Stel: uw werkgever vindt het noodzakelijk dat u in een representatieve auto rijdt. U gebruikt uw auto niet voor privékilometers. U financiert de auto voor een deel voor. En u denkt: die kosten kan ik aftrekken van de belasting!
Nee dus. Alles lijkt er goed uit te zien om fiscaal vriendelijk, zakelijkgebruik te kunnen maken van een bedrjfsauto. Toch denkt de Belastingdienst daar anders over. Niet over een eventuele bijtelling, dat was in onderhavige casus – middels een ‘verklaring geen privégebruik’ goed geregeld.
Wat overbleef was de fiscale behandeling van de door de medewerker betaalde aanschafkosten. De werknemer wilde deze opvoeren als negatief loon –blijkbaar heeft hij de € 8.646 die hij bij droeg niet van zijn werkgever terug gekregen – en in mindering brengen op zijn aangifte IB.
De inspecteur was het daar niet mee eens en krijgt hierin van de Rechtbank Den Haag gelijk. Volgens de Rechtbank zijn er geen bijzondere omstandigheden die zo’n aftrek rechtvaardigen. ‘De door eiser genoemde omstandigheden dat het voor hem, gelet op zijn functie, het aantal te rijden kilometers en de in de auto door te brengen tijd, belangrijk was een goede zakelijke auto te rijden zijn niet als dergelijke bijzondere omstandigheden aan te merken. Evenmin is gebleken dat eiser zich aan het aanvaarden van de ter beschikking gestelde auto niet heeft kunnen onttrekken,’ zo stelt de Rechtbank.
Geef een reactie