
De NBA heeft met betrekking tot het onderwerp fraude een analyse uitgevoerd op controleverklaringen van 109 entiteiten. In 2021 is voor het eerst gekeken naar de fraudesecties in de verklaringen van oob-entiteiten en enkele vrijwillige toepassingen voor niet oob’s. ‘De oob-populatie van 2021 bestond voornamelijk uit beursgenoteerde (AMX- en AEX-)entiteiten. Voor verslagjaar 2022 hebben wij breder gekeken door de populatie te verspreiden over diverse sectoren en door een groter aantal niet-oob-entiteiten toe te voegen.’ Er is onder meer rekening gehouden met sectoren die handelen met Rusland of Oekraïne, onderhevig zijn aan de hoge inflatie, gevoelig zijn voor de impact van Covid-19 inclusief de terugbetaling van de overheidssteun of gevoelig zijn in verband met de ME-too-beweging. Er zijn ook fraudesecties in controleverklaringen van overheidsorganisaties geanalyseerd.
Boiler plate templates
De analyse biedt, in de woorden van de NBA, ‘bijzondere inzichten’. Allereerst blijken er nogal wat verschillen te zijn in de manier waarop accountantsorganisaties frauderisico’s identificeren. ‘Er zijn accountantsorganisaties die een breed scala aan risico’s identificeren, terwijl anderen slechts enkele risico’s benoemen. Soms is de tekst in de sectie ‘Controleaanpak frauderisico’s’ met name gebaseerd
op boiler plate templates.’ NBA en belanghebbenden zouden graag meer klantspecifieke rapportering en met name actuele ontwikkelingen aangaande bepaalde casuïstiek zien.
Risico’s gemist
Bij vergelijkbare woningcorporaties verschilt het aantal frauderisico’s tussen de een en drie. Maar die zijn niet altijd door de accountant benoemd: ‘Als we de bestuursverslagen van de verschillende woningcorporaties lezen dan zien we bijvoorbeeld ook dat de bestuurders bepaalde frauderisico’s identificeren die de accountant niet heeft geïdentificeerd. Het gaat dan om frauderisico’s die door andere accountants bij andere woningcorporaties wel worden geïdentificeerd.’ Die verschillen zijn er ook bij onder meer decentrale overheden en entiteiten in het mkb.
Van best in class tot copy-paste
Is er een bevinding, dan is dat voor zowel grote als kleine accountantsorganisaties reden om uitgebreider te gaan rapporteren in de sectie ‘Controleaanpak frauderisico’s’. Maar over het algemeen zijn er grote verschillen in de manier van rapportering. ‘Sommige zijn ‘best in class’ en gebruiken dit als een kans om meer transparantie te bieden. Je ziet dit terug aan het aantal risico’s dat wordt uitgewerkt en de diepgang van de uitwerking in de controleverklaring. We stellen ook vast dat de rapportering
in de sectie ‘Controleaanpak frauderisico’s’ soms lijkt op een copy-paste-opgave, die daardoor algemeen van aard is en niet veel transparantie oplevert. Er zijn situaties dat er amper verschillen te zien zijn in de controleverklaringen behorend bij één accountantsorganisatie en dat er onjuistheden worden genoemd in controleverklaringen omdat de teksten niet cliënt-specifiek zijn gemaakt. In dit geval schiet het rapporteren in de sectie ‘Controleaanpak frauderisico’s’ zijn doel voorbij en lijkt het opnemen van de teksten op een verplichte actie zonder dat daarbij het belang van transparantie voor de gebruikers van de jaarrekening goed wordt onderkend.’
Risico’s bij oob’s vaker niet onderkend
Het frauderisico ten aanzien van opbrengstverantwoording is in ongeveer 30% van de geselecteerde controleverklaringen (33 keer) niet onderkend, aldus de NBA. ‘Dit gebeurt substantieel meer in de verklaringen van oob’s (67% van de oob-populatie) dan in de verklaringen van de niet-oob’s (17% van de niet-oob-populatie). In 19 controleverklaringen (57%) is de reden van het weerleggen wel nader toegelicht.’
Bestuursverslag altijd deponeren
De NBA merkt nog op dat voor 66% van de niet-oob-jaarverslagen geen bestuursverslag is gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel. ‘Dit is wettelijk toegestaan, maar is het wenselijk?’ De NBA vindt dat er actief gehandhaafd moet worden op tijdige deponering van jaarverslaggeving en dat
de mogelijkheid om het bestuursverslag niet te deponeren bij het handelsregister moet komen te vervallen voor alle controleplichtige entiteiten. ‘Het ten kantore leggen van het bestuursverslag komt transparantie over de risico’s die hierin zijn opgenomen niet ten goede. Bovendien is vanuit de sectie ‘Controleaanpak frauderisico’s’ in de controleverklaring meermaals verwezen naar teksten in het bestuursverslag. Als deze teksten niet toegankelijk zijn voor het brede maatschappelijke verkeer voegt een verwijzing hiernaar in de sectie ‘Controleaanpak frauderisico’s’ in de controleverklaring weinig
waarde toe. Het verdient aanbeveling dat de certificerende accountant hier acht op slaat en de cliënt aanmoedigt om het bestuursverslag bij de Kamer van Koophandel te deponeren.’
Overigens zag de NBA in enkele bestuursverslagen vermeldingen van voorvallen van vermoede fraudes die niet een op een aansloten op de informatie in de sectie ‘Controleaanpak frauderisico’s’ in de bijgevoegde controleverklaring. ‘Dit is opmerkelijk in situaties waarin zich (vermoede) fraude heeft voorgedaan, waarover de entiteit zelf wel rapporteert, maar de accountant niet en waar de accountant in dat geval ook niet naar verwijst.’
Niet kritisch op klant
De accountant mag soms wat kritischer zijn op de klant, zegt de NBA tot slot. ‘We hebben in één situatie vastgesteld dat een accountant vier jaar achter elkaar in de paragraaf overige informatie vermeldt dat de betrokken cliënt, die daartoe wettelijk verplicht is, geen bestuursverslag heeft opgesteld. In feite
zou voortdurende overtreding van wet- en regelgeving (standaard 250) moeten leiden tot heroverweging van de cliëntrelatie. Het is niet duidelijk in hoeverre dit aan de orde is geweest en waarom dit er niet heeft toe geleid dat de betrokken cliënt voldoet aan de wettelijke plicht en een jaarverslag heeft opgesteld.’
Scherp zijn op gevoelige informatie
Beter lezen is ook een tip: zo zijn in een aantal verslagen van de raad van commissarissen de notulen integraal opgenomen: ‘Wij adviseren de betrokken accountants in het kader van de standaard 720 werkzaamheden gericht op de overige informatie de informatie in de bestuursverslagen kritisch door te nemen. Daarbij gaat het niet alleen om het lezen en beoordelen van de juistheid van de informatie in lijn met de informatie die bij de controle is opgedaan, maar ook op het onbedoeld delen van gevoelige bedrijfsinformatie.’
Continuïteit: meer generieke teksten
De NBA heeft ook bekeken hoe invulling wordt gegeven aan de continuïteitsrapportage. Daarvoor zijn in totaal 83 (2021: 62) jaarrekeningen en controleverklaringen geanalyseerd. Een deel daarvan had betrekking op jaarverslagen van bedrijven die ook vorig jaar zijn onderzocht. En daarin merkt de NBA op: ‘We zien in 2022 meer generieke teksten dan in 2021.’
De teksten van de sectie controleaanpak continuïteit zijn ingedeeld in de drie categorieën specifiek, gedeeltelijk specifiek en generiek. In de meeste gevallen krijgen de teksten het predicaat generiek. ‘Hierbij zagen we ook een relatie met het aantal werkzaamheden: bij de meer specifieke teksten waren
er vaker meer controlewerkzaamheden genoemd. Dit betekent niet dat wij van mening zijn dat een opsomming van veel werkzaamheden automatisch meer inzicht geeft.’
Meer continuïteitsvragen aan management niet-oob’s
Zowel bij oob- als niet-oob-ondernemingen wordt in grote mate beoordeeld of het management alle relevante informatie heeft verwerkt in de continuïteitsveronderstelling. ‘Bij de overige werkzaamheden zien we wel verschillen; zo komt het inlichtingen vragen aan management inzake de continuïteitsrisico’s vaker voor bij de niet-oob-ondernemingen als bij de oob-ondernemingen. Daarentegen worden bij oob-ondernemingen vaker werkzaamheden gerapporteerd over de analyse van de financiële positie per jaareinde en vergeleken met voorgaand jaar, om aanwijzingen te verkrijgen over mogelijke continuïteitsrisico’s.’
Bij oob-ondernemingen gebruikt de accountant in driekwart van de gevallen voorbeeldteksten van de NBA; bij niet-oob-ondernemingen ligt dit percentage rond de 50%. ‘De NBA is blij dat de voorbeeldteksten zo vaak worden gebruikt door de beroepsgroep. Maar wij willen hier herhalen dat deze teksten puur als voorbeeld zijn bedoeld en wel klantspecifiek moeten worden gemaakt.’
Geef een reactie