De Troika Laundromat, steekpenningen bij Strukton, corruptie bij Shell: er zijn recentelijk weer een aantal zaken aan het licht gekomen waarbij bedrijven de ‘shit of yesterday’ moeten opruimen. Hoogleraar accountancy Marcel Pheijffer betoogt in zijn column in het FD dat daarvoor geen externe partijen nodig zouden moeten zijn. ‘Echte leiders nemen zelf verantwoordelijkheid.’
Volgens Pheijffer gaat het vaak om het reorganiseren van zaken uit het verleden, die in het heden minder relevant zijn en die afleiden van wat je nu bezighoudt. “Banken, trustkantoren, accountantsorganisaties kunnen daarover meepraten, net als bepaalde andere bedrijven, zoals recentelijk Shell en Strukton. Ook zij hebben te kampen met ’the shit of yesterday’. Het aantal kwesties is te groot en de erachter liggende patronen te vergelijkbaar om af te doen als incidenten. De vraag is of we ‘de zooi’ kunnen opruimen met strafrechtelijke onderzoeken, hoge schikkingen, een blik compliancefunctionarissen en een trits aan andere compliancemaatregelen. Dit zijn toch veelal herstelmaatregelen die het karakter hebben van pleisters plakken.’
Aandacht voor de patronen
Er wordt te weinig aandacht besteed aan de patronen en de achterliggende mechanismen, aldus de hoogleraar. Nederlandse banken blijken onderdeel van de Troika-witwasconstructie. ‘Wat ik me vooral afvraag in een dergelijke constellatie is: wat is het belang van een Nederlandse bank om een schakel te zijn in een reeks aan transacties met louter buitenlandse gelden, personen en bedrijven? Zeker omdat het transacties zijn waarvan je de ratio en economische rationaliteit niet kan doorgronden. Natuurlijk: er wordt geld aan verdiend. Maar tegenover die inkomsten staat een hoog financieel risico. Bovendien zet je je reputatie en je geloofwaardigheid op het spel. Wegen de opbrengsten daarvan op tegen de mogelijke schade? Is het überhaupt een kwestie van opbrengsten en schade?’
Geen adviseurs nodig
Die vragen zouden bedrijven die zakendoen in Nigeria en Saoedi-Arabië en daar betalingen doen aan intermediairs zichzelf ook moeten stellen, vindt Pheijffer. ‘De praktijk leert dat organisaties er te vaak voor kiezen om hun zooi te laten opruimen door externe onderzoekers, adviseurs, marketeers en woordvoerders. Niet zelden proberen die de zaak klein te houden — hun buzzwoord is containment — in plaats van dat zij transparant zijn en het grote publiek het volledige verhaal vertellen. Echte leiders tonen en nemen zelf verantwoordelijkheid. Die hebben geen adviseurs nodig. Die doen niet aan containment en zijn transparant. Die doen geen zaken die hun reputatie en geloofwaardigheid aantasten. Echte leiders ruimen ’the shit of yesterday’ op waarmee zij worden geconfronteerd. Opdat zij hun aandacht kunnen richten op de zaken waar het echt om gaat.’
Bron: FD
Geef een reactie