In het NBA Nieuws van 1 juli 2016 heeft de NBA mijn bede verhoord om opheldering van wat in de beroepseed nu eigenlijk dat “algemeen belang” is. Het is een beetje een kronkelpad, dus let op.
De weg begint bij Art. 2 van de toelichting op de Verordening op de beroepseed voor accountants. Daarin wordt verwezen naar de memorie van toelichting op de Wet op het Accountantsberoep (MvT). In hoofdstuk 2.2 van de MvT wordt de “vertrouwensfunctie” genoemd. Er staat: “Deze titelbescherming is juist voor het accountantsberoep van belang vanwege de vertrouwensfunctie van de accountant. Gebruikers van financiële verslagen moeten ervan uit kunnen gaan dat het oordeel van de accountant betrouwbaar is”. En even later in hoofdstuk 2.3: “Vanwege de vertrouwensfunctie van een accountant heeft deze beroepsgroep een dusdanige maatschappelijke waarde dat de kwaliteit daarvan geborgd moet worden door publiekrechtelijke normen”.
Handelen in algemeen belang
De NBA haakt in op dit laatstgenoemde citaat in de MvT. We gaan daarvoor terug naar Art. 2 van de toelichting op de Verordening op de beroepseed voor accountants. “Met deze overwegingen … in het achterhoofd is bij de vaststelling van de Verordening gedragscode in het eerste – voor alle accountants geldende – artikel al opgenomen dat het onderscheidend kenmerk van het accountantsberoep is te handelen in het algemeen belang (artikel A-100.1).” Het ene zinnetje “Het onderscheidende kenmerk van het accountantsberoep is de verantwoordelijkheid te handelen in het algemeen belang” verdient bijzondere aandacht. Want zo staat het niet in de MvT.
Geen rechtskracht meer
In de MvT staat in hoofdstuk 2.3: “Naast de publiekrechtelijke beroepsorganisaties van accountants zijn er ook soortgelijke beroepsorganisaties van gerechtsdeurwaarders, advocaten en notarissen, respectievelijk de Koninklijke Beroepsorganisatie voor Gerechtsdeurwaarders, de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie en de Nederlandse orde van advocaten. Het gemeenschappelijke kenmerk van de verschillende beroepsgroepen is dat de beroepsbeoefenaren een vertrouwensfunctie in het maatschappelijke verkeer vervullen. Met het oog op dat maatschappelijk belang moet een beroepsorganisatie waarborgen bieden voor de deskundigheid en betrouwbaarheid bij het uitoefenen van die werkzaamheden”. Dus nee, de verantwoordelijkheid te handelen in het algemeen belang kan niet “het onderscheidend kenmerk” zijn, als dat wordt gedeeld met zoveel anderen.
Bovendien is Artikel A-100.1 is per 4 januari 2014 vervallen. Dus dat heeft nu geen rechtskracht meer.
MvT gericht op openbaar accountant
De MvT is in feite gericht op de openbaar accountant. Dat wordt al meteen duidelijk gemaakt in hoofdstuk 1: “Wel is de accountantsberoepsgroep in brede zin een pluriforme beroepsgroep. Er zijn accountants (veelal AA’s) die zich uitsluitend richten op de advies en samenstelpraktijk voor MKB-ondernemingen. Andere accountants (RA’s en in mindere mate AA’s) verrichten voornamelijk, al dan niet wettelijk verplichte, controles en assuranceopdrachten bij bedrijven en instellingen. Daarnaast zijn er ook nog de interne en overheidsaccountants en accountants in business. In de nieuwe beroepsorganisatie zullen de verschillende groepen accountants gezamenlijk kunnen werken aan de ontwikkeling van hun beroep. Voorwaarde hiervoor is wel dat de diverse belangen van de pluriforme beroepsgroep afdoende worden gewaarborgd”
Pluriformiteit impliceert diverse belangen
In feite staat hier voorop dat pluriformiteit diverse belangen impliceert en dat die niet over een kam kunnen worden gehaald met die van de openbaar accountant. De verschillende belangen moeten “afdoende worden gewaarborgd”. Daarvan uitgaande kan pas daarna in hoofdstuk 2 het oog worden gericht op de openbaar accountant en de daaraan gekoppelde vertrouwensfunctie. “Gebruikers van financiële verslagen moeten ervan uit kunnen gaan dat het oordeel van de accountant betrouwbaar is”. Waarna in hoofdstuk 2.4 opnieuw aan de bestaande pluriformiteit wordt herinnerd. “Het samenbrengen van deze pluriforme beroepsgroep kan leiden tot een vruchtbare kruisbestuiving die ten goede komt aan de beroepsuitoefening. Voorwaarde hierbij is, dat er ruimte is voor verschillen en dat er een evenwicht is tussen de verschillende groepen accountants”. De vertrouwensfunctie wordt in de MvT dus niet gekoppeld aan alle accountants, maar aan de openbaar accountant.
Nu is het dus de vraag of door de NBA in voldoende mate aan deze voorwaarde wordt voldaan. De beroepseed verplicht te stellen voor alle accountants helpt niet om deze vraag bevestigend te beantwoorden.
Inmiddels kan dus worden vastgesteld dat:
- de verwijzing naar Art. A-100.1 niet actueel is, omdat dit artikel per 4 januari 2014 is vervallen; deze zin is overgenomen in de VGBA die vanaf 1 januari 2014 geldig is (een kniesoor kan opmerken dat beide data niet op elkaar aansluiten), maar daar wordt door de NBA niet naar verwezen.
- de verantwoordelijkheid te handelen in het algemeen belang geen onderscheidend kenmerk is voor het accountantsberoep;
- de MvT geen melding maakt van een algemeen belang in samenhang met het accountantsberoep, laat staan van het algemeen belang;
- de MvT is gericht op het openbaar beroep van de accountant waarbij daaraan voorafgaand door de wetgever als voorwaarde is gesteld dat de diverse belangen de pluriforme beroepsgroep afdoende worden gewaarborgd.
Maatschappelijk belang
De enige bron voor “algemeen belang” komt dus van de NBA zelf “en staat in Art. 2 van de VGBA: “Overwegende dat het onderscheidend kenmerk van het accountantsberoep is de verantwoordelijkheid te handelen in het algemeen belang, …”. Maar we zagen al dat het in de MvT gaat om een maatschappelijk belang – en niet om het algemeen belang – en dat het hierbij niet kan gaan om een onderscheidend kenmerk doordat openbaar accountants dat delen met een aantal andere beroepsgroepen. Verwijzing naar de MvT om het Algemeen belang te rechtvaardigen moet dus stranden.
Ook in Art. 2 van de VGBA staat het algemeen belang niet gedefinieerd. Wel staat daar hoe het moet worden gediend: “Teneinde invulling te geven aan zijn verantwoordelijkheid als accountant om te handelen in het algemeen belang, houdt de accountant zich aan de volgende fundamentele beginselen:
- professionaliteit;
- integriteit;
- objectiviteit;
- vakbekwaamheid en zorgvuldigheid; en
- vertrouwelijkheid.
In de toelichting bij de Verordening op de beroepseed voor accountants komt de volgende relativering voor: “Met het gebruik van het begrip ‘algemeen belang’ in de beroepseed is dan ook slechts bedoeld dat de accountant daarmee tot uitdrukking brengt dat hij of zij zich ervan bewust is dat een accountant handelt in het algemeen belang met inachtneming van de invulling die de regelgeving voor accountants daar aan geeft”.
Dwaalspoor
Dus met algemeen belang is door de NBA slechts het bewustzijn bedoeld te handelen in algemeen belang. Zo draaien we in een cirkeltje rond. De wettelijke basis voor de regelgeving is niet het algemeen belang, maar een maatschappelijk belang. Met het algemeen belang wordt het beroep op een dwaalspoor gebracht (in het schema het deel binnen de stippellijn). Het maakt bovendien duidelijk dat ook de VGBA met het algemeen belang niet op de wettelijke grondslag is gebaseerd.
Dat maatschappelijk belang wordt in de MvT wel benoemd: “Gebruikers van financiële verslagen moeten ervan uit kunnen gaan dat het oordeel van de accountant betrouwbaar is”.
Conclusies
Zo langzamerhand kunnen we het volgende concluderen.
- In de beroepseed voegt de eerste zin van het algemeen belang niets toe, want de bedoeling daarvan is slechts dat de openbaar accountant doet wat in de volgende zinnen van de eed staat. “Het algemeen belang” is in deze formulering dus redundant.
- Niet het algemeen belang is de grondslag voor de wettelijke regeling van het openbaar beroep, maar een maatschappelijk belang, namelijk dat gebruikers van financiële verslagen ervan uit moeten kunnen gaan dat het oordeel van de accountant betrouwbaar is. De beroepseed is dus gebaseerd op de onjuiste grondslag van het niet gedefinieerde algemeen belang.
- Het algemeen belang blijkt slechts betrekking te hebben op de invulling voor openbaar accountants van een maatschappelijk belang.
De directe koppeling tussen maatschappelijk belang en openbaar beroep is niet toevallig. Ik zoek naar een reden voor de NBA om voor de beroepseed desondanks van het algemeen belang uit te gaan. Is het om er wat rek in te brengen dat de NBA heeft gekozen voor de onjuiste grondslag van het algemeen belang? Zodat ook al die diverse belangen van de pluriforme beroepsgroep er onder zullen vallen?
Eed in zinloos
Er zij aan herinnerd dat de MvT als voorwaarde stelt dat de diverse belangen van de pluriforme beroepsgroep afdoende worden gewaarborgd, dat er ruimte is voor de verschillen en dat er een evenwicht is tussen de verschillende groepen accountants. Daarop doe ik een beroep bij mijn weigering om de eed af te leggen.
Als accountant in business – zo bedacht door de NBA – heb ik part noch deel in dat gedefinieerde maatschappelijk belang dat de grondslag hoort te zijn van de beroepseed. Daardoor kan ik niet eens meineed plegen. Zo’n eed is zinloos.
Drs. Joost Groeneveld RA RV is accountant in business, specialist in het waarderen van bedrijven en (oud)columnist van Accountancy Nieuws.
Beste Joost,
Het is vanzelfsprekend voor ons oudere accountants verleidelijk om met onze in de loop der jaren opgebouwde ervaring te kijken naar wat de NBA nu weer heeft bedacht, zoals zo’n eed, en ons dan af te vragen of zoiets nu echt wel relevant is. Waarschijnlijk zijn wij het wel eens over de uitkomst van een dergelijke vraag. Echter, is dit wel de goede vraag. Het gaat er toch om, dat de nu volop functionerende collega’s en de aankomende accountants – naast uiteraard door echt goed werk te leveren – door het afleggen van een eed (wat meer ?) vertrouwen wekken bij derden. Bovendien gaat het er toch ook om wat die derden van ons vinden?
Voor de volledigheid: ondanks mijn bedenkingen heb ik inmiddels al wel de eed bewust afgelegd.
Hartelijke groet,
Paul Stoele
Zal of kan de eed meer vertrouwen wekken? Voor het maatschappelijk belang niet. Voor de fundamentele beginselen geldt ‘you have it or you don’t have it’, daar voegt de eed niets aan toe. Het is wachten op de eerste misser en het maatschappelijk verkeer heeft er weer een accountantslachertje bij.