Op 15 maart 2019 is een uitspraak gepubliceerd van het Gerechtshof Den Haag over detachering en de BTW-vrijstelling voor maatschappelijk werk. De uitspraak is voor de gemeentelijke praktijk van belang. Joep Swinkels van Taxnavigator heeft de belangrijkste aspecten van de uitspraak samengevat.
A en B richten een vennootschap op waarvan A en B beide voor de helft aandeelhouder zijn. A is de enige werknemer van de vennootschap. De vennootschap houdt zich onder andere bezig met bedrijfsmaatschappelijk wek. A is ingeschreven als maatschappelijk werker bij het landelijk register Beroepsvereniging van Professionals in Sociaal Werk. Door de kwalificatie van A is de vennootschap ook gekwalificeerd.
De vennootschap sluit een overeenkomst van opdracht voor het verrichten van bedrijfsmaatschappelijk werk met een onderdeel van het Ministerie van BZK. De opdrachtnemer declareert het werkelijk aantal bestede uren per maand op basis van nacalculatie tegen een vastgesteld uurloon. De facturen worden via selfbilling opgemaakt door de opdrachtgever. Ter zake van de dienstverlening wordt geen btw gefactureerd.
De Belastingdienst neemt het standpunt in dat de vennootschap BTW moet voldoen en dat geen BTW-vrijstelling van toepassing. Volgens de Belastingdienst is sprake van het detacheren van personeel. Over de vergoeding is volgens de Belastingdienst BTW verschuldigd.
Uitspraak Rechtbank
Rechtbank Den Haag oordeelt in zijn uitspraak 29 mei 2018, met nummer AWB 17/7234, dat sprake is van het uitlenen van personeel. A is in dienst bij de vennootschap. A verricht zijn werkzaamheden derhalve niet zelfstandig maar door tussenkomst van een vennootschap. Op de overeenkomst staat dat een “overeenkomst, inzake inhuur van bedrijfsmaatschappelijk werker” is gesloten. Deze inhuur ziet op een opdracht tot het verlenen van diensten op het gebied van bedrijfsmaatschappelijk werk.
Verder is in de overeenkomst vastgelegd dat in geval de vennootschap niet meer in staat is om de werkzaamheden te laten verzorgen door A dat de vennootschap dan de overeenkomst kan opzeggen en/of ontbinden. De vennootschap wordt op declaratiebasis betaald voor haar dienstverlening.
Onder deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat de dienst kwalificeert als het uitlenen van personeel. De dienst van de vennootschap is vergelijkbaar met de diensten die uitzendbureaus verlenen en welke diensten zijn belast naar het algemene tarief. Dat de werkzaamheden slechts in beperkte mate in ondergeschiktheid en vooral zelfstandig worden verricht leidt niet tot een ander oordeel.
Uitspraak Gerechtshof
Het Gerechtshof Den Haag oordeelt in zijn uitspraak van 5 maart 2019, nr. BK-18/00767, dat de BTW-vrijstelling voor maatschappelijk werk wel van toepassing is. De vennootschap is verantwoordelijk voor de opdracht. De werkzaamheden worden zelfstandig verricht. De werkzaamheden worden naar eigen inzicht zonder toezicht of leiding van opdrachtgever verricht. De personen die worden begeleid benaderen A rechtstreeks zonder tussenkomst of goedkeuring door opdrachtgever. Uitvoering van de opdracht wordt niet met de opdrachtgever besproken.
Voor raadplegen uitspraak Gerechtshof ‘s-Gravenhage van 5 maart 2019, nr. 18/00767. Klik hier
Gemeentelijke praktijk
De uitspraak van het Gerechtshof Den Haag geeft duidelijk aan wanneer sprake is van het aannemen van werk. Met name het punt dat de vergoeding op declaratiebasis kan plaatsvinden is een opsteker voor de praktijk.
Dit bericht is opgesteld door de redactie van Taxnavigator/eindredactie mr. dr. J.J.P.(Joep) Swinkels. Voor meer informatie: info@taxnavigator.nl
Geef een reactie