Minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën neemt de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer over om de Rijksbegroting anders in te richten. De Algemene Rekenkamer ziet graag dat de informatie over de toevoegingen en onttrekkingen aan deze reserves wordt verbeterd en niet-openbare afspraken publiek worden gemaakt, zodat democratische controle mogelijk is, passend bij het budgetrecht.
Dat staat in het op 24 maart 2016 gepubliceerde rapport Begrotingsreserves.
Aanleiding voor het onderzoek vormt de groeiende inzet en omvang van begrotingsreserves, waarbij ministers geld apart zetten op een specifieke rekening. Begrotingsregels schrijven sinds 2013 voor dat voor rijksgaranties, -leningen en –borgstellingen in de begroting een reserve wordt opgenomen. Binnen het kasstelsel van de rijksoverheid is de hoofdregel dat in een jaar niet benut geld vrij valt en voor het kabinet beschikbaar komt voor een eventuele nieuwe bestemming. De begrotingsreserve behoort tot de vijf instrumenten die ministers binnen het verplichtingen-kasstelsel hebben om geld over te hevelen naar een ander jaar.
Niet openbaar
Het onderzoek van de Algemene Rekenkamer wijst uit dat over 16 van de 23 begrotingsreserves de vakminister aanvullende afspraken met de minister van Financiën heeft gemaakt die niet openbaar zijn gemaakt.
Elke vakminister meldt nu op Prinsjesdag in de saldibalans wat de stand van een begrotingsreserve is. Het parlement krijgt van de minister veelal geen totaal-overzicht van de manier waarop een begrotingsreserve zich in de tijd heeft ontwikkeld. Gezien het toenemende belang is volgens de Algemene Rekenkamer een verplichting voor ministers tot uitgebreidere toelichting op z’n plaats. De Algemene Rekenkamer raadt aan dat ministers per reserve een overzicht met toelichting in de saldibalans opnemen. Eventuele aanvullende afspraken dienen openbaar te worden.
Binnen de verplichtingen-kasboekhouding die ministeries hanteren is het inzetten van begrotingsreserves een hulpconstructie. De Algemene Rekenkamer beveelt de minister van Financiën aan onderzoek te doen naar de voordelen van een verrijking van het bestaande kasstelsel met een baten-lastenboekhouding. De toelichting binnen zo’n boekhouding is anders, ook omdat dan niet uitgegeven geld niet standaard aan het einde van het begrotingsjaar wordt teruggestort.
Reactie minister
Dijsselbloem reageert positief op alle aanbevelingen. In zijn reactie kondigt hij een uitgebreidere toelichting voor het parlement aan. Ook aanvullende afspraken tussen ministers worden voortaan openbaar gemaakt. Verder zal de minister het parlement informeren welke delen van deze reserves wel of niet juridisch verplicht zijn. De aanbeveling onderzoek te starten naar een rijksbrede toevoeging van een baten-lastenboekhouding wil de minister in een werkgroep samen met de Algemene Rekenkamer gaan vormgeven.
Geef een reactie