De Ernst & Young-accountant die de jaarrekening over het boekjaar 2008 van de DSB Bank controleerde heeft van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) de maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van zes maanden opgelegd gekregen. Het gebrek aan diepgang en aan een professioneel-kritische instelling van de EY-accountant heeft er volgens het CBb toe geleid dat de controle van belangrijke posten op de balans van DSB op te mechanische wijze is uitgevoerd.
In november 2012 heeft de Accountantskamer de klacht over de controle al voor een belangrijk deel gegrond verklaard en legde hem de maatregel van berisping op. Zowel de accountant als AFM stelden hierop hoger beroep in.
In de vandaag gedane uitspraak heeft het CBb de klacht op een aantal wezenlijke onderdelen alsnog gegrond verklaard. Naar het oordeel van het CBb heeft de accountant geen of te weinig oog gehad voor een aantal belangrijke, DSB betreffende interne en externe factoren, die van wezenlijke invloed waren op de inschatting en uitvoering van de controlewerkzaamheden. Zo heeft de accountant, voorafgaand aan de aanvang van zijn werkzaamheden, nagelaten een zestal omstandigheden mee te wegen en zo nodig waarborgen te treffen tegen de uit die omstandigheden voortvloeiende controle-risico’s. Die omstandigheden betreffen de kredietcrisis en de specifieke gevolgen daarvan voor DSB, de vergaande verwevenheid tussen DSB Bank en DSB Beheer, een opmerkelijk gebrek aan continuïteit bij de invulling van sleutelposities binnen DSB, het verhoogd toezicht door De Nederlandsche Bank (DNB) en de geuite zorgen van zowel DNB als AFM over het functioneren en de positie van DSB, de door AFM opgelegde bestuurlijke boetes en de maatschappelijke onrust en negatieve berichtgeving in de media over de bedrijfsvoering van DSB en het gehanteerde verdienmodel.
Uit de uitspraak blijkt verder dat de accountant op meer punten tekort is geschoten. Het CBb vindt dat het gebrek aan diepgang en aan een professioneel-kritische instelling van de accountant ertoe heeft geleid dat de controle van belangrijke posten op de balans van DSB op te mechanische wijze is uitgevoerd. Het College vindt dat dit handelen en nalaten de accountant ernstig moet worden aangerekend en legt de accountant de maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van zes maanden op.
DSB Bank werd in 2009 werd beschuldigd van financiële wanpraktijken en kreeg het een aantal boetes opgelegd door de AFM. Op 19 oktober 2009 is de bank failliet verklaard.
Geef een reactie