Een regering moet een dusdanig klimaatbeleid opstellen dat inwoners worden beschermd tegen negatieve gevolgen van de opwarming van de aarde, zo oordeelde het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) dinsdag.
Het hof oordeelde in drie zaken die waren aangespannen wegens tekortschietende regelgeving. Een groep Portugese jongeren claimde klimaatschade, maar haalde het niet omdat ze eerst alle nationale rechtsmiddelen moeten aanwenden voordat ze in Europa een zaak starten. Een Franse ex-burgemeester zag zijn klacht ook afgewezen worden omdat hij niet als slachtoffer kan worden aangemerkt: hij woont al een tijdje niet meer in de plaats waar hij burgemeester was.
Gezondheidsschade door afwezig beleid
Succes was er wel voor Zwitserse vrouwen die zich hadden verenigd in de groep ‘Klimaseniorinnen’. Zij vinden dat de overheid te weinig heeft gedaan om hogere temperaturen en hittegolven tegen te gaan; daardoor lijden zij gezondheidsschade, was de claim. Die slaagde, want de Grote Kamer vindt dat de Zwitserse overheid te weinig heeft gedaan om opwarming te voorkomen. Dat is in strijd met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens: respecteren van het privé- en familieleven. Ook het recht op een eerlijke rechtsgang is geschonden.
Staten moeten dus ‘genoeg’ maatregelen nemen tegen klimaatverandering, oordeelt het EHRM. De verwachting is dat die opvatting nu ook in nationale rechtszaken een rol gaat spelen. In Nederland was de Hoge Raad in 2019 in het Urgenda-arrest al van oordeel dat de overheid meer moest doen om de uitstoot van broeikasgassen te verlagen.
Geef een reactie