De samengestelde prestatie van een ondernemer, bestaande uit het ter beschikking stellen van kajuitzeiljachten en het gebruik van voorzieningen in een jachthaven, is naar het oordeel van de rechtbank Noord-Holland niet aan te merken als het geven van gelegenheid tot sportbeoefening onder terbeschikkingstelling van een sportaccommodatie. Dat betekent dat het verlaagde btw-tarief niet van toepassing is.
Een ondernemer verhuurt kajuitzeiljachten en huurt daartoe een accommodatie aan de wal van waaruit de verhuur van de kajuitzeiljachten plaatsvind. Het gedeelte van de jachthaven dat de ondernemer huurt, beschikt over 19 ligplaatsen met aanlegsteigers, een kantoorgebouw met receptie en een sanitaire ruimte met daarin douches en toiletten. De huurders krijgen, na betaling van de huur, het recht om gebruik te maken van de kajuitzeiljacht, de aanlegsteigers, de parkeergelegenheid, de toiletten en de douches en de stroom-water-en afvalvoorzieningen.
De rechtbank Noord-Holland buigt zich over een geschil met de inspecteur over het ter beschikking stellen van de kajuitzeiljachten en of dat gezien moet worden als het geven van gelegenheid tot sportbeoefening. Daardoor zou dan het verlaagde btw-tarief van toepassing zijn met betrekking tot de verhuur van de kajuitzeiljachten, zoals de ondernemer vindt.
De ondernemer bepleit dat hij een sportaccommodatie ter beschikking stelt van waaruit deze sportbeoefening plaatsvindt. Het ter beschikking stellen van een kajuitzeiljacht met bijkomend dienstbetoon in combinatie met de ter beschikking stelling van de vertrek- en aankomststeiger met bijbehorende (sanitaire) voorzieningen en begeleiding, service en instructie, maakt volgens hem dat sprake is van een sportaccommodatie. Het zeilen met een kajuitzeiljacht wordt volgens hem gekenmerkt met een niet te verwaarlozen lichamelijk bestanddeel.
Geven van gelegenheid tot sportbeoefening niet aan de orde
De inspecteur stelt dat de (samengestelde) prestatie van de ondernemer kwalificeert als de verhuur van vaartuigen en niet als het geven van gelegenheid tot sportbeoefening. Uit de huurvoorwaarden blijkt niet dat de ondernemer naast de verhuur van een kajuitzeiljacht, zich verbindt tot het verrichten van aanvullende diensten.
De aangeboden jachthavenfaciliteiten voor de huurders van de kajuitzeiljachten zijn daarom volgens de inspecteur van ondergeschikt belang bij de verhuur van de vaartuigen. Zij vormen reguliere, bij de verhuur bijkomstige dienstverrichtingen.
De rechtbank beaamt dat beide partijen het erover eens zijn dat de ondernemer een samengestelde dienst aanbiedt, bestaande uit de verhuur van de kajuitzeiljachten en het mogen gebruikmaken van de voorzieningen in de jachthaven.
Bij het geven van gelegenheid tot sportbeoefening en de toepassing van het verlaagde btw-tarief hoort, volgens de rechtbank, ook het recht gebruik te maken van sportaccommodaties zoals dat beschreven is in artikel post 14 van Bijlage III bij Btw-richtlijn 2006.
Geen recht van gebruik accommodatie
Een accommodatie moet daarvoor wel bestemd zijn voor sportbeoefening en lichamelijke opvoeding. De rechtbank is van oordeel dat uit de vaststaande feiten niet kan worden geconcludeerd dat sprake is van het ter beschikking stellen van een (recht van gebruik van een) sportaccommodatie.
De ligplaatsen, de sanitaire voorzieningen en de overige in de jachthaven aanwezige voorzieningen die de ondernemer ter beschikking stelt kunnen op zichzelf en ook niet tezamen worden aangemerkt als een sportaccommodatie. Deze voorzieningen zijn namelijk gelet op de aard en inrichting daarvan duidelijk niet bestemd voor het beoefenen van sport.
Ook acht de rechtbank deze voorzieningen niet daadwerkelijk nodig voor de door de ondernemer gestelde beoefening van (zeil)sport met de door hem verhuurde kajuitzeiljachten.
Deze voorzieningen strekken enerzijds tot de stalling van de kajuitzeiljachten in de jachthaven, anderzijds wordt daarmee voorzien in een zeker comfort voor de gebruikers ervan.
De conclusie is dat de (samengestelde) prestatie van de ondernemer, bestaande uit het ter beschikking stellen van kajuitzeiljachten en het gebruik van de voorzieningen in de jachthaven, niet is aan te merken als het geven van gelegenheid tot sportbeoefening onder terbeschikkingstelling van een sportaccommodatie.
Dit betekent dat het verlaagde tarief niet van toepassing is.
De rechtbank komt wel tegemoet aan een verzoek van de ondernemer om een immateriële schadevergoeding. Vanaf de datum van het eerste bezwaarschrift tot aan de datum van de uitspraak zijn immers 67 maanden verstreken.
Dat betekent dat de redelijke termijn met 43 maanden is overschreden waardoor de ondernemer recht heeft op een vergoeding.
Geef een reactie