Een Ferrari, stoot die nu 350 of 360 gram CO2 per kilometer uit? Tien gram lijkt weinig, maar was genoeg voor een liefhebber die zo’n brullend snelheidsmonster uit het buitenland haalde, om naar de rechter te stappen. Hij hield het op het laagste getal, dat ook bepalend zou moeten zijn voor de vaststelling van het BPM-tarief.
De autobezitter deed in 2016 BPM-aangifte voor een Ferrari met een eerste datum van toelating uit 2011. In deze aangifte werd uitgegaan van een CO2-uitstoot van 350 gram per km, een getal uit 2014. Bij de berekening van BPM is het historische tarief uit 2014 toegepast. In artikel 9, elfde lid, van de Wet BPM (tekst 2014) is bepaald dat indien de CO2-uitstoot van een personenauto niet op een bij ministeriële regeling voorgeschreven wijze is aangetoond, deze voor benzinemotors wordt gesteld op 350 gram per kilometer. De bedoelde voorgeschreven wijze is opgenomen in artikel 6a van de Uitvoeringsregeling. Volgens de Ferrari-eigenaar moest de CO2-uitstoot worden gemaximeerd op 350 gram, omdat dit ook het geval zou zijn geweest als de uitstoot niet bekend zou zijn geweest (art. 9 lid 11 Wet BPM 1992, tekst 2014).
Louter theoretisch
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de louter theoretische kans dat er zich ten tijde van de invoer op de Nederlandse markt een referentieauto bevond met een lagere CO2-uitstoot niet voldoende is om het tarief van 2014 toe te passen. Volgens de rechtbank heeft de inspecteur de stelling van van de sportwagenbezitter voldoende weersproken door een lijst van referentieauto’s te overleggen die zijn belast naar een CO2-uitstoot van tenminste 360 gram per km, met de daarbij horende forfaitaire afschrijvingstabel. Het vermeende emissiegetal van 350 gram per kilometer ging de prullenbak in.
Geef een reactie