
Over de belastingjaren 2021 en 2022 was het fictieve rendement op sparen vrijwel nul en dit jaar wordt dat naar verwachting 0,92 procent. Maar hoe zit het met betaalrekeningen? Daarover wordt doorgaans geen rente ontvangen. Toch hanteert de belastingdienst ook hier een fictief rendement. Volgens fiscalisten is dit vragen om rechtszaken.
Fiscalist Cor Overduin van accountant- en adviesbureau Grant Thornton stelt donderdag tegenover De Telegraaf dat rentes op betaalrekeningen vrijwel overal nul procent zijn. Toch haalt de fiscus met de toepassing van het fictieve rendement wel belasting binnen over die tegoeden. ‘Volgens onze berekeningen zo’n 75 miljoen euro. Dat is zeker 10 procent van alle belasting over bank- en spaargeld dat bij de Belastingdienst binnenkomt. In 2024 stijgt het bedrag zelfs naar ruim 130 miljoen euro.’
Nieuwe rechtszaken?
Mocht demissionair staatssecretaris Van Rij al hebben gedacht dat hij de box 3-soap tot een succesvol einde heeft gebracht, dan kan zijn opvolger zijn of haar borst nat maken. Belastingspecialist Robert Schwarz van account- en adviesbureau PwC zegt tegen De Telegraaf dat hij niet verbaasd zal zijn als tegen het fictieve rendement op betaalrekeningen nieuwe rechtszaken worden aangespannen. ‘Er lopen al veel zaken van mensen die vinden dat ze onterecht vermogensbelasting betaalden. En er zijn ongetwijfeld óók mensen de vinden dat ze ten onrechte belasting moeten betalen over geld op hun betaalrekening. Ik kan me voorstellen dat zij zulke zaken voorleggen aan een belastingrechter’, aldus Schwartz in de Telegraaf.
Hoge Raad
Voor de belastingjaren van 2023 tot en met 2026 geldt een overgangssysteem waarbij de fiscus met fictieve rendementen werkt. In 2027 zou er een stelsel moeten komen dat grotendeels op daadwerkelijk behaalde rendementen is gebaseerd. Ondertussen blijven belastingplichtigen in onzekerheid. Volgens een advies van de advocaat-generaal van de Hoge Raad is met name het fictieve rendement op beleggingen discutabel. Wat betreft spaargeld is dit fictieve rendement ‘waarschijnlijk realistischer’, maar hierdoor schendt de overgangsregeling volgens de advocaat-generaal het discriminatieverbod en het eigendomsgrondrecht minstens evenzeer en even systemisch als de oudere regeling voor de vermogensbelasting, waar de Hoge Raad eerder een streep door zette.
Neemt de Hoge Raad dit advies over, dan moet het stelsel van fictieve rendementen over de jaren 2023 tot en met 2026 weer op de schop.
Bron: De Telegraaf
Overige beleggingen worden ook tegen 6% afgerekend ook wanneer er een werkelijk rendement van 3,2% gerealiseerd wordt. Dit kan de fiscus weten omdat dit een hypothecaire lening betreft
Heb in 2005 hypotheek verstrekt aan mijn zoons.
Hypotheek rente is 1,75%
No ziet de belastingdienst dit als overige bezittingen waar dus een fictief rendement van 6,04%over wordt berekend.
Per saldo betaal ik meer box 3 belasting dan dat ik aan rente ontvang.
Schandalig dat er met zo’n grote kam wordt gekeken naar een al 18 jaar durende hypotheek overeenkomst die ik niet zomaar kan opzeggen.