Het bedrag is € 273.000 dat de betrokken AA in de perioden 2008-2012 te weinig aan BTW zou hebben afgedragen en waarvoor de betrokken – inmiddels heeft hij zichzelf al uit het register laten uitschrijven – accountant zich in februari voor de Accountantskamer moest verantwoorden nadat hij door het Functioneel Pakket hiertoe was opgeroepen. De fraude kwam aan het licht bij een boekenonderzoek nadat het kantoor zich had aangemeld voor een Horizontaal Toezicht Convenant.
Op de zitting van de Accountantskamer op 13 februari jl. werden de bedragen uiteindelijk niet door de betrokken accountant bestreden. De fraude werd geconstateerd nadat de accountant voor zijn kantoor een ‘fiscaal dienstverleners convenant’ met de Belastingdienst wilde afsluiten.
Het boekenonderzoek vond begin 2013 plaats in het kader van de voorbereidingen voor het aangaan van een HT-convenant. Daarbij constateerde de Belastingdienst fraudes die vervolgens hebben geleid tot een strafrechtelijk onderzoek. In de periode eindoktober 2013 en augustus 2014 heeft de Belastingdienst/FIOD een onderzoek uitgevoerd naar ‘opzettelijk onjuist ingevulde aangiften omzetbelasting’ van zowel het accountantskantoor als de holding waarvan de betrokken AA eigenaar was.
Bij het onderzoek in het kader van de aanloop naar een convenant Horizontaal Toezicht constateerde de Belastingdienst dat er ‘sprake was van een relatief hoge voorbelasting’ bij de holding van de accountant. Dit triggerde verder onderzoek met de uitspraak van de Accountantskamer als voorlopig resultaat.
De Accountantskamer vond doorhaling een toepasselijkemaatregel. De betrokken accountant mag zich de eerstkomende 7 jaren ook niet opnieuw inschrijven. Lees hier de volledige uitspraak van de Accountantskamer.
Geef een reactie