5.1 Inleiding
Ook bij de omzetbelasting kan men te maken krijgen met boetes. Er zijn twee soorten boetes: verzuimboetes en vergrijpboetes. De Inspecteur kan óf een verzuimboete opleggen óf een vergrijpboete.
5.2 Verzuimboete
Verzuimboetes hebben als doel een gebod tot nakoming van fiscale verplichtingen aan te scherpen. Het enkele feit dat een belastingplichtige aan een dergelijke verplichting niet voldoet, is voldoende om de boete te kunnen opleggen. Hiervoor is opzet of grove schuld niet vereist. Opzet of grove schuld speelt bij vergrijpboetes. Bij afwezigheid van alle schuld wordt geen boete opgelegd. Er wordt ook geen verzuimboete opgelegd in het geval van een ingenomen pleitbaar standpunt. De verzuimboete wordt opgelegd bij voor bezwaar vatbare beschikking. In de volgende gevallen wordt een verzuimboete opgelegd:
(i) BTW-aangifte wordt te laat ingediend. Een verzuimboete kan worden voorkomen door alsnog binnen zeven dagen na afloop van de aangiftetermijn de aangifte in te dienen.
(ii) Het op de aangifte verschuldigde bedrag wordt te laat betaald.
(iii) Er wordt te weinig omzetbelasting betaald, omdat er te weinig omzetbelasting is aangegeven.
(iv) Opgaaf ICP is niet goed.
(v) Er wordt niet voldaan aan bijkomende administratieve verplichtingen.
5.3 Vergrijpboete
Vergrijpboetes kunnen enkel worden opgelegd als er sprake is van opzet of grove schuld. Het is dan aan opzet of grove schuld van de belastingplichtige te wijten dat de omzetbelasting, die bij de aangifte moet worden voldaan, (gedeeltelijk) niet of niet op tijd betaald is. Hieronder wordt ook verstaan het geval, waarin te veel omzetbelasting is teruggevraagd of ontvangen. Een vergrijpboete kan ook worden opgelegd als het aan opzet of grove schuld van de belastingplichtige te wijten is dat niet voldaan is aan een informatieverplichting. Het is aan de Inspecteur om de opzet of grove schuld te bewijzen. Is er geen sprake van opzet of grove schuld, dan kan er een verzuimboete opgelegd worden. De vergrijpboete wordt opgelegd bij voor bezwaar vatbare beschikking. Deze beschikking dient evenwel vooraf gegaan te worden door een kennisgeving, waarin de Inspecteur aangeeft waarom hij een vergrijpboete wil opleggen. De belastingplichtige kan deze kennisgeving betwisten.
5.4 Suppletieaangifte
Een naheffingsaanslag moet worden opgelegd binnen vijf jaar na afloop van het kalenderjaar, waarin de belastingschuld ontstaan is of de teruggaaf verleend is. Boetes (naar aanleiding van een naheffing) kunnen worden voorkomen door het indienen van een suppletieaangifte, waarmee alsnog de te weinig aangegeven BTW wordt aangegeven. Door vrijwillig een suppletieaangifte te doen en het juiste bedrag alsnog te betalen, kan een verzuim- en vergrijpboete worden voorkomen als het BTW-bedrag minder dan € 20.000 is of als het niet 10% of meer is dan het al wel aangegeven bedrag. Er moet wél sprake zijn van een echte vrijwillige aangifte. Van een vrijwillige aangifte is geen sprake meer als de Belastingdienst al op de hoogte is van de onjuistheid van de vorige aangifte.
Geef een reactie