
Een rapport dat EY opstelde voor een klant voldoet niet aan de daaraan te stellen eisen, heeft het gerechtshof Den Haag geoordeeld. Als voorbeeld wordt genoemd dat EY in het rapport uitgaat van informatie, aannames en gevolgtrekkingen van de klant, die het accountantskantoor niet zelfstandig heeft onderzocht. Eerder oordeelde ook de rechtbank al vernietigend over het rapport van EY Aruba, onder verwijzing naar het oordeel van een lid van de Accountantskamer.
Het rapport speelt een rol in een zaak tussen het Arubaanse bedrijf Interelectronics en het Haarlemse Vialis Verkeer & Mobiliteit. Het geschil gaat over de beëindiging door Vialis van een distributieovereenkomst die tussen het Nederlandse bedrijf en Interelectronics bestond. De rechtbank Rotterdam wees op 14 december 2014 vonnis in de hoofdprocedure. Daarbij werd Vialis veroordeeld om de schade aan Interelectronics te vergoeden die het Arubaanse bedrijf heeft geleden als gevolg van het voortijdig beëindigen van de distributieovereenkomst door Vialis.
Schadestaatprocedure
In de daaropvolgende schadestaatprocedure kwam Interelectronics met een schadevordering van ruim €2,6 miljoen. Dat bedrag was gebaseerd op een rapport uit 2015 van EY Aruba. Maar het bestaan en de omvang van de gestelde schade werd door Vialis betwist en kon volgens het Haarlemse bedrijf niet worden gebaseerd op het rapport EY, omdat dat rapport niet zou voldoen aan de professionele standaard en ook afgezien daarvan gebrekkig zou zijn.
Lid Accountantskamer als deskundige
Vialis vroeg iemand die lid was van de Accountantskamer om zijn deskundig oordeel over het rapport. De deskundige stelde vragen over het rapport aan de opsteller van het rapport, maar antwoorden bleven achterwege. In zijn rapport van juni 2020 aan Vialis adviseerde het lid van de Accountantskamer om, zolang zijn vragen niet zijn beantwoord, het rapport EY Aruba niet te gebruiken om zich een oordeel te vormen over de werkzaamheden en bevindingen in het rapport EY Aruba, om geen eigen conclusies te trekken op basis van het rapport van EY Aruba en om de rechterlijke autoriteit te wijzen op de onduidelijkheid over de vraag of het rapport kan worden gebruikt in het kader van de objectieve waarheidsvinding.
De rechtbank Rotterdam vond de bezwaren van Vialis tegen het rapport van EY Aruba terecht. De rechtbank was van oordeel dat het rapport EY Aruba zodanige gebreken heeft dat het zich niet leent voor het doel waarvoor Interelectronics het gebruikt, namelijk ter onderbouwing van de omvang van haar schade in de onderhavige schadestaatprocedure.
Hoger beroep
Interelectronics tekende hoger beroep aan, maar het hof komt net als de rechtbank tot het oordeel dat een groot deel van de schadeposten speculatief is. Van die posten kan niet gezegd worden dat ze het gevolg zijn van de wanprestatie van Vialis. Ten aanzien van een schadepost waardeert het hof de schade op een lager bedrag dan de rechtbank. De wettelijke rente over dat bedrag moet berekend worden vanaf de datum die de rechtbank in de procedure in de hoofdzaak al had bepaald, niet vanaf de (latere) datum die de rechtbank in de schadestaatprocedure had bepaald. Interelectronics slaagt alleen op dit laatste punt in haar hoger beroep.
EY-rapport
Het hof komt voor een belangrijk deel tot dat oordeel omdat het in navolging van de rechtbank vindt dat het rapport van EY onbruikbaar is om de schade mee te kunnen bepalen. Het oordeel van het hof is wat dat betreft niet bepaald mals. Zo voerde Interelectronics ook de kosten die het bedrijf heeft gemaakt voor het opstellen van het EY-rapport als schadepost op. Maar dat rapport heeft niet bijgedragen aan de toewijzing van enige schadepost, constateert het hof. Alleen al daarom kunnen de daarmee gemoeide kosten niet als kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid voor vergoeding in aanmerking komen. “Bovendien beantwoordt het EY-rapport niet aan de daaraan te stellen eisen. Blijkens het rapport van [de accountant die lid is van de Accountantskamer, hierna de accountant red.] kleven er fundamentele gebreken aan dit rapport. Eén daarvan, die bij lezing van het rapport ook voor het hof evident is, is dat EY uitgaat van informatie, aannames en gevolgtrekkingen van Interelectronics, die EY niet zelfstandig heeft onderzocht. EY maakt die echter wel tot de hare. Volgens [de accountant] kan het EY-rapport niet dienen als betrouwbare bron van informatie in deze procedure […] [De accountant] is lid van de Accountantskamer, die tuchtrechtelijke controle op accountants uitoefent. Het hof merkt [de accountant] daarom aan als deskundig ten aanzien van de vraag of het EY-rapport aan de Standaard 4400 voldoet. Zijn vragenlijst en rapport zijn voor wederhoor aan EY Caribbean voorgelegd, die daarop niet heeft gereageerd. Daaruit kan – anders dan Interelectronis betoogt – niet de conclusie getrokken worden dat zijn kritiek zo onzinnig was, dat een reactie niet nodig was. Van EY Caribbean kon een inhoudelijke reactie verwacht worden, die is uitgebleven. De conclusie dat het EY-rapport niet geschikt is voor gebruik in deze procedure, wordt daarom overgenomen door het hof. Ook om deze reden komen de kosten voor het EY-rapport niet als schade voor vergoeding in aanmerking.”
Gerechtshof Den Haag, ECLI:NL:GHDHA:2024:471
Geef een reactie