Staatssecretaris Wiebes heeft de nota naar aanleiding van het verslag inzake het wetsvoorstel Pensioen in eigen Beheer naar de Tweede Kamer gestuurd. Het kabinet heeft niet het voornemen om nog een verdergaande fiscale faciliteit voor afkoop van een PEB te bieden.
Eigenbeheerlichaam
De leden van de fractie D66 vragen waarom het pensioen dat dga’s hebben opgebouwd bij externe verzekeraars vóór 1 januari 2017 aan de eigen bv moet worden overgedragen. Wiebes antwoordt dat de dga niet verplicht is om vóór 1 januari 2017 het pensioen dat bij een externe verzekeraar is opgebouwd, naar de eigen bv over te dragen. In het wetsvoorstel wordt bepaald dat vanaf 1 januari 2017 een zogenoemd eigenbeheerlichaam geen toegelaten verzekeraar meer is voor de opbouw van een fiscaal gefaciliteerd pensioen. Hieruit volgt dat vanaf 1 januari 2017 geen nieuwe pensioenaanspraken meer kunnen worden opgebouwd in eigen beheer. Voor op 31 december 2016 reeds opgebouwde pensioenaanspraken in eigen beheer blijft op grond van het in het wetsvoorstel opgenomen overgangsrecht een eigenbeheerlichaam wel een toegelaten verzekeraar. Voor deze bij een eigenbeheerlichaam opgebouwde op 31 december 2016 bestaande aanspraken is het ook vanaf 1 januari 2017 mogelijk deze over te brengen naar een ander eigenbeheerlichaam.
Extern verzekerde pensioenaanspraken
Pensioenaanspraken die vóór 1 januari 2017 bij een externe verzekeraar zijn ondergebracht, en die derhalve op 31 december 2016 niet bij een eigenbeheerlichaam zijn verzekerd, vallen niet onder dit overgangsrecht. Voor zulke pensioenaanspraken zijn eigenbeheerlichamen vanaf 1 januari 2017 dan ook geen toegelaten verzekeraar meer. Met als gevolg dat op 31 december 2016 extern (her)verzekerde pensioenaanspraken vanaf 1 januari 2017 niet meer kunnen worden overgedragen naar een eigen beheerlichaam.
Als het verzoek door de externe verzekeraar tot overdracht naar het eigenbeheerlichaam vóór 1 januari 2017 is ontvangen, maar de administratieve afhandeling daarvan pas daarna plaatsvindt, wordt dit aangemerkt als een (toegestane) overdracht in 2016. Als de situatie zo is dat het extern verzekerde pensioen in 2016 niet wordt overgedragen naar een eigenbeheerlichaam en een dga wil zijn PEB beëindigen in 2017, 2018 of 2016, maar heeft daar niet de benodigde middelen voor, dan bevat het wetsvoorstel de mogelijkheid om het PEB om te zetten in een zogenoemde oudedagsverplichting. In dat geval kan het PEB worden beëindigd zonder dat meteen belastingheffing plaatsvindt.
Geen verdergaande fiscale faciliteit afkoop PEB
Het kabinet heeft niet het voornemen om, naast het aansluiten bij de fiscale balanswaarde en de korting op deze fiscale balanswaarde bij afkoop, een verdergaande fiscale faciliteit voor afkoop van een PEB te bieden. Bijvoorbeeld door toe te staan dat bij afkoop niet de gehele fiscale balanswaarde wordt belast, maar alleen het daadwerkelijk aanwezige vermogen. Volgens Wiebes zou dat betekenen dat alleen dit deel wordt belast in de loonbelasting en dat het resterende deel van de fiscale balanswaarde vrijvalt en een in de winst voor de vpb op te nemen voordeel is. Dit zou de facto neerkomen op het gedeeltelijk toepassen van de afzienvariant. En daar is Wiebes geen voorstander van.
Resterende pensioenaanspraak fiscaal geruisloos afstempelen
Wiebes geeft in de nota verder onder mee aan dat het mogelijk is om bij een PEB die reeds tot uitkering komt, de resterende pensioenaanspraak in eigen beheer fiscaal geruisloos af te stempelen. Dit tot de fiscale balanswaarde van de tegenover deze aanspraak staande verplichting. Deze kan dan in samenhang daarmee omgezet worden in een aanspraak ingevolge een oudedagsverplichting. Ervan uitgaande dat de dga in dat geval de AOW-gerechtigde leeftijd reeds heeft bereikt, moet de eerste termijn direct na omzetting in de aanspraak ingevolge een oudedagsverplichting worden uitgekeerd, aldus de staatssecretaris. De duur van de uitkeringstermijn wordt vervolgens bepaald door de (standaard)periode van 20 jaar te verminderen met het aantal jaren tussen het tijdstip van uitkeren van de eerste termijn en het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.
Goedkeuring partner
De voorwaarde dat de partner of gewezen partner van de dga schriftelijk moet instemmen met beëindiging van het PEB door afkoop dan wel omzetting ervan in een aanspraak ingevolge een oudedagsverplichting is in het wetsvoorstel opgenomen ter bescherming van de positie van de partner. Volgens Wiebes wordt hiermee zeker gesteld dat de partner zich bewust is van de afstempeling van de pensioenaanspraak gevolgd door afkoop dan wel omzetting ervan. In de gevallen waarbij de partner niet instemt en het PEB niet kan worden beëindigd, wordt de mogelijkheid om het PEB te beëindigen beperkt door de vereiste expliciete goedkeuring van de partner hiervoor. Het kabinet vindt deze beperking van de keuzemogelijkheid echter minder zwaar wegen dan de bescherming van de positie van de partner.
Oudedagsverplichting
Als het pensioen van de dga is ondergebracht bij een pensioenstichting die kwalificeert als een verzekeraar als bedoeld in artikel 19a, eerste lid, onderdelen d of e, van de Wet LB 1964 is het mogelijk om het pensioen met toepassing van de korting op de afkoopwaarde af te kopen of om te zetten in een aanspraak ingevolge een oudedagsverplichting.
Wiebes bevestigt ook in de nota dat het mogelijk is een oudedagsverplichting over te dragen van de ene naar de andere bv. Bijvoorbeeld in het kader van een reorganisatie.
Oudedagsverplichting in jaarrekening eigenbeheeerlichaam
De oudedagsverplichting moet in de jaarrekening van het eigenbeheerlichaam worden vermeld. Deze verplichting is vormgegeven als een juridisch afdwingbaar recht van de dga jegens het eigenbeheerlichaam, zo stelt Wiebes. Dit sluit aan bij het PEB, dat aan de oudedagsverplichting vooraf is gegaan. Ook een PEB biedt de dga een juridisch recht, aldus de staatssecretaris.
Schenkbelasting en woonplaatsfictie
Als een pensioengerechtigde niet meer in Nederland woont op het moment dat hij besluit af te kopen of om te zetten in een oudedagsverplichting en voorts de woonplaatsfictie niet meer aan de orde is, kan er in het geheel geen schenkbelasting worden geheven. Schenkbelasting kan alleen worden geheven indien de schenker op het moment van de schenking zijn woonplaats in Nederland heeft dan wel de woonplaatsfictie van artikel 3 van de SW 1956 van toepassing is.
Fiscale vereenvoudigingen pensioenlandschap
Wiebes gaat de komende periode een aantal andere suggesties nader onderzoeken om tot fiscale vereenvoudigingen in het pensioenlandschap te komen. Hij noemt als voorbeeld het voorstel om de tijdelijke goedkeuring voor de situatie van een pensioenregeling die een combinatie is van een ouderdomspensioen volgens het middelloon- of beschikbare premiestelsel en een op risicobasis verzekerd partner- of wezenpensioen volgens het eindloonstelsel (combinatieregelingen) permanent te maken.
Nota naar aanleiding van het verslag Pensioen in Eigen Beheer
Geef een reactie