voor medewerkers – of personen in een vergelijkbare positie -, om overtredingen van de Wwft anoniem te kunnen melden. Dat staat namelijk in artikel 20a van de Wwft. Dat betekent dus dat Wwft-plichtige instellingen sowieso een anonieme meldfaciliteit moeten inrichten om compliant te zijn aan die wet. Het niet voldoen aan verplichtingen in de Wwft kan strafbaar zijn.
Een inbreuk op het voorkomen van witwassen en terrorismefinanciering is bovendien een inbreuk op het Unierecht. Dat blijkt namelijk uit artikel 2, lid 1, sub a, onder ii van de EU-richtlijn inzake de bescherming van personen die inbreuken op het Unierecht melden. Dat blijkt ook uit de 4e anti-witwasrichtlijn en waarop de Wwft is gebaseerd. In de nieuwe EU-richtlijn (dat is dus de basis voor de nieuwe Wet bescherming klokkenluiders), overweegt men namelijk dat in alle uniehandelingen waarvoor is bepaald dat er een klokkenluidersregeling moet zijn – en waar juridische entiteiten zich aan moeten houden -, dat deze minimaal aan de eisen van de Wet bescherming klokkenluiders moet(en) voldoen (zie overweging 20). In de bijlage, deel II A.2, wordt vervolgens gesteld dat artikel 3, lid 1 van de EU-richtlijn van toepassing is op de vierde anti witwas richtlijn waarnaar wordt verwezen.
Kortom; uit artikel 3, lid 1 van de EU-richtlijn inzake de bescherming van personen die inbreuken op het unierecht melden, blijkt dat eerst artikel 20a van de Wwft van toepassing is en waardoor wwft-plichtige instellingen een anoniem meldkanaal moeten inrichten (alle wwft-plichtige instellingen moeten hieraan voldoen, ongeacht hun omvang) en vervolgens is ook de EU-richtlijn van toepassing voor zover een aangelegenheid niet in de Wwft is geregeld. Aanvullende eisen worden vervolgens via de Wet bescherming klokkenluiders geregeld. In minder ingewikkelde taal is dat overigens ook eenvoudig en expliciet te vinden op de website www.wetbeschermingklokkenluiders.nl. Hier is te vinden alle dat organisaties werkzaamheden verrichten op het gebied van het voorkomen van witwassen en terrorismefinanciering een interne meldprocedure moeten opstellen conform de Wet bescherming klokkenluiders. Ook als zij minder dan 50 medewerkers in dienst hebben.’
Advies NBA
De NBA adviseert leden om bij inhoudelijke vragen over de Wbk contact op te nemen met het Huis voor klokkenluiders. Daarnaast adviseert de NBA haar leden om op vrijwillige basis een interne klokkenluidersprocedure in te stellen wanneer er meer dan geringe twijfel bestaat over de wettelijke verplichting daartoe.
Geef een reactie