Eumedion kan zich in algemene zin vinden in ruimere interventiebevoegdheden voor De Nederlandsche Bank (DNB) wanneer verzekeraars in onomkeerbare problemen komen. De belangenbehartiger is het echter niet eens met het voorstel van DNB om de bepalingen van dwingend vennootschapsrecht buiten werking te stellen wanneer een verzekeraar in ernstige financiële problemen komt.
Dit schrijft Eumedion in haar ingezonden commentaar op het voorontwerp van de Wet herstel en afwikkeling van verzekeraars. Het voorontwerp voorziet in een versterking en uitbreiding van het afwikkelingskader voor verzekeraars.
Brug te ver
Eumedion kan zich in algemene zin vinden in ruimere interventiebevoegdheden voor DNB wanneer een verzekeraar in onomkeerbare problemen komt. De voorgestelde buitenwerkingstelling van kennisgevingsvereisten en procedurele voorschriften uit het vennootschapsrecht en financieel toezichtsrecht is voor Eumedion echter een brug te ver. De buitenwerkingstelling van al deze vereisten en voorschriften schaadt de belangen van aandeelhouders in ernstige mate en is bovendien onnodig, aldus de belangenbehartiger. Daarnaast vraagt Eumedion zich af of het op grond van Europees recht überhaupt wel is toegestaan om dit in de Nederlandse wet te bepalen.
Rechtsbeschermingsprocedure
De belangenbehartiger van institutionele beleggers vindt verder dat bij de afwikkeling van een verzekeraar de gewone rechtsbeschermingsprocedure van toepassing dient te blijven. Het voorstel van het ministerie om de bestuursrechtelijke bezwaarfase uit te sluiten, doet buitenproportioneel afbreuk aan de rechtszekerheid, aldus Eumedion.
Geef een reactie