Het ministerie van Financiën is een consultatie gestart over het implementatiebesluit registratie uiteindelijk belanghebbenden van vennootschappen en andere juridische entiteiten. In aanloop naar een rondetafelgesprek in de Tweede Kamer op woensdag sluit de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) zich bovendien aan bij de critici van het UBO-register.
In het ter consultatie gelegde implementatiebesluit worden onder meer de documenten aangewezen ter onderbouwing van het economisch belang van een UBO, worden de bevoegde autoriteiten aangewezen en is een afschermingsregime voor uitzonderlijke omstandigheden geregeld. De consultatie loopt tot 1 juli. Reacties worden gepubliceerd tijdens de loop van de consultatie.
Rondetafelgesprek: ook notarissen kritisch
Woensdag 22 mei is er een rondetafelgesprek in de Tweede Kamer met verschillende belanghebbenden. De Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) stelt zich in een reactie op het wetsvoorstel alvast kritisch op. De belangrijkste conclusies van de KNB:
1. De Richtlijn verplicht Nederland tot instelling van een UBO-register en tot gedeeltelijke openbaarmaking van de hierin geregistreerde UBO-informatie. Niettemin maakt de KNB zich zorgen over deze openbaarheid en de privacy en persoonlijke levenssfeer van bonafide burgers die als UBO in dit register terechtkomen. Er dient ruimhartig te worden omgegaan met de mogelijkheid om UBO-informatie af te schermen wanneer sprake is van blootstelling aan risico’s.
2. Het UBO-register is fraudegevoelig en de handhaving is beperkt effectief. Dit is ook de conclusie van de Belastingdienst in haar uitvoeringstoets inzake het UBO-register.
De ‘goeden’ zullen in het register terecht komen, de ‘kwaden’ zullen hier buiten (kunnen) blijven. Dit maakt de openbaarheid van het UBO-register zoals vermeld in conclusie 1 des te wranger. Het UBO-register schendt de privacy van UBO’s voor niets.
3. De fraudegevoeligheid van het UBO-register brengt mee dat het UBO-register niet betrouwbaar, niet effectief en niet doelmatig is als middel om financieel-economische criminaliteit, zoals witwassen en terrorismefinanciering, tegen te gaan. De ‘kwaden’, waarvoor het UBO-register bedoeld is, zullen hierin immers niet geregistreerd staan. Kwaadwillenden kunnen zich eenvoudig aan de registratie onttrekken. De terugmeldplicht voor Wwft-instellingen zal de fraudegevoeligheid van het UBOregister niet tenietdoen.
4. De invoering van het UBO-register brengt hoge kosten en veel administratieve lasten voor het bedrijfsleven (inwinnings-, bijhoudings- en registratieplicht) en Wwftinstellingen (terugmeldplicht en inzagekosten) mee. Dit staat gelet op de conclusies 2 en 3 niet in verhouding tot wat het register zal gaan opleveren. De terugmeldplicht dient te worden verduidelijkt en er dienen geen kosten te worden verbonden aan inzage in het UBO-register door notarissen.
5. Er dient gelet op de conclusies 2 en 3 (ook) een centraal aandeelhoudersregister te worden ingevoerd als een betrouwbaar, doelmatig en effectief middel voor de aanpak van witwassen, terrorismefinanciering en andere vormen van financieeleconomische criminaliteit.
Geef een reactie