Website Follow the Money (FTM) bijt zich opnieuw vast in de affaire rondom voormalig VVD-voorzitter Henry Keizer, die voor een zachte prijs uitvaartonderneming de Facultatieve overnam. EY speelde daarin een dubieuze rol, aldus FTM. “Accountant EY stond erbij, keek ernaar en keurde het goed.”
FTM dook al eerder in de kwestie-Keizer en zoomt in een nieuwe serie artikelen in op de rol van EY. De vier managers van de Facultatieve, onder wie Keizer, kochten in 2012 het bedrijf met een investering van per saldo € 500.000, waarvan € 470.000 werd geleend. Daarmee werden de vier aandeelhouder in een bedrijf dat volgens EY-accountant Marcel de Kimpe een waarde had van € 31,5 mln. “Deze accountant becijferde het geschenk dat Keizer c.s. zichzelf toekenden op € 19 mln. Hij stond ook toe dat het anders werd genoemd: ‘negatieve goodwill’. Een begrip dat het grootste deel van de mensheid niets zegt.” De Kimpe was tevens controlerend accountant van de oude beheermaatschappij en de vereniging die de aandelen van het bedrijf van de hand deed. “Hij had dus vanuit drie posities op de verkoop toegezien.”
Snoepwinkel
FTM vergelijkt het met de overname van een snoepwinkel door de manager. “Natuurlijk wil de manager dat voor een zo laag mogelijke prijs. Tegelijkertijd weet de manager meer van de werkelijke waarde van de snoepwinkel dan de mensen die eigenaar zijn. Om deze reden is het professionele oordeel van een accountant zo belangrijk: hij kan vertellen dat de manager met zijn handen stiekem in de snoeppotten zit of dat hij een eerlijke prijs betaalt. De Kimpe heeft de leden van de Vereniging echter niet voor het extreem lage bod van Keizer c.s. gewaarschuwd.”
Leer van het gewekte vertrouwen
FTM gaat in op het belang van integriteit en betrouwbaarheid en de belangrijke rol van de accountant. “Hij is de specialist die met zijn deskundige oog de zin van de onzin moet scheiden, daar getrouw verslag van moet doen en uiteindelijk zijn handtekening onder de jaarrekening moet zetten. Als die handtekening er eenmaal staat, moet iedereen op de deugdelijkheid van de jaarrekening kunnen vertrouwen. Zonder dat vertrouwen loopt het spaak in een samenleving.” De site verwijst naar de ‘Leer van het gewekte vertrouwen’ van Théodore Limperg jr. “Vertrouwen is de bestaansvoorwaarde voor de accountant en die wordt volgens Limperg in zeer hoge mate bepaald door zijn onafhankelijkheid. Uiteraard moet een accountant het opleidingsniveau en de kennis en ervaring hebben om de noodzakelijke procedures en werkzaamheden uit te voeren. Maar dat onderscheidt hem niet van gelijkwaardig opgeleide economen of administratieve dienstverleners. Juist de onpartijdige en onafhankelijke ‘state of mind’ en feitelijke positie ten opzichte van partijen, brengt de toegevoegde waarde voor de verschillende gebruikers van de financiële overzichten die hij van zijn handtekening voorziet.”
Vervolgens doet FTM een greep uit zaken waar accountantsorganisaties bij betrokken waren, zoals de Ahold-boekhoudfraude. “List en bedrog spelen in de accountancy-sector al langer een grote rol.” De site zegt binnenkort te komen met een artikel over de handelingen van De Kimpe.
Bron: Follow the Money
Geef een antwoord