De accountantsbranche is het eens met het standpunt van de AFM dat de assuranceverklaring over de verplichte duurzaamheidsrapportage geen onderdeel moet zijn van de reguliere accountantsverklaring. Dat schept onnodig verwarring, zo stellen marktpartijen in hun reacties op de consultatie van het Implementatiebesluit richtlijn duurzaamheidsrapportering. Beleggersvereniging Eumedion denkt er anders over.
De consultatie van het besluit, die gescheiden is van de al eerder afgelopen consultatie van het bijbehorende wetsvoorstel, liep medio december af. Inhoudelijk snijden veel partijen de onderwerpen aan die al bij de eerdere consultatie zijn benoemd.
Consistentie
Eumedion, vereniging van institutionele beleggers, staat achter de gemaakte keuze om de assuranceverklaring over het duurzaamheidsverslag afzonderlijk onderdeel te laten zijn van de accountantsverklaring. ‘In haar commentaar geeft Eumedion aan dat een ‘geïntegreerde controleverklaring’ de consistentie bevordert tussen het (accountants)onderzoek van het duurzaamheidsverslag en de controle van de jaarrekening en de kenbaarheid van de dwarsverbanden tussen financiële en duurzaamheidsinformatie bij de gebruikers van de verklaringen.’
Kritische kanttekeningen heeft Eumedion ook: de gekozen implementatiewijze is ongelukkig. Zo is het lastig om inzicht te krijgen in de toepasselijke regels en zouden de hoofdlijnen met betrekking tot het duurzaamheidsverslag net als bij de voorschriften voor de jaarrekening in de wet zelf moeten worden opgenomen. Ook dreigen er zaken tussen wal en schip te vallen. ‘Daarnaast herhaalt Eumedion haar eerdere pleidooi om aandeelhouders een bindende stem te geven over het duurzaamheidsverslag. Dat bevordert de verantwoording van het bestuur over de gerealiseerde duurzaamheidsprestaties, net zoals dat nu gebeurt bij de gerealiseerde financiële prestaties via de vaststelling van de jaarrekening.’ Eumedion vindt dat ook een andere partij dan de controlerend accountant de duurzaamheidsrapportage mag controleren.
Met het standpunt over de geïntegreerde verklaring staat Eumedion vooralsnog alleen. Toezichthouder AFM heeft er bezwaren tegen. ‘De assuranceopdracht wordt mogelijk niet in alle gevallen uitgevoerd door (of onder verantwoordelijkheid van) de externe accountant die ook de jaarrekening controleert en de assuranceverklaring wordt met een andere mate van zekerheid gegeven dan de accountantsverklaring.’ De toezichthouder ziet graag aanpassingen die het mogelijk en meer praktisch maken om de uitvoering van de assurance van de duurzaamheidsrapportering te scheiden van de controle van de jaarrekening.
Ten onrechte medeverantwoordelijk
Als de assuranceopdracht wordt uitgevoerd door een ander, dan kan de opname van de assuranceverklaring in de accountantsverklaring ervoor zorgen dat de externe accountant die de wettelijke controle verricht en tekent voor de gehele accountantsverklaring, ten onrechte medeverantwoordelijk wordt gehouden voor het assuranceoordeel op duurzaamheidsrapportering, zo voorziet de AFM. ‘Daarnaast ontstaat er mogelijk verwarring over de mate van zekerheid van het assuranceoordeel, die in elk geval tot 2028 beperkt mag zijn, terwijl het oordeel van de externe accountant over de jaarrekening een hogere mate van zekerheid dient te geven. Het lijkt de AFM daarom wenselijk om te bepalen dat de assuranceverklaring losstaat van de accountantsverklaring.’
De meeste partijen in de branche zijn het eens met het AFM-standpunt op dit vlak: ‘Dit is vooral omdat de assurance-verklaring (initieel) gebaseerd is op een beperkte mate van zekerheid, terwijl de accoun-tantsverklaring gebaseerd is op een controle, en dus een redelijke mate van zekerheid geeft’, aldus de NBA in haar reactie. ‘Ook past het gebruik van deze lidstaatoptie niet bij het concept-wetsvoorstel im-plementatie duurzaamheidsrapportering, dat immers meerdere verklaringen van de accountant voorziet.’
De NBA ziet overigens, zoals eerder aangegeven, niets in het inzetten van een ander kantoor voor de duurzaamheids-assurance. Daarnaast vraagt de NBA verduidelijking van de assurance-eis, in lijn met CSRD. Verder heeft de NBA gevraagd om verschillende verslaggevingsnormen te verduidelijken en ook de reikwijdte ten aanzien van niet-beursgenoteerde banken en verzekeraars beter uiteen te zetten. Om het mkb te beschermen wil de NBA dat aan deze groep ondernemingen niet meer informatie mag worden gevraagd dan voorgeschreven in de (nog te ontwikkelen) ESRS.
Grote kantoren zien liever splitsing
PwC ziet ook liever splitsing van de duurzaamheidsrapportage en de controleverklaring. ‘Los van de technische aspecten lijkt deze combinatie niet bij te dragen aan de begrijpelijkheid en leesbaarheid voor de gebruiker. Bovendien gaat de controleverklaring over de jaarrekening uit van ‘redelijke mate van zekerheid’, terwijl het ten aanzien van duurzaamheidsinformatie, opgenomen in het bestuursverslag, (in eerste instantie) gaat om ‘beperkte mate van zekerheid’.’ PwC gaat ervan uit dat dezelfde accountant zowel jaarrekening als duurzaamheidsrapportage controleert. KPMG heeft net als Deloitte twijfels over de begrijpelijkheid van een geïntegreerde controleverklaring en wil in elk geval dat de optie van twee afzonderlijke verklaringen wordt toegestaan.
CSRD zorgt voor handel in data
BDO ziet nog een bijeffect ontstaan van de CSRD: handel in data. ‘In de praktijk zien wij dat er een nieuw ‘businessmodel’ ontstaat bestaande uit de handel in duurzaamheidsinformatie.’ Dat er door partijden in de keten een vergoeding wordt gevraagd voor het leveren van die informatie is niet onredelijk, maar toegevoegd zou kunnen worden dat het moet gaan om ten hoogste de kostprijs, aldus BDO.
BDO vindt dat het assurance-onderzoek van duurzaamheidsrapportering laten uitvoeren door een andere accountantsorganisatie of door een geaccrediteerde onafhankelijke verlener van assurancediensten ondernemingen grotere keuzevrijheid biedt en de markt voor deze diensten voor nieuwe marktpartijen opent. Wel wil BDO weten of daarnaast ook de optie mogelijk is dat een andere externe accountant van hetzelfde kantoor voor de controle van de duurzaamheidsrapportage wordt ingeschakeld. BDO heeft verder nog vragen over de reikwijdte van de plicht voor vennootschappen. Zo zouden woningcoöperaties met een OOB-status niet onder de werking van de CSRD vallen, ook niet als zij moedermaatschappij zijn van een grote groep, leest BDO.
Geef een reactie