Een accountantskantoor uit Heerenveen heeft bij het gerechtshof in Leeuwarden vergeefs geprobeerd een factuur voor advieswerkzaamheden voor een stichting betaald te krijgen. Het kantoor beriep zich op een doorlopende opdracht tot advisering. Maar het hof vindt dat het gefactureerde advies buiten dat kader valt. Omdat er geen opdrachtbevestiging is ontvangen, hoeft de nota niet te worden betaald.
Het accountants- en belastingadvieskantoor werkte in opdracht van een bureau voor rechtshulp, dat via enkele omwegen in 2012 is verdeeld over vijf stichtingen die een samenwerkingsverband met elkaar aangingen: één stichting faciliteerde de andere vier. Het samenwerkingsverband was geen lang leven beschoren: het werd na een jaar ontbonden.
Het accountantskantoor factureert in 2013 werkzaamheden in het kader van de ontvlechting van de stichtingen, waarbij de kosten worden verdeeld. Twee stichtingen gaan datzelfde jaar failliet.
Geen opdracht gegeven
Over de betaling van de rekening ontstaat discussie: de faciliterende stichting wil niet betalen omdat het geen opdracht heeft verstrekt tot het uitvoeren van werkzaamheden. Gezien de financiële situatie wilden de stichtingen ook geen accountant inschakelen, zo luidt de argumentatie. Bovendien is er op het verzoek van de accountant om een schriftelijke akkoordverklaring van de verschillende stichtingen en een voorschot van € 12.000 nooit positief gereageerd. Het kantoor stapt naar de rechter om de nota van € 12.010 betaald te krijgen. De kantonrechter in Groningen wijst de vordering – op de kosten van loonwerkzaamheden ten bedrage van € 826,30 na – af.
Doorlopende opdracht
In hoger beroep betoogt het accountantskantoor dat er sprake was van een jarenlange, bestendige relatie met een van de stichtingen, waar een doorlopende opdracht tot het opmaken van jaarrekeningen en het geven van adviezen onderdeel van was. Het advies rondom de ontvlechting zou zijn gegeven op verzoek van de faciliterende stichting.
Die stichting werpt tegen dat er tot en met boekjaar 2011 een doorlopende opdracht was om jaarstukken op te maken. Overige advisering vond ad hoc plaats. In het kader van de splitsing van de stichtingen was gevraagd om advies over de onderlinge koopprijs voor het overnemen van onderhanden werk.
Buiten reguliere bedrijfsvoering
Het gerechtshof oordeelt dat de advieswerkzaamheden die het kantoor betaald wil zien, niet zijn verricht in het kader van een doorlopende opdracht. “De in rekening gebrachte werkzaamheden hadden betrekking op de financiële ontvlechting van het samenwerkingsverband van de vijf stichtingen en hadden niet alleen betrekking op [de faciliterende stichting]
maar ook op een vijftal stichtingen met tegengestelde belangen. Het betrof dan ook advisering die zowel naar aard als naar omvang de reguliere bedrijfsvoering van [de faciliterende stichting] te buiten ging en daarmee niet onder de door [het accountantskantoor] bedoelde doorlopende opdracht begrepen kan worden.” Het accountantskantoor was zich daarvan bewust, aldus het hof, anders was er niet om een schriftelijke opdrachtbevestiging gevraagd. Dat er sprake zou zijn van een losse opdracht, acht het hof onvoldoende aangetoond. Het wijst het hoger beroep dan ook af.
Uitspraak gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 12-12-2017
ECLI:NL:GHARL:2017:10915
Geef een reactie