ING werkt aan een internationaal open platform waarop andere bedrijven hun diensten kunnen aanbieden. Zo’n platform voor zowel financiële als niet-financiële instellingen kan over enkele jaren voor veel meer verkeer zorgen dan een kale bank-app, verwacht ING-topman Ralph Hamers. Dat extra verkeer kan direct extra werk opleveren voor de bank, maar de bank kan ook delen in de omzet die andere aanbieders via het platform maken. Hamers meldde de ontwikkeling op het fintechcongres Money 20/20 in Las Vegas.
Grote techplatforms
De nieuwe strategie van ING is een reactie op de mogelijkheden die grote techplatforms als Google, Apple en Amazon hebben om op termijn in de bankenwereld te stappen. Vanwege de grote reserves van zulke techbedrijven ziet Hamer een dreiging voor de bankenwereld: “In China hebben techplatforms Alibaba en TenCent al een bankvergunning en ze leveren ook alle bankdiensten.” ING wil bij de ontwikkeling van het platform samen optrekken met fintechs, die voorheen nog als bedreiging werden gezien.
Wereldwijd
Eind 2020 moet er één ING-platform zijn voor Spanje, Frankrijk, Italië, Oostenrijk en Tsjechië, een jaar later nog een voor Nederland en België. Ook in Duitsland, waar ING ongeveer 8 miljoen klanten heeft, wordt aan zo’n platform gewerkt. Het uiteindelijke doel is een wereldwijd werkend open platform.
Geef een reactie